Achtergrond

HU achter de schermen – deel 2







Natuurlijk
bestaan er geen onnozele vragen, maar vragen naar de mediatheek in de faculteit
Natuur en Techniek (FNT) is er eigenlijk wel een. Dat is ongeveer hetzelfde als
op Utrecht Centraal vragen naar winkelcentrum Hoog Catharijne. ‘Je stáát er
al.’ wijst de receptioniste bij de hoofdingang van Nijenoord. Dat klopt; sinds
de opening, anderhalf jaar geleden is de begane grond één en al
mediatheek. 


Volgens de plattegrond vind je op De
Vloer, zoals de begane grond bij de FNT officieel heet, niet alleen
de mediatheek, maar ook een coffeecorner, stilteruimtes en het lab. Verder
kun je terecht bij de ict-balie en zijn er verschillende collegeruimtes. Deze
mediatheek geldt als de modernste van de HU.

De collectie in de FNT beslaat zo’n 15000
boeken. Verder kunnen studenten via de uitleenbalie ook gratis materiaal uit
andere faculteitsbibliotheken bestellen. Voor € 3,- is het mogelijk om een boek
uit een mediatheek elders in het land te laten bezorgen.

 

Een breed gangpad leidt je langs de verschillende
afdelingen, onderverdeeld met kleuren rood, oranje, zilver en blauw. Ieder
stuk representeert een bepaalde tak in de techniek. Brede leestafels
worden afgewisseld met comfortabele banken en opgeleukt met sfeerlichten. Er
hangen plasmaschermen waar studenten met koptelefoon ongestoord kunnen zappen
tussen educatiedvd’s, maar ook gewone kabeltv (volgens de
folder: multimediahoek). 

Deze opzet roept onvermijdelijk een soort
IKEA-gevoel op. Iedere vierkante meter ademt een mix van degelijkheid,
functionaliteit én knusheid. De banken bijvoorbeeld, zien er uit als
comfortabele plofexemplaren, maar zijn toch niet zó comfortabel dat de brakke
student hier zijn middagdutje op kan doen. Rechts achterin zijn glazen
geluidsdichte overlegruimtes (volgens folder: collegezalen) en voorin drink je
koffie in de kantine (volgens folder: coffeecorner).

 

De uitleenbalie is een bagelvormig
computereilandje met in het midden twee medewerkers. Vandaag zitten Miriam en
Freek op de post. Hier komen de hele dag mensen voorbij gesjokt. Soms wordt er
vriendelijk gegroet, maar de meeste studenten en docenten lopen zonder op te
kijken langs. ‘Het lijkt soms alsof ik op een terras mensen zit te kijken’,
zegt Miriam. Mensen kijken 2.0. Want, met behulp van bewakingscamera’s ziet ze
niet alleen de voorbijgangers, maar ook de hoek achterin, het trappenhuis en de
receptie.

Ondertussen neemt Miriam boeken in, leent ze
boeken uit en int ze boetes. ‘De meeste vaste klanten zijn docenten, die ken ik
wel van gezicht. De studenten onthoud ik meestal niet.’

 

Miriam werkt drie jaar op de faculteit en
studeert fysiotherapie. Ze vindt het een ideaal bijbaantje. Op rustige dagen,
zoals nu in de studieweek, kan ze tussendoor zelf studeren. Collega Freek,
werkt al dertig jaar tussen de boeken. Eerst in de bibliotheek in Rotterdam,
daarna bij de TU Delft. Daar was hij jarenlang verantwoordelijk voor de antieke
collectie. Toen hij vier jaar geleden met vervroegd pensioen ging begon het te
kriebelen. Bij de FNT kon hij deeltijd aan de slag.

Vandaag werkt hij de catalogus bij. In dit
geval een stapel woordenboeken. Het is een precies werkje; een tikfout of
verkeerde code of steekwoord en het boek is niet alleen onvindbaar in de FNT,
maar ook voor de rest van de faculteiten. ‘Het is dus belangrijk dat je dubbel
checkt.’ Als dat allemaal in orde is, wordt het boek met een sticker gecodeerd,
gescand en op de stapel gegooid.

 

Vervolgens komt Ali ze ophalen. Hij is
verantwoordelijk voor het wegzetten van de lectuur. Hij maakt iedere dag een
rondje en controleert maandelijks de hele collectie. Wanneer hij de stapel
woordenboeken op zijn kar komt zetten, vertelt hij dat hij een vermist boek
heeft terug gevonden. Die stond achter een rij boeken.

Freek legt uit dat dit vaak gebeurt bij
inkijkexemplaren, die lenen we niet uit omdat ze bijvoorbeeld te kostbaar zijn.
Soms hebben studenten deze vakliteratuur wel een paar dagen nodig en zetten ze
het boek op een andere afdeling omdat ze bijvoorbeeld niet willen dat andere
mensen het in de tussentijd gebruiken. Freek: ‘En zo zijn we bepaalde boeken
ineens maanden kwijt, tot Ali ze opspeurt.’

De medewerkers van de mediatheek vormen een
solide team. De meesten werken er drie jaar of langer. In totaal werken er
dertien mensen aan deze balie, vier per dag. Een ochtenddienst, een
tussendienst en een avonddienst en iemand die de boeken weg zet. Daarnaast
wordt het team aangevuld met vier informatiespecialisten. Zij werken in
kantoren achter de ruimte en zijn verantwoordelijk voor de collectie en helpen
studenten en medewerkers met de research als de baliemedewerkers vast komen te
zitten.

 

Roosmarijn is een van die
informatiedeskundigen. Ze zit in het kantoor net achter de balie in de gang van
de stilteruimtes. Hier houdt ze de laatste ontwikkelingen op het gebied van
techniek in de gaten. Daarnaast onderhoudt ze contact met docenten en geeft ze
af en toe les in research. Ze merkt dat de meeste studenten, sinds de komst van
Google, wat luier in het zoeken zijn geworden. ‘Ze nemen Google voor waar aan,
maar dat is een misvatting. Google filtert niet op waarheid, maar
inventariseert alleen steekwoorden. Als je echt onderzoek wilt doen, moet je
zoeken in databases’, adviseert zij. 

Het valt haar op dat studenten vaak niet weten
waar ze moeten beginnen. ‘Als ze bijvoorbeeld, ik noem maar wat, een eiersorteermachine
moeten maken, zou je dus eerst moeten zoeken in het juiste record (technische
term voor data, een soort ingrediëntenlijst, red.) en naar
materiaaleigenschappen. Dit vind je niet zo een twee drie op het net, maar wel in
de databanken via onze mediatheek’, legt ze uit. ‘Kijk, je weet niet wat je
niet weet. Ik zoek het niet voor je uit, maar help je wel de goede
richting op.’ Dat kan een hele hoop kostbare tijd schelen. 

 

 Door haar open karakter is de mediatheek
geen stoffige studeerfabriek, maar eerder een toegankelijke werkplek waar
je tussendoor even kunt overleggen of vakliteratuur verslindt. Bij de meeste
mediatheken mag er absoluut niet hardop gepraat worden, op de FNT kan dit wel. Dat
heeft zo zijn voordelen, groepjes kunnen makkelijker overleggen. Maar het heeft
ook zijn nadelen. Volgens Freek was het op de oude locatie een stuk rustiger.
Hij zegt dat ‘ie soms wel eens terug verlangt naar de ruimte met plafondhoge
boekenkasten, de rechte balie, de stilte van concentratie, het piepende wiel
van het terugzetkarretje. ‘Het is lastig te concentreren met die rumoer.’ De
regels worden minder streng nageleefd. Op de stoelen en banken werd gewoon
gegeten en gedronken. ‘Daar kunnen we niet aan beginnen. Kijk maar eens in de
kantine, mensen ruimen hun spullen niet achter zich op.’

 

Dus hebben ze bordjes neergezet op de tafels
met duidelijke niet eettekens. Een paar keer per dag lopen Freek en Miriam
langs te tafel om te kijken of studenten bijvoorbeeld niet te hard praten of te
controleren of ze aan het eten of drinken zijn. Dat is voor student Miriam een
lastigere klus dan voor Freek. ‘Laatst nog vroeg ik een student of hij zijn
waterflesje weg wilde doen. Kijk, ik vind dat ook vervelende om te zeggen, maar
het mag gewoon niet. Als je wilt drinken kan dat bijna overal, maar hier niet.
Nou, die jongen werd dus boos. En toen vroeg ik om zijn collegekaart, die wilde
hij niet geven. Ik Freek erbij gehaald, die heeft het gesust, maar dat was wel
echt vervelend hoor.’

 

Wanneer iemand zich misdraagt in de mediatheek
kan die op een zwarte lijst komen. Dat betekent dat er niet meer wordt
uitgeleend. Mensen met de hoge boetes komen hier ook op. De hoogste boete is
momenteel € 30, -. ‘Maar samen met het vervangen van boeken kan hij kan oplopen
tot € 250,-‘ weet Freek.

Hij geeft toe dat je dan wel jarenlang vijf
biebboeken thuis moet laten, want de boete is ‘slechts’ tien cent per dag.
Daarvan worden de weekenden en schoolvakanties niet meegerekend. Of ze dit wel
eens hebben meegemaakt?? ‘Nee, eigenlijk niet.’ ‘Wel een moeder die een stapel
boeken van haar zoon kwam terugbrengen. Ze had zijn kamer opgeruimd’,
herinnert Miriam zich. De boetes worden nooit kwijtgescholden, al knijpen
ze bij schrijnende gevallen, zoals langdurig zieken, wel eens een oogje
dicht. 

En hoelang die zwarte lijst precies is?
Volgens Freek en Miriam staan er niet veel namen op. De studenten en
medewerkers van de FNT zijn best aardig en netjes. ‘Er is ook geen reden om hier
vijanden te maken. We zijn er vooral om ze op weg te helpen’, vindt Freek.