Kleding kopen heeft een matig effect op mens en milieu. To put it mildly. Maar ook studenten willen nu eenmaal graag nieuwe kleren kopen. Hoe bewust shoppen deze trendsetters?
Kledingmerken proberen hun leven te beteren maar doen zich vaak beter voor dan dat ze zijn. De grootste merken komen er gemakkelijk mee weg. Hun werknemers slikken erbarmelijke arbeidsomstandigheden en het Amazonegebied wordt steeds kleiner door onze mooie sneakers. Dat je beter geen kleren kunt dragen, als mens en natuur je lief is, is inmiddels wel bekend. Maar je bent ook jong en je outfit is je visitekaartje. Hoe gaan studenten om met die ondoenlijke spagaat?
Tekst gaat door onder video.
‘Echt duurzaam is niets kopen’
Yade (19) doet de Lerarenopleiding Engels. ‘Ik volg de mode niet op de voet en koop in het algemeen niet snel nieuwe kleding. Thriften (tweedehand kleding kopen, red.) vind ik leuk en ben niet de enige, daarom zijn vintage winkels best wel duur. Veel geld heb ik niet te besteden en de beste koopjes in mijn maat zijn vaak al weg. Wanneer ik Made in Bangladesh lees op het labeltje, zie ik beelden voor me van arme mensen in slechte arbeidsomstandigheden. Dus daar probeer ik weg van te blijven.’
Waarom zou ik iets nieuws halen als het al in de kast van mijn broer hangt?
‘Mijn basics haal ik bij winkels als Stradivarius en Bershka. Maar ik koop nooit iets bij online winkels als SHEIN. Naast het feit dat ik die sites niet betrouwbaar vind, vind ik hun producten ook slecht. Je betaalt acht euro voor een shirt dat je na drie keer dragen weg kunt gooien. Ik denk dat mensen niet beseffen dat kleding die ze in hun kast hebben hangen de meest duurzame is. Ik heb een gethrifte jas die mijn broer ook draagt. We delen kleding. Waarom zou ik iets nieuws halen als het ook hangt in zijn kast?
Ik draag nooit leer. Bewust en onbewust. Het is duur en niet mijn favo materiaal. Maar vegan leather is vaak gemaakt van glorified (verheerlijkt, red.) plastic. Merken doen alsof dat een betere keuze is, maar het is slechter voor de wereld dan dat andere. Beter niks kopen dus.’
Parels van de kringloop
Cocó (21) doet de opleiding Journalistiek. ‘Negen van de tien items die ik in mijn kast heb hangen komen uit tweedehands winkels in Rotterdam. De meeste parels heb ik gevonden in mijn favoriete winkel Cheap Fashion op de Meent. Tweedehands shoppen vind ik gewoon veel leuker. Je kunt koopjes vinden voor een euro. En ik denk: als het al geproduceerd is, maakt het geen verschil voor mens en natuur.’
‘Alleen sokken en ondergoed koop ik nieuw. Nu moet ik wel bekennen dat ik twee maanden geleden die bekende Adidas schoenen kocht en later een artikel las over het Amazonewoud dat daarvoor wordt gekapt. Die schoenen doe ik nu natuurlijk niet weg, maar ik zal ze lang mogelijk proberen te dragen.’
Het is oneerlijk hoe die kinderen voor geen geld zware overuren maken
‘Als ik iets nieuws wil, kijk ik op Good On You: een website waar je kledingmerken op kan zoeken en ziet hoe die scoren. Hij rangschikt merken aan de hand van schade aan dier, mens en milieu. Ik vind het belangrijk om rekening te houden waar mijn kleding wordt gemaakt. Het is oneerlijk hoe die kinderen voor geen geld zware overuren maken.
Ik vermoed dat meer dan de helft van de mensen met wie ik omga zich bezighoudt met verantwoord shoppen. Ik ga vaak met vrienden naar een kringloop. Met mijn beste vriendin Chantal gaan we soms vinteden (online shoppen bij Vinted, red). We sturen dan leuke items naar elkaar door. Een tijdje geleden hebben we dat drie uur lang aan de telefoon gedaan.’
De oplossing: Nutri-Scrore voor kleding
Reween (23) doet HBO ICT. ‘Ik bestel om het half jaar nieuwe outfits. Dan kies ik wat broeken en shirtjes uit bij de Sting, Amazon en Zalando. Oude kleren gooi ik niet weg, die draag ik tot ze stuk gaan. Ik ga goed met mijn spullen om en daardoor gaat mijn kleding ook best lang mee. Als ik iets weg doe is het ook echt het einde van dat item. Dan heb ik er alles uit gehaald.’
‘Eigenlijk ben ik niet zo bezig met hoe verantwoord mijn keuze is als ik shop. Ik zie het regelmatig op labels staan van kleding. Dan zie je bijvoorbeeld “duurzaam geproduceerd katoen” met een boompje in een shirt staan, of “minder water gebruikt bij het maken van deze jeans”. Maar ik kan dat niet nagaan, dus vind het loze woorden. Ik vind dat het dan helemáál duurzaam gefabriceerd moet zijn, ook het transport naar een distributiecentrum.’
Kleding zou net als eten in de Appie een soort Nutri-Score moeten hebben
‘Het helpt niet dat elke winkel duurzaamheid op een andere manier weergeeft. Kleding zou, net als eten in de Appie, een soort Nutri-Score moeten hebben. En dan gestandaardiseerd, zodat iedereen in een oogopslag kunt zien aan welke eisen het voldoet. Er moet regelgeving komen, voor alles in de keten. Van productie naar de winkel, tot aan thuis in je kast. Als ik online bestel, laat ik het altijd bezorgen bij een pakketpunt: een stukje duurzaamheid. Hoewel, om eerlijk te zijn, is het vooral fijn om niet gebonden te zijn aan een tijdslot.’