Nieuws

Iets meer aanmeldingen na de leenstelseldip

Vorig studiejaar kwamen er veel minder eerstejaars naar het hoger onderwijs, maar het herstel lijkt ingezet. Waarschijnlijk mogen hogescholen en universiteiten nu iets meer nieuwe studenten verwelkomen.

Door Bas Belleman

De hogescholen hadden half augustus 3,7 procent meer aanmeldingen voor hun opleidingen dan vorig jaar om deze tijd. Bij de universiteiten stond de teller begin augustus negen procent in de plus.

Misschien maakt dit het verlies van vorig jaar enigszins goed. De hogescholen zagen de instroom toen met ruim acht procent dalen. De universiteiten trokken vijf procent minder vwo’ers, maar vingen dit goeddeels op met extra buitenlandse studenten.

Basisbeurs
De daling had veel te maken met het afschaffen van de basisbeurs in 2015. In de jaren daarvoor wilden veel jongeren die basisbeurs graag meepikken en gingen ze meteen na hun eindexamen studeren. Ze namen minder vaak een ‘tussenjaar’ en zorgden toen voor een ‘boeggolf’ van eerstejaars.

Critici vrezen dat ook de komende jaren minder jongeren de sprong naar het hoger onderwijs zullen wagen als ze geen basisbeurs meer krijgen: studeren is immers duizenden euro’s duurder is geworden. Maar voorstanders verwachten dat de effecten hooguit tijdelijk zijn, want dankzij gunstige studieleningen blijft het hoger onderwijs toegankelijk.

Het politieke rumoer laaide dit voorjaar op toen bleek dat vooral gehandicapten en jongeren met laagopgeleide ouders minder naar het hoger onderwijs gingen. Het is nog onbekend of dat dit jaar anders is.

Grove indicatie
Aanmeldingen zijn nog geen echte inschrijvingen: pakweg één op de drie aanmelders komt uiteindelijk niet opdagen of gaat pas in een later jaar studeren.  De inschrijvingen geven hooguit een grove indicatie van het aantal nieuwe studenten.

Sterker nog, vorig jaar leken de voortekenen gunstig en kreeg het hoger onderwijs best veel aanmeldingen binnen. Ondanks het verdwijnen van de basisbeurs zouden universiteiten en hogescholen misschien iets meer eerstejaars mogen verwelkomen, was de verwachting. Toch kregen ze uiteindelijk een verlies te verwerken.

Bij de universiteiten zorgen vooral de buitenlandse studenten voor een vertekening van het plaatje: het is minder goed te voorspellen of ze werkelijk aan de start verschijnen. In mei was het aantal Nederlandse aanmeldingen met zes procent toegenomen, terwijl het aantal buitenlandse aanmeldingen de pan uit rees met 28 procent groei. In de jongste cijfers is dat onderscheid niet gemaakt.

Archiefoto: Utrechtse introductie UIT