Nieuws

HU krijgt positief advies over instellingstoets, kritiek op kwaliteitsafspraken

Panelvoorzitter Pim Breebaart aan het woord / foto: Merijn Harms

Het panel van deskundigen dat de HU doorlichtte, is positief over de kwaliteitszorg en onderwijsvisie van de HU. Er komt een positief advies voor de Instellingstoets Kwaliteitszorg Onderwijs (ITK). Wel heeft de commissie kritiek op de manier waarop extra docenten worden ingezet, een van de kwaliteitsafspraken die de hogeschool met de minister wil maken.

De HU heeft de Instellingstoets aangevraagd bij de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO). Als de hogeschool dit keurmerk krijgt, dan kunnen de opleidingen volstaan met een beperkte keuring. Dat scheelt veel tijd en rompslomp. In 2014 keurde de NVAO – na een aanvankelijk voorbehoud – de eerste Instellingstoets van de HU goed.

Besluit in april

De leden van het panel spraken de afgelopen maanden met onder meer studenten, medewerkers, bestuurders en medezeggenschappers. Ook bestudeerden zij verschillende beleidsplannen en een zelfevaluatie. Een ‘uitstekend stuk’, noemde panelvoorzitter Pim Breebaart die evaluatie. Dat gebeurde woensdagmiddag 12 december in een volle theaterzaal aan de Padualaan 99. Breebaart gaf daar een eerste terugkoppeling. Die komen in een advies, waarna de NVAO naar verwachting in april volgend jaar een besluit neemt.

Vier standaarden

De HU voldoet aan alle vier de standaarden, zoals de criteria van de Instellingstoets heten. De bevindingen van het panel op een rij:

  • De onderwijsvisie van de HU (met onder meer flexibel onderwijs) is breed gedragen en komt in alle gesprekken met betrokkenen terug. Het tempo in invoering van de visie verschilt per opleiding en dat is bij grote organisaties logisch.
  • De betrokkenheid en motivatie bij de uitvoering van onderwijsvernieuwing is groot. De balans tussen ambities en haalbaarheid is bespreekbaar en dat is goed. Wel is de uitval van studenten in met name het eerste jaar te hoog. Daar moet de hogeschool iets aan doen, zei de voorzitter. Ook moet er meer aandacht komen voor de ‘kleine kwaliteit’, zoals roostering.
  • Hij was vol lof over de monitoring van het onderwijs door bijvoorbeeld de evaluaties na cursussen. ‘Dat is uitermate goed georganiseerd en studenten merken dat de uitkomsten serieus worden genomen’, zei Breebaart. Aandachtspunt is hier dat onduidelijk is wanneer de opleidingen zelf tevreden zijn. Daar kreeg hij geen duidelijk antwoord op.
  • Over de verbeteringen die de HU invoert, zei hij: hou vast aan de ingevoerde instituten en werk de invoering van de onderwijsvisie en flexibele deeltijd verder uit. Maar ook: zoek uit waarom studenten in de Nationale Studentenquête ontevreden zijn. ‘Dat zou over twee jaar beter moeten zijn.’ Verder pleitte hij ervoor om gepersonaliseerd leren niet ook meteen in de voltijd-opleidingen in te voeren. Nu draaien sommige deeltijdopleidingen, op proef met deze manier van leren. Breebaart: ‘Niet iedere student is geëquipeerd om zelf de regie over de studie te nemen.’

Kwaliteitsafspraken

Minder positief was het panel over de zogenaamde kwaliteitsafspraken. Dit zijn voorstellen die de HU doet om het onderwijs te verbeteren met het geld dat de hogeschool extra krijgt vanwege de afschaffing van de basisbeurs. De komende jaren wil de hogeschool tientallen miljoenen investeren in de aanstelling van extra docenten. Daarnaast komen er financiële injecties voor gemeenschapsvorming bij studenten en de invoering van de digitale leeromgeving. De Hogeschoolraad heeft deze plannen goedgekeurd.

De plannen voor gemeenschapsvorming en digitale leeromgeving kregen de goedkeuring van het panel. Maar dat geldt niet voor de manier waarop de extra investeringen voor docenten plaatsvindt. De commissie mist daarbij een expliciete uitleg: waarom wordt het onderwijs hierdoor beter? Ander pijnpunt is dat de zeggenschap bij de instituten ligt en dat hierover nog geen besluiten zijn genomen door de instituutsraden. Derde kritiekpunt is dat er nog geen uitgewerkte plannen zijn om de effecten te monitoren. ‘Een typisch voorbeeld van te snel willen’, zei Breebaart. ‘Jullie kunnen het, maar neem de tijd ervoor.’

Verder uitwerken

In een eerste reactie zei collegevoorzitter Jan Bogerd dat de hogeschool inderdaad snelheid maakt met de kwaliteitsafspraken zodat de middelen volgend jaar al ingezet kunnen worden. ‘Het is tenslotte geld van de studenten zelf.’ Het college zal de kwaliteitsafspraken verder uitwerken en opnieuw voorleggen aan de NVAO.

Lees ook: Zes vragen over de instellingstoets.