In één dag ging de omzet naar nul procent. Hoi Anh, hamburgerstand Streat, Via Vai, Lucy & Suzy, Spar University, Vitam… Hoe gaat het met de ondernemers en hun personeel? Komen ze nog terug? Het is veel puzzelen, wachten, slecht slapen en nog meer puzzelen. Maar in een hoekje gaan zitten huilen? Dat is niet ‘des ondernemers’.
De één kan aanspraak maken op de NOW-regeling en de ander niet. Maar de regeling van de overheid die de loonkosten tijdelijk overneemt, voorkomt hoe dan ook geen faillissement. Bij Vietnamees Hoi Anh is het afwachten of ze het salaris voor iedereen vergoed krijgt. McCrae:‘We hebben twee vaste medewerkers met kleine contracten en een aantal medewerkers met een payroll constructie. We proberen hun loon doorbetaald te krijgen, ook met terugwerkende kracht. Het scheelt dat we momenteel geen huur betalen, dat we weinig vaste lasten hebben en dat ik een buffer had. Maar ik vind het sneu voor mijn oproepkrachten.’
Joyce van Leeuwen (locatie Amersfoort) ziet een reorganisatie aankomen en dat doet pijn. ‘Temeer omdat ik me realiseer dat de collega’s die we straks ontslaan, elders niet aan de slag kunnen want iedereen is mensen aan het wegsturen.’
Voor David d’ Aguanno (Via Vai, Heidelberglaan 15) geldt hetzelfde. Het water staat hem aan de lippen. Vorig jaar september stond hij met twaalf man in de zaak en nu zijn ze nog met z’n drieën. Hij noemt het een kwestie van tijd voordat hij failliet is.
Wim van de Poel (Koffiezaak Mams, Heidelberglaan 15) heeft 24 mensen in dienst voor zijn twee zaken in Utrecht en Arnhem. ‘Een vast contract hoort erbij als je goed voor je mensen zorgt. Alleen nu heb ik mezelf daarmee in de voet geschoten, met 550 contracturen die ik per week moet ophoesten terwijl de helft thuis zit. Toch draaien we zo’n 50 procent van de omzet en dat is niet verkeerd, eerlijk gezegd.’
Bij de huiscateraar, die ook de kantine op Padualaan 97 bestiert, is iedereen in dienst bij keten Vitam. De stemming is bedrukt. Bedrijfsmanager Christiaan Slagter: ‘Iedereen zit zich thuis af te vragen hoe we ooit weer gaan starten. We krijgen doorbetaald want Vitam is een gezond bedrijf, maar het moet geen maanden duren. Sommigen werken op andere locaties, wat we normaal gesproken met een oproepkracht zouden doen. Ik bel alle medewerkers elke week om te vragen hoe het gaat en ik merk dat ze er genoeg van hebben om thuis te zitten. Het is geen vakantie hè? Je kunt niks. Niet naar de kroeg, niet naar het strand, je zit maar te wachten.’
Dat wachten vervelend is, beaamt Stijn Martens van hamburgerstand Streat: ‘Ons voordeel is dat we onderdeel zijn van Sodexo. Alle plannen liggen klaar om straks te openen in de anderhalve meter samenleving. Daar zijn we ook echt aan toe want de batterijen zijn nu wel opgeladen. We willen eten maken en mensen zien.’
Wachten op informatie
Aukje Timmer is van Hogeschool Utrecht de contactpersoon voor de horecaondernemers. Ze moet hen iedere keer met lood in de schoenen vertellen dat er nog geen nieuws is. Dat ze in september mogen beginnen, maar misschien ook niet. ‘Het is voor hun heel zwaar, zeker omdat we ze geen perspectief kunnen bieden. Ik heb het nu omgedraaid. Zij gaan me laten zien hoeveel omzet ze moeten draaien om te kunnen blijven voortbestaan. Ik hoop heel erg dat iedereen er straks nog is.’
Van Leeuwen is sceptisch over de mogelijkheden na de zomervakantie: ‘Per 1 september kunnen we weer iets, maar onze kantines komen niet meer terug. We overwegen nu een oplossing waarbij studenten eerst iets kunnen bestellen om het vervolgens op te halen, maar de vraag is of ze dat willen.’ Toch, zegt ze stellig: ‘Het puzzelen hoort bij het ondernemen en is ook leuk.’
Van de Poel laat zich ook niet uit het veld slaan: ‘Ik heb één voordeel. We zijn een winkel aan het bouwen, naast studentencomplex IBB. Die gaat eind mei open voor To Go. Daar zullen straks ook mensen uit het Diakonessenhuis komen. Ik vraag me alleen af of ik er een nieuw koffiemachine voor ga kopen à 15.000 euro. Beter wachten tot zo’n ding ergens vrijkomt.’
Dat ondernemen ook gepaard gaat met een flinke dosis toeval bewijst Frank Renfurm, Zenwich café, Padualaan 101 en Lucy & Suzy op Heidelberglaan 15. Hij wilde 24 maart in de Voorstraat een derde zaak openen om zijn risico te spreiden. De timing kon niet slechter. De opening is verschoven naar juni, maar hij kan er zijn personeel niet kwijt. ‘Het gaat niet al te best. Blauwgrond gaat het in z’n eentje niet trekken. Ik heb aan alles gedacht, overal rekening mee gehouden, behalve met een pandemie. Gelukkig hebben we steun van de overheid met de NOW-regeling en krijgt het personeel voorlopig doorbetaald. Maar niemand wil thuis zitten. Ik had een buffertje aangelegd dat nu verdampt.’
September: open met minder omzet?
Van Leeuwen verwacht voorlopig geen normale horeca: ‘“Even iets eten” gaat straks niet meer. Dan zie ik het voor me hoe een klas leegstroomt om vervolgens een broodje te bestellen terwijl ze afstand moeten houden. De rijen worden dan heel lang hè? We worden nu nog gesteund door de NOW-regeling, maar als het onderwijs straks voor de helft digitaal blijft, kunnen we niet voortbestaan. Als de HU dat toch wil, zullen ze ons straks wellicht financieel moeten steunen. Of een koffie wordt straks twee keer zo duur.’
D’ Aguanno twijfelt of hij ooit terug komt op het USP. Hij houdt de markt in de gaten om te kijken of er een gaatje valt; misschien kan hij elders zijn geluk beproeven. Ook Van de Poel zit niet te dromen: ‘Je hoeft geen hogere wiskunde gestudeerd te hebben om te berekenen dat we dezelfde aantallen niet terug zullen krijgen. Het is zuur want ik heb enorm geïnvesteerd in de locatie op de HU. Neem alleen al zo’n turbo-oven van 9.000 piek waarmee ik een minuut een panini kan bakken.’
Hardop rekent van de Poel ons voor: ‘Kijk, juli en augustus zijn sowieso nooit vette maanden en maart hebben we tot de helft nog goed gedraaid. April, mei en juni kwamen we nog wel door. Maar in september moet het gebeuren, tot en met januari draai je dan normaal gesproken je halve jaaromzet. Op de eerste dag van september staan er doorgaans 1500 studenten voor je neus. En nu vragen we ons af: wanneer is het nog de moeite waard om er te gaan staan? Het is ook niet bepaald duurzaam om vier ovens, acht vriezers en 22 koffiezetapparaten te laten draaien voor drie man en een paardenkop. Waar je er eerst met zeven man personeel stond, zal eentje nu genoeg zijn. Maar dat wil je ook niet. Als die zich snijdt of flauwvalt, moet er iemand naast staan.’
Slapeloze nachten
Dat alle twijfels en verantwoordelijkheid een goede nachtrust in de weg staan merken ze aan den lijve. Aukje Timmer ziet ze ploeteren: ‘Ik hoor bij jou op de achtergrond een kleintje en dat zal best pittig zijn. Maar je hebt een vaste werkgever die je netjes betaalt. Er zijn er ook bij die dat salaris niet hebben, maar wel de verantwoordelijkheid voor dertig man op de loonlijst. Ik vraag me af of iedereen zich voldoende realiseert hoe luxe we het hebben op de hogeschool.’
Dat d’ Aguanno geen gezin hoeft te onderhouden scheelt, verzucht hij. ‘Maar ik slaap slecht, want mijn onderbewuste draait overuren. Het zwartste scenario? Haha, dat we met z’n allen in het ziekenhuis belanden. Gezondheid is het belangrijkste natuurlijk.’ Ook van Leeuwen relativeert haar zorgen een beetje: ‘We hebben een familiebedrijf met 130 onderwijslocaties. De eigenaren zijn mijn ouders en ja, de zorgen over ons voortbestaan zijn groot. We werken met 250 medewerkers en dat zijn dus 250 gezinnen, die verantwoordelijkheid drukt op mijn schouders. Maar het scheelt dat ik geen wanbeleid heb gevoerd en ik mezelf niets kwalijk hoef te nemen.’
‘Vraag in september nog maar eens of we nog bestaan,’ schampert Van de Poel. Maar hij is allergisch voor ondernemers die in een hoekje gaan zitten huilen. ‘Deze crisis geeft ook rust, vind je niet? Social distancing, ik vind het een geniaal begrip. Vroeger kreeg je een mail en daarna meteen een appje eroverheen. Nu is iedereen relaxed. Heerlijk.’
Anh McCrae is blij dat ze eindelijk uren heeft om de inkoopkosten onder de loep te nemen en nieuwe projecten uit te denken. En dat ze meer tijd heeft voor haar dochter van zeventien maanden. D’ Aguanno en zijn Italiaanse kompanen vullen de tijd door samen te werken met de voedselbank. Ze maken eten klaar en brengen dat rond in de stad. Daar krijgen ze een goed humeur van maar het levert ze niks op. Het kost alleen maar geld en energie.
De handdoek in de ring?
Of ze nu wel of niet terugkomen in september, ze gaan toch door. Van de Poel legt nog eens uit: ‘Kijk, als er straks maar honderd studenten in het gebouw binnen mogen, dan gaan we nat. Stel dat ze allemaal een koffie en een broodje kopen, moet je met vier man 600 euro gaan verdelen terwijl je aan personeelskosten al 480 euro kwijt bent. En toch zou ik als ik Hogeschool Utrecht was lekker doorpakken met die online lessen. Als je zo’n master kunt aanbieden voor 7.000 euro aan buitenlandse studenten zonder dat ze hierheen hoeven te komen, lijkt me dat een prima verdienmodel. Ook “coronatechnisch” is een lagere bezetting beter. En wij redden ons wel. Ermee stoppen is niet “des ondernemers.”‘
Kyra van Elswijk is strijdlustig, maar minder optimistisch: ‘Met Spar University gaat het niet zo goed. We hebben tien winkels bij verschillende onderwijsinstellingen. Onze formule heet Grab ’n go. We hebben traffic nodig om het hoofd boven water te kunnen houden. Een oplossing waar we nu aan werken is een pick-up app. Daarmee zouden studenten eten kunnen bestellen wat ze in een speciaal tijdsslot kunnen ophalen. Of we brengen het naar ze toe, met een bakfiets. Voor de grote Spar wordt het spannend. We mogen met ons oppervlak van de overheid 45 klanten over de vloer hebben. Maar we draaiden hiervoor gemakkelijk achthonderd klanten in één uur tijdens de lunch. En dan is het nog maar wachten wanneer studenten en medewerkers terugkomen.
Lullig maar logisch
Van de Poel: ‘De medewerkers zullen not amused zijn als ze zien dat we weg zijn. Je kunt wel een automaatje en een magnetron neerzetten, maar dat pikken ze niet. De universiteit heeft onlangs een tender gedaan voor horeca. Ik zeg: in plaats van daar nieuwe horeca aan te nemen, laat die mensen lekker hier hun natje en hun droogje halen. Maar goed, wij zijn niet degenen die beslissen, het draait niet om ons. Lullig maar logisch. Niets ten nadelen van Aukje, maar we staan onderaan de ladder. En zo hoort het ook, eerlijk is eerlijk.’
Renfurm: ‘Ik was al maatschappelijk verantwoord bezig, maar dat is nu nog sterker. we moeten lokale ondernemers steunen. Stop met kopen bij Albert Heijn, gebruik geen thuisbezorgd.nl of booking.com, maar steun de kleinere winkels. Dat vond ik prachtig aan de HU. Zij wilden ons bijstaan en gebruikten geen grote partijen. (Is even stil) Ik word er emotioneel van, merk ik. Echt, help de kleine ondernemer, anders verdwijnt ie.’
Ook interessant: Frites verkopen op de Padualaan: ‘Wij stoppen niet’