Hoe gaat het met onze studenten aan Hogeschool Utrecht? En biedt de HU de ondersteuning die nodig is? Met die vragen ging een speciale ‘Taskforce Studentenwelzijn’ aan de slag. Conclusie: Er gaat veel goed, maar het kan nog beter.
‘Sommige studieloopbaanbegeleiders (slb’ers) zeggen: heb ik nog wel een normale student in de groep? Maar wat is een normale student? De normale student, die heeft wat. Ga daar maar vanuit.’
Dat concludeert beleidsmedewerker Harriët Rempe, lid van de HU Taskforce Studentenwelzijn. Het gaat niet goed met het welzijn van de student en dus is het goed dat hiervoor aandacht is, vindt ook Marian de Groot, voorzitter van de Taskforce.
Voor de coronatijd waren er ook al veel problemen met het welzijn van studenten, legt De Groot uit. ‘Het is een combinatie van alles. Het leenstelsel geeft studenten het gevoel dat ze snel moeten studeren en dat ze meteen succesvol moeten zijn, want ze gaan een lening aan. In zijn algemeenheid voelen studenten meer druk in deze prestatiemaatschappij. Dat, gecombineerd met social media waarop je alleen een perfect beeld van de wereld ziet, zorgt ervoor dat studenten spanning voelen.’
Ik las laatst dat studenten gemiddeld 25.000 euro aan studieschuld meenemen.
Beiden: ‘Ik denk wel meer.’
De Taskforce bracht in kaart wat er goed gaat bij de HU op het gebied van studentenwelzijn, en ook wat er beter kan. Daarbij hoorde een enquête onder studenten, afgenomen in de maand juni. Een van de belangrijkste bevindingen: vooral bij internationale studenten is de binding met de opleiding flink gekelderd. Zestig procent van de internationale studenten was op het moment van de enquête, midden in de coronatijd, thuiswonend. ‘Ze hebben dus niet het gevoel van binding met de HU gehad’, vertelt De Groot.
Er is wat te doen tegen dat gebrek aan binding, vervolgt ze. ‘Er bestaan al twee laagdrempelige voorzieningen voor internationale studenten: HU Home en Buddy go Dutch. Bij die laatste wordt een internationale student gekoppeld aan een Nederlandse. ‘Ook al is er corona, je kunt nog steeds samen dingen doen. Iemand wegwijs maken op de HU of samen wandelen. Ook voor de docent is er een rol weggelegd. Zij moeten echt aandacht hebben voor de internationale student. Veel docenten hebben dat al, maar het is belangrijk je te realiseren dat je het verschil kunt maken.’
Het moet goed gaan met de docent
Om dat te kunnen doen, moet er ook aandacht zijn voor docentenwelzijn. ‘Als het goed gaat met de docent, is er meer aandacht voor de student’, zegt De Groot. ‘Die docent mag ook voelen: de organisatie heeft zorg voor mij. Als er vanuit de HU een nieuwsbrief over corona de deur uit gaat, is het goed dat de leidinggevende daar meteen een mail overheen stuurt met een hart onder de riem.’
Een tevreden docent kan de studenten beter helpen. Op die eerstelijnsbegeleiding is nog winst te halen. De Groot vertelt dat studenten met problemen eerst terechtkomen bij hun medestudenten en de slb’er of leerteambegeleider. Die kunnen doorverwijzen naar het studentendecanaat of de studentenpsycholoog en verder.
De Groot: ‘Cruciaal is de eerste lijn, dus de docent die ook begeleider moet zijn. We zien dat de kwaliteit van hen zeer wisselend is op individueel vlak en dat het soms dus nog beter kan. Nu met de pandemie wordt extra duidelijk dat studenten gezien en gekend willen worden. Dat ze merken dat ze nodig zijn.’
De focus binnen de HU ligt volgens De Groot en Rempe voor een docent tot nu toe meer op vakinhoud, dus: hoeveel weet een docent van een onderwerp. De rol van begeleider is daarin onderbelicht, menen ze.
Maar is het dan zo dat je als docent én slb’er niet wordt beoordeeld op dat laatste stukje?
Rempe: ‘Nauwelijks. Het wordt beoordeeld in die zin dat als er klachten zijn, het een onderwerp is voor het gesprek.’
Maar hoe word je dan slb’er? Moet je daar niet gekwalificeerd voor zijn?
Rempe: ‘Elke opleiding heeft een bepaald aantal slb-uren te vergeven. De meeste opleidingen vinden dat iedereen dat moet kunnen. Maar iemand die een goede docent is, hoeft niet per se een goede slb’er te zijn. Dat ben je wel als je bijvoorbeeld goede gespreksvaardigheden hebt, laagdrempelig bent en goed op de hoogte hoe je de student kunt doorverwijzen als dat nodig is.’
Overigens: er blijkt geen opleiding te zijn waar het echt helemaal misgaat. Mensenwerk, noemen de dames het werk van een slb’er. Het heeft onder meer te maken met werkdruk, verwachtingen en aansturing van bovenaf.
‘Idealiter heb je een beleid dat aandacht heeft voor het complete kopje welzijn, dus student én docent’, vindt De Groot. ‘Dat een instituut besluit: “Dit willen we met studentenwelzijn, dat doen we zo, dit kunnen we van elkaar verwachten en aan het einde van het jaar vragen we aan studenten wat ze ervan vinden en evalueren we.”
Dat idee heeft De Groot ook aan Jan Bogerd, voorzitter van het college van bestuur, voorgelegd. Volgens De Groot antwoordde hij daarop dat hij dit ook belangrijk vindt en dat hij studentenwelzijn onder kwaliteit van onderwijs wilde scharen.
Maar voor Rempe en De Groot is die reactie van Bogerd te kort door de bocht. Studentenwelzijn moet als onderwerp op een apart ‘tegeltje’ komen te staan, en geen onderafdeling van onderwijskwaliteit. Daarmee sluit de HU dan ook aan bij de afspraken die in oktober 2018 al zijn gemaakt door onder meer de Vereniging Hogescholen in het rapport ‘Naar een inclusiever hoger onderwijs’.
De Groot: ‘Als het hele hoger onderwijs met dit onderwerp bezig is, dan moeten wij zorgen dat het herkenbaar op de agenda staat. Noem het maar gewoon studentenwelzijn, dat vinden studenten zelf ook fijn.’
Hoe groot acht je de kans dat de aanbevelingen over worden genomen?
‘Nou, ik hoop toch wel dat een substantieel aantal overgenomen wordt’, zegt De Groot lachend. ‘Er moet een plan komen en een persoon die dat plan gaat aanjagen. Bij voorkeur een team met een medewerker en een student die op langere termijn met dit onderwerp aan de slag gaan. Dit probleem ga je namelijk niet in een jaar fiksen. We hopen ook dat de Taskforce blijft bestaan als waakhond.’
Wil jij niet de aanjager worden binnen de HU?
De Groot: ‘Ik ben wel zo’n type, maar ik ga over twee weken met pensioen.’
Collegevoorzitter Jan Bogerd vond het nog te vroeg om te reageren op het stukje over studentenwelzijn en onderwijskwaliteit. Het CvB komt later met een reactie op alle aanbevelingen van het hele rapport. Volgens de Taskforce ligt dat rapport al bij het CvB, maar die zegt het nog niet te hebben gezien.
Lees ook: Studenten hebben meer last van corona dan andere groepen.