Wat is de impact van het Volkskrant-verhaal over de moeizame onderwijsinnovatie bij Fontys? En wat te doen met de inmiddels omstreden onderwijskundige Filip Dochy? Ilya Zitter, lector Leeromgevingen in het Beroepsonderwijs aan de HU, reageert.
Ilya Zitter was erbij, op het eerste HU Onderwijsfestival in januari 2018 in de Werkspoorkathedraal, net als honderden andere medewerkers van de hogeschool. Tijdens het tweedaags festival was hoogleraar Dochy een van de belangrijke sprekers. Maar zijn toespraak kan Zitter zich niet herinneren.
De man was hoogleraar onderwijskunde aan de Katholieke Universiteit Leuven en stond aan de basis van de onderwijsmethode High Impact Learning that Lasts (HILL). Bij Fontys is HILL breed ingevoerd en ook aan de HU wordt verwezen naar onderzoek waarbij Dochy was betrokken. De opleiding Open-ICT is deels gestoeld op elementen van de HILL-methode.
De hoogleraar is inmiddels hard van zijn voetstuk gevallen. Dochy werd in oktober 2022 veroordeeld voor verkrachting van een studente. Dat gebeurde in 2016, waarna hij in de loop van 2018 door de Vlaamse universiteit werd geschorst. Maar dat nieuws was in ieder geval bij Nederlandse hogescholen nog niet bekend. Hij kon daarna nog enige tijd doorgaan met lezingen geven en zijn onderwijsmethode uitventen.
Verkrachtingszaak
In februari bracht de Volkskrant een groot verhaal over de moeizame invoering van de onderwijsmethode bij Fontys. Het leidde tot een ‘felle richtingenstrijd’, waarbij sommige docenten met een burn-out thuis kwamen te zitten of uit protest vertrokken. Voor- en tegenstanders klommen in de pen en publiceerden opiniestukken op hogeschool-nieuwsplatform Bron. In De Volkskrant en in de opiniestukken kwam ook de verkrachtingszaak aan de orde.
Na de Volkskrant-publicatie vroeg de Tweede Kamer om een debat over onderwijsinnovatie in het hoger onderwijs. Studenten in Den Bosch begonnen een petitie tegen de methode-HILL. Binnen de HU bereidde een woordvoerder zich voor op mediavragen en benaderde onder meer lector Ilya Zitter. Nu, een paar weken later, wil ze voor Trajectum ook nog wel naar de kwestie kijken.
Het lastige is dat er twee verschillende vraagstukken in het Volkskrant-artikel langskomen
Begrijp jij het verzet tegen de onderwijsvernieuwing door een aantal docenten bij Fontys?
Zitter: ‘Zeker. Dat zou kunnen komen doordat de onderwijsvisie meer top-down is neergezet en zich lijkt te beperken tot vooral één onderwijsmodel. Zo komt dat in ieder geval uit het artikel in de Volkskrant naar voren. De docenten voelden zich wellicht in een keurslijf geperst. Ik kan me voorstellen dat dat weerstand oproept. Het gaat erom hoe een hogeschool omgaat met het vraagstuk van de onderwijsvisie. Dat kan meer top-down of door meer ruimte te bieden aan de verschillen die er bij de opleidingen zijn.
Het lastige is dat er twee verschillende vraagstukken in het artikel langskomen. Het ene is de onderwijsvernieuwing. Dat is al heel erg complex. In het Volkskrant-artikel staat dat er bij Fontys gekozen is voor het HILL-model. Daarvan blijkt een persoon aan de basis te staan die een studente heeft verkracht. In het artikel loopt dit nogal door elkaar en dat vind ik een beetje ingewikkeld.’
De persoon Dochy en de veroordeling van verkrachting moet je loskoppelen van de onderwijsmethode?
‘Ja. Het lastige is dat hij ook een vrij grote commerciële tak heeft met de HILL Academy. Er is goed wetenschappelijk onderzoek gedaan en daar zijn prima wetenschappelijke artikelen over geschreven. Dat onderzoek is gefinancierd met publiek geld en veelal samen met anderen verricht. Maar daar heeft Dochy vervolgens een commerciële strik om gebonden om er vervolgens met de HILL Academie de markt mee op te gaan. Van de persoon Dochy en zijn commerciële activiteiten wil ik afstand nemen.’
Een artikel van jou en je toenmalige collega over Associate Degrees in het magazine Thema, een uitgave over hoger onderwijs, verwijst meermalen naar Dochy.
‘Wij verwijzen daarin naar wetenschappelijk onderzoek van Koenen, Dochy en Berghmans. Daar sta ik nog steeds achter: dat wetenschappelijk artikel staat buiten kijf. Het gaat mij te ver om dit niet meer te citeren omdat Dochy eraan verbonden is. Want hij heeft hier niet in zijn eentje aan gewerkt, maar met collega-onderzoekers. Als we dit cancelen schaden we ook die andere onderzoekers die hier hun ziel en zaligheid in hebben gestopt. Bovendien heeft de maatschappij aan dit onderzoek publiek geld besteed.
Wij verwijzen in dat artikel ook naar het boek ‘Bouwstenen voor High Impact Learning’ van Dochy, Berghmans, Koenen en Segers. Dat is volgens mij een bundeling van eerdere onderzoeken met als doel geld te verdienen via onder meer de HILL Academy. Dit kun je zien als vercommercialisering van onderwijskundig onderzoek. Daar zijn die boeken te koop, krijg je toegang tot commercieel videomateriaal en kun je sprekers inhuren, zoals Dochy zelf. Met de kennis van nu zou ik liever niet meer naar dat boek verwijzen. Daar neem ik afstand van en ik zou nu op zoek gaan naar alternatieven.’
De HU schrijft niet voor dat onderwijsvernieuwing op één en dezelfde manier moet gebeuren
Zou de HU zich volgens jou ook op dergelijke manier moeten uitspreken?
‘Als er aan de HU om een reactie wordt gevraagd, dan zou ik zeggen: “Wij distantiëren ons van de persoon, het bedrijf en de commerciële inhoud. Alles behalve de wetenschappelijke inhoud.” Dat zou ook de insteek moeten zijn bij het lectoraat Beroepsonderwijs.’
Hoe groot schat jij de impact van de modellen en ideeën van Dochy binnen de onderwijsvernieuwing van de HU?
‘Ik denk dat dat reuze meevalt. Hij is maar één van de bronnen die worden gehanteerd. De HU schrijft niet voor dat onderwijsvernieuwing op één en dezelfde manier moet gebeuren. Onze onderwijsvisie is vrij ruim en biedt ruimte voor kleuring. In de theoretische onderbouwing hierbij kiezen wij niet voor één stroming. Er is ook ruimte voor het onderzoek van bijvoorbeeld Gert Biesta (hoogleraar in de Public Education; red.), HU-lector Liesbeth Baartmans over programmatisch toetsen en voor ander werk van HU-lectoraten.
Vanuit het Lectoraat Beroepsonderwijs proberen wij te zoeken naar onderbouwing die matcht bij de opleiding. Soms werken ze al met bepaalde uitgangspunten en dan sluiten wij daarbij aan. Wij gaan niet met een ander model lopen leuren. Het wetenschappelijk werk van Koenen sluit aan op denkbeelden die er al waren bij het Instituut voor Associate Degrees. En zij kozen er zelf voor om aspecten daarvan te omarmen.’
Onderwijsvernieuwing bij de HU komt wellicht anders tot stand dan bij Fontys. Kun je zeggen wat de verschillen zijn?
‘Ik denk dat de HU er vrij open in is. De visie op onderwijs en onderzoek is met veel participatie van betrokkenen tot stand gekomen. Er hebben veel mensen met de diverse gespreksrondes meegedaan. Met als gevolg dat HU-collega’s zich meer kunnen herkennen in die visie. En er wordt niet strikt of vastomlijnd voorgeschreven hoe de visie ingevoerd moet worden. De instituten en opleidingen kunnen die zelf inkleuren.
Ik probeer mijn onderzoek, bijvoorbeeld naar het model over hybride leeromgevingen, niet bij alle opleidingen van de hogeschool op te dringen. Dat model komt erop neer dat leren zich niet alleen in het klaslokaal afspeelt, maar ook in de buitenwereld, bij instellingen en bedrijven. Dat model wordt bijvoorbeeld ook bij Fontys gehanteerd. Bij de HU is er de keuze. Het is mooi als mijn model langskomt en een opleiding dat adopteert maar ik ga het niet lopen pluggen en zeggen dat dit het ideale model is.’