Nieuws

Hoger onderwijs reageert verdeeld op bsa-versoepeling

Foto: Lisa de Vries

Het voorstel van minister Dijkgraaf om de norm van het bindend studieadvies (bsa) te verlagen leidt tot verdeeldheid in het hoger onderwijs. De studentenbonden zijn positief. De koepel van hogescholen reageert neutraal en de universiteiten vinden het een ‘slecht plan’.

Met ingang van studiejaar 2025/2026 gaat de norm van het bindend studieadvies in het eerste jaar omlaag naar dertig studiepunten. Eerstejaars die dit aantal binnen hebben, kunnen dan niet van de opleiding weggestuurd worden. Wel moeten zij in het tweede jaar alle zestig studiepunten uit het eerste jaar halen. Onderwijsminister Dijkgraaf heeft dit voorstel gisteren naar de Tweede Kamer gestuurd, die dus nog moet instemmen hiermee. Een aanpassing van het bsa was al wel afgesproken in het coalitieakkoord van het kabinet.

In het voorstel pleit de minister voor een goede balans tussen studievoortgang en welzijn van de studenten. Het bsa zou de studenten moeten ondersteunen in hun ontwikkeling. Dit is nu ‘niet altijd het geval’ en dat vindt hij ‘onwenselijk’, schrijft Dijkgraaf. ‘Dit ondergraaft de kwaliteit en toegankelijkheid van het onderwijs. In het hoger onderwijs ligt de nadruk bij het bsa in veel gevallen op de studievoortgang van studenten. Daardoor wordt de lat met het bsa in mijn ogen nu vaak te hoog gelegd in het eerste jaar, wat leidt tot onnodige prestatiedruk.’

Opschorting in de coronatijd

De oorspronkelijke bedoeling van het bsa was dat het studenten zou leiden naar een passende studie. Instellingen en studenten zouden met elkaar in gesprek gaan over de studievoortgang. Alleen ‘in het uiterste geval’ zouden studenten met onvoldoende studiepunten van de opleiding worden verwijderd. Maar veel opleidingen gebruiken de maatregel ‘met als doel het rendement van de opleiding te verbeteren’, stelt de minister.

In de praktijk variëren de bsa-normen van de instellingen tussen de 36 en 60 studiepunten. Mede door de opschorting van het bindend studieadvies in de coronatijd hebben sommige instellingen het bsa afgeschaft, zoals Hogeschool Zuyd. Sommige andere instellingen werken met een meer vrijblijvend ‘dringend’ studieadvies: studenten met te weinig studiepunten kunnen dit advies opvolgen of naast zich neerleggen en doorgaan met de studie.

‘Bindend’ of ‘dringend’ studieadvies

Bij de HU mogen de instituten al sinds 2018 zelf beslissen of ze een ‘bindend’ of ‘dringend’ studieadvies hanteren. Een toenemend aantal opleidingen stapt over op de soepelere regeling. Daarnaast heeft het college van bestuur van de HU eerder dit jaar besloten om de norm voor het bsa te verlagen van 50 naar 45 studiepunten met ingang van september 2023. Verder was het college van plan om het bindend studieadvies per 2024 helemaal af te schaffen. Of dat voornemen zo blijft, is nog onbekend.

Binnen het hoger onderwijs variëren de reacties van uiterst positief tot ronduit negatief. De meest positieve reactie komt van de Landelijke Studentenvakbond (LSVb). Die noemt de versoepeling een ‘belangrijke eerste stap’ in de verbetering van het studentenwelzijn.

‘Bsa doet meer kwaad dan goed’

Het binden studieadvies leidt tot prestatiedruk en doet meer kwaad dan goed, zegt LSVb-voorzitter (en HU-student) Joram van Velsen in een reactie. ‘Nu wordt het middel vaak ingezet om studenten zo snel mogelijk van hogeschool of universiteit af te trappen als ze niet genoeg rendement opleveren.’ Maar de LSVb is nog niet helemaal tevreden en blijft bij het standpunt dat het bsa helemaal moet verdwijnen.

Het Insterstedelijk Studentenoverleg (ISO) sluit zich hierbij aan. ‘Het is een verademing dat deze stap eindelijk wordt gezet’, zegt woordvoerder Sam de Fockert, die nog fijntjes wijst op de tegenstelling in de termen ‘bindend’ en ‘advies’

Selecteren na de poort

Hij is het met de minister eens dat instellingen het bsa misbruiken vanwege het studierendement. De Fockert: ‘Het bsa lijkt nu vooral te worden ingezet om minder presterende studenten alsnog af te wijzen, omdat die mogelijk meer tijd nodig hebben voor hun studie. Het is daarmee een vorm van selecteren na de poort waar de studenten de dupe van zijn.’

Hij vervolgt: ‘In de praktijk betekent het bsa dat studenten met veel potentieel talent een jaar studeren in de prullenbak kunnen gooien. Hogescholen en universiteiten zouden studenten in staat moeten stellen het beste uit zichzelf te halen in plaats van ze voortijdig weg te sturen. In het optimale geval wordt er dus afscheid genomen van het bindende karakter van het bsa.’

Zelf keuzes blijven maken

De Vereniging Hogescholen (VH) neemt een neutrale houding aan. ‘Het hbo kent een grote variëteit aan instellingen en opleidingen, allemaal met hun eigen identiteit en visie op hun beroepsopleidingen. De minister verbindt het bsa nu weliswaar aan een maximum, maar binnen de speelruimte die de minister biedt, kunnen instellingen zelf hun keuzes blijven maken’, stelt VH-voorzitter Maurice Limmen in een reactie.

Ronduit negatief is de reactie bij de universiteiten. ‘Ongewenst en onverstandig’ noemt de koepel Universiteiten van Nederland (UNL) het bsa-voorstel. Voorzitter Pieter Duisenberg: ‘Het huidige bsa zorgt ervoor dat studenten met voldoende voorkennis doorstromen in hun studie. Met dit plan zullen veel studenten alsnog uitvallen, maar pas na hun tweede jaar. Dat is vervelender voor studenten en zorgt voor nog meer druk op docenten en studiebegeleiders.’

De universiteitenkoepel pleit ervoor dat instellingen in overleg met de medezeggenschap per opleiding bepalen wat de bsa-norm wordt.