HSR kritisch op de feestdagen van de HU. ‘Niet inclusief’

HU Lichtjesfestival 28 november 2014. Foto: Kees Rutten

Kerst en Hemelvaart zijn vaste vrije dagen, maar tijdens het Suikerfeest moet iedereen gewoon komen opdraven. Hoe eerlijk is dat? Níet, vinden sommige leden van de Hogeschoolraad (HSR).

Woensdag 27 november spraken het cvb en de HSR over het onderwijsrooster voor 2025-2026. Daarin staan niet alleen lesweken, maar ook vrije dagen zoals Hemelvaart, Pinksteren en natuurlijk kerst. ‘Ik ken moslimstudenten die het lastig vinden dat er toetsen zijn op het Suikerfeest of Offerfeest’, zei HSR-lid Jasper van den Brink.

Veel HSR-leden vinden het benoemen van alleen christelijke feestdagen niet meer van deze tijd. Cvb-voorzitter Wilma Scholte op Reimer toonde begrip. ‘Ik vind het ook belangrijk om er voor iedereen te zijn.’

Wettelijke vastgelegd

De meerderheid van de studenten is atheïst. Waarom staan kerst en Hemelvaart dan nog steeds in het rooster? Scholte op Reimer had er een verklaring voor: ‘Vrij op kerst en Hemelvaart is wettelijk vastgelegd, omdat dit officieel erkende feestdagen zijn.’ Ze benadrukte dat onderwijs op die dagen verboden is.

Voor islamitische feestdagen mogen instituten zelf kiezen of ze wel of geen toetsen plannen. En dat wekt verwarring, merkten meerdere raadsleden op. ‘Bij de ene opleiding ben je vrij, bij de andere niet,’ zei een van hen. De HSR wees op hogescholen zoals Windesheim en De Haagse Hogeschool, waar ze het centraal geregeld hebben.

Wanneer stopt het?’

Raadslid Peter Douma vond dat religie helemaal geen rol zou moeten spelen in het rooster. ‘Kijk naar de behoeften van studenten en regel het zonder onderscheid te maken tussen groepen’, stelde hij voor. Maar zo eenvoudig is dat niet, vond cvb-lid Gerard van Assen. ‘Wanneer stopt het? Daar puzzel ik mee. Hoe bepaal je welke feestdagen in het rooster moeten komen?’

Volgens HSR-lid Maarten Born was de oplossing simpel: ‘Vraag naar welke feestdagen breed gedragen worden.’ Daar voegde collega Sil de Nijs aan toe: ‘Als je niet kiest, kies je eigenlijk voor de christelijke feestdagen. Of je benoemt álle feestdagen, of je houdt het neutraal.’

Volgens het CBS is meer dan de helft (55 procent) van de Nederlanders van 15 jaar of ouder niet gelovig. In 2020 rekende 20 procent van de Nederlanders zich tot de katholieke kerk, 14 procent was protestants, 5 procent moslim en 5 procent behoorde tot een andere religieuze groep.

Discussie speelt al langer

Deze discussie is niet nieuw. In 2022 stelde de HSR voor om studenten vrij te geven op het Suikerfeest. Het cvb besloot dat niet te doen en voormalig cvb-lid Tineke Zweed zei destijds: ‘De HU maakt zich sterk voor inclusie en diversiteit. Maar we houden ons aan de wettelijke feestdagen.’

Ook andere hogescholen worstelen met dit vraagstuk. Bij de Hogeschool van Amsterdam vroeg de medezeggenschapsraad of het bestuur rekening wilde houden met feestdagen van andere religies dan het christendom. Het bestuur kwam met de belofte dat ze daarover in gesprek zouden gaan met studenten en medewerkers.

Het hoger onderwijs en islamitische feestdagen

Uit de Nationale Moslimstudenten Enquête 2023 blijkt dat het hoger onderwijs vrijwel geen rekening houdt met islamitische feestdagen. Moslimstudenten gaan vaak niet naar de les tijdens een feestdag. Dat is meestal geen probleem, want aanwezigheid is zelden verplicht. Maar als een toets gepland staat wordt het lastiger. De HSR stelde daarom voor om aan de HU daarvoor extra herkansingen te bieden.

De wet geeft hogescholen de gelegenheid om vrij te geven op andere religieuze feestdagen. Op voorwaarde dat die vrije dagen gelden voor álle studenten, niet alleen voor een specifieke groep.

Het cvb heeft gezegd de opmerkingen van de HSR in overweging te nemen. Uiteindelijk zal de HSR sowieso moeten instemmen met het onderwijsrooster.