Achtergrond

Iedereen een ster

Slechts 2 procent van de HU-studenten doet mee aan het excellentieprogramma. Maar dat aantal zal fors groeien, zo is de verwachting. Want de zesjescultuur is voorbij, het is tijd om je te onderscheiden. Al staat nog niet iedereen te juichen. 

Linda van Wilpen, student logistiek & economie, haalde tijdens haar tweedejaarsstage sterren voor gedrevenheid en vakmanschap. Als broekie van 19 kreeg ze het voor elkaar om in het stagebedrijf zogenaamde Kritieke prestatie-indicatoren (KPI’s) in te voeren; een managementinstrument dat de prestaties van een bedrijf analyseert. ‘Daar was veel weerstand tegen, want werknemers hadden in eerste instantie het idee dat ze in de gaten werden gehouden’, zegt ze. Gniffelend: ‘Maar het is me wel gelukt.’ Nu wil ze alle vijf sterren bemachtigen.
 
Die sterren zijn de bekroning van excellentieprogramma’s aan de HU, die door alle HU-studenten gevolgd kunnen worden. Maximaal vijf sterren zijn er binnen te slepen: voor vakmanschap, innovatie, internationale oriëntatie, gedrevenheid en leiderschap. Wie ze alle vijf binnenhaalt krijgt bij het diploma het predicaat Excellentie. Dat staat goed op het cv en daardoor weet een toekomstige werkgever dat hij een bovengemiddelde student binnenhaalt. Misschien wel een Linda van Wilpen.
 
UNIVERSITEIT
Dat klinkt heel mooi. Toch klinkt er ook kritiek op alle aandacht voor de excellente trajecten. Zo zouden studenten die willen excelleren maar naar de universiteit moeten gaan. Maar daar is de ambitieuze studente het helemaal niet mee eens. ‘Uiteindelijk wil ik een master halen aan de universiteit’, vertelt ze. ‘Maar ik heb heel bewust voor deze hbo-opleiding gekozen. We doen veel praktijkervaring op omdat we gedurende de hele studie drie dagen per week stage lopen. Van die praktische kant heb ik tijdens de stage elke dag profijt. Een universitaire opleiding is theoretischer.’
Het staat voor haar vast dat studenten met een honourstraject bij het solliciteren een streepje voor hebben. ‘Ik merk nu al dat het helpt’, zegt ze. ‘De stageplek in het derde jaar ging op het laatste moment niet door waardoor ik last minute iets anders moest zoeken. Dat is gelukt. En dan maakt het dus een verschil dat ik die sterren voor gedrevenheid en vakmanschap heb gehaald. Ik zie het momenteel als mijn unique selling point.’ 
 
STUDIEVERENIGING
De excellentieprogramma’s kunnen behoorlijk variëren, in inhoud en structuur. Zo kun je excelleren in reguliere studieonderdelen die zijn verzwaard of die extra verdieping bieden. Studenten doen dan bijvoorbeeld onderzoek of studeren een periode in het buitenland. Verder bestaan er speciaal ontworpen trajecten, waarbij een meer gecompliceerd project wordt uitgevoerd. 
Ook is een ster te bemachtigen door deze aan te vragen voor een eigen initiatief, zoals actief zijn binnen de medezeggenschap of in het bestuur van een studievereniging. Dat initiatief moet wel een link hebben met de opleiding. Alle vijf de sterren zijn te behalen met het meerjarig honoursprogramma bij meerdere faculteiten – dat bovenop het reguliere onderwijs wordt gevolgd. 
 
BOVEN HET MAAIVELD
Waar komt die aandacht voor excellentie vandaan? Volgens Suzanne Unck, projectleider HU Honours is het deels een inhaalrace: ‘Er is altijd veel aandacht geweest voor de achterblijvers en uitvallers en er zijn relatief veel middelen ingezet om studenten te helpen die het anders niet redden. We zijn vergeten om mensen te faciliteren die juist meer uit zichzelf en de studie willen halen.’ 
Ook het adagium ‘doe maar gewoon, dan doe je gek genoeg’ lijkt zijn langste tijd gehad te hebben, net als de beruchte ‘zesjescultuur’. Unck: ‘Voorheen was het not done om boven het maaiveld uit te steken, maar tegenwoordig wordt het aangemoedigd dat je jezelf profileert.’ 
Ook trekt het ministerie van OCW sinds een aantal jaren miljoenen uit voor het stimuleren van excellentie in het hoger onderwijs middels het Siriusprogramma. Volgend jaar stopt die subsidie en moeten de instellingen op eigen kracht verder. Dan treedt een ander mechanisme in werking. Een aantal universiteiten en hogescholen, waaronder de HU, heeft met de minister prestatieafspraken gemaakt over het percentage excellerende bachelorstudenten in voltijd. Dat moet eind 2015 zijn opgelopen van de huidige twee procent naar zes procent. Dat zijn ruim 2000 studenten. Lukt dat niet, dan krijgt de HU een korting op de rijksbijdrage te verwerken.
Unck verwacht dat deze doelstelling wordt gehaald. ‘De afgelopen jaren zijn we bezig geweest met een cultuuromslag. Ook voor deze groep gemotiveerde studenten moet onderwijsaanbod worden ontwikkeld. Dat is het afgelopen jaar veel gebeurd en nu begint het te lopen.’
 
MEER COLLEGEGELD
Inmiddels gaan er in de politiek stemmen op om deelnemers aan honoursprogramma’s meer collegegeld te laten betalen. Maar minister Bussemaker is daar niet al te happig op. Want de animo voor excellente trajecten loopt nog niet over en hoger collegegeld werkt alleen maar contraproductief. Toch mag een beperkt aantal opleidingen hiermee experimenteren, met een maximum van twee keer het huidige collegegeld.
Daarop schreef Piet Bakker, lector Massamedia en Digitalisering aan de HU, een ingezonden brief naar NRC Handelsblad. ‘Het excellentieonderwijs is met deze maatregel uit de bocht gevlogen’, meent de lector. Er wordt geld onttrokken aan het reguliere onderwijs dat aan kwaliteit inboet en bovendien worden de excellentietrajecten vooral bereikbaar voor diegenen die het kunnen betalen. Hij bepleit dat alle middelen worden ingezet voor het reguliere onderwijs wat ‘intensief en uitdagend onderwijs voor iedereen’ moet gaan bieden. 
 
Dat is ook het streven van projecleider Unck, zegt ze. ‘Ik hoop dat het honoursprogramma een spin-off krijgt bij het reguliere onderwijs. Eigenlijk is mijn doel om het thema excellentie overbodig te maken. Want als het onderwijs zo is ingericht dat iedere student optimaal kan presteren, dan heb je al die aparte hokjes niet meer nodig.’