Yara (20) studeert Journalistiek aan de HU (en studeert nu in Australië). Ze schrijft columns voor Trajectum.
Een vervaagd beeld van mijn ouders bevriest op mijn scherm. Contact houden met thuis blijft lastig. Het grote tijdsverschil en drukke schema’s zijn de boosdoeners.
Ik ben precies de helft van mijn beide ouders. Haar blonde haren, zijn neus. Maar ook haar drang om alles goed te doen en zijn innerlijke controlfreak. Nu kan ik iedereen die zich hierin herkent alvast waarschuwen: op exchange is die combinatie pittig.
Ik heb het namelijk niet allemaal in de hand. Niet wat hier gebeurt, maar vooral niet hoe het er thuis voorstaat. Iedereens leven draait door, en ik kan alleen toekijken. Zo kan ik niet nagaan hoe het met mijn moeder gaat, niet helpen met een soepel verloop van de feestdagen, en niet kibbelen met vrienden. Alles is via haperende Facetime gesprekken immers minder gemakkelijk.
Vóór mijn vertrek zeiden veel mensen: ‘Joh, wanneer je terugkomt zal hier niks veranderd zijn.’ Ergens geloof ik dat. Maar de controlfreak in mij weet het liever zeker. Eerst zien, dan geloven. Deze week verlang ik voor het eerst echt naar thuis. Right on time, want ik vlieg bijna terug.
Het is moeilijk uit te leggen zonder ondankbaar te klinken. Want het is geweldig hier. Maar het voelt alsof ik op de reservebank zit. Dat is aan het begin heel lekker, ik kon even uitrusten. Maar op een begeven moment wil je wel weer het veld op. Het team helpen en controle hebben over de uitslag.
Voordat ik wegging was ik aan het daten, had een studentenkamer en veel gezellig mensen om me heen. Mijn team stond duidelijk voor. Hopelijk is nog steeds zo wanneer ik terug ben. En anders weet mijn innerlijke controlfreak er wel raad mee.