In onze serie (on)bekende gezichten aan de HU: Hetty Zwollo, is zeven jaar werkzaam bij de HU als communicatieadviseur . Ze praat met Trajectum over duurzaamheid, Zutphen en haar grote liefde.
Hoe kwam u bij de HU terecht?
‘Ze zochten iemand voor de communicatie van het herhuisvestingsprogramma. De HU wilde verhuizen en de gebouwen zouden ingrijpend worden veranderd. Ik had al ervaring met wijkvernieuwingsprojecten. Ik ben strategisch communicatieadviseur. Dat betekent dat je in de communicatiestrategie altijd aangeeft hoe de activiteit past bij de missie en de visie. Bij wijkvernieuwingen is dat natuurlijk cruciaal. De mensen raken hun huis kwijt, moeten noodgedwongen verhuizen of zien hun flatgebouw in puin verdwijnen. Ingrijpende zaken, waarbij je de mensen wel wat moet kunnen uitleggen.’
Hoe heeft u het huisvestingsproject van de HU ervaren?
‘De HU wilde verhuizen naar De Uithof en het flexwerken introduceren. Het was een intensief traject van zes jaar. Ik had de interne kanalen (HU ontwikkelt etc.) om uit te leggen waarom dat nodig was, maar heb ook aanvullende middelen ontwikkeld. Mijn taak is om het beleid te doorgronden en me af te vragen waarom ervoor is gekozen en wat de logica ervan is.’
Dat klinkt als een harmonische rol. Bent u het nooit oneens met het beleid?
‘Het gaat niet om wat ik vind. Ik wil me inleven in het beleid om te begrijpen welke keuzes er gemaakt zijn. Pas dan kan ik het goed overbrengen aan anderen. Dat is de ‘zachte kant’ van mijn werk. De ‘harde kant’ is de communicatie over de praktische organisatie: de boel moet ontruimd, de spullen worden verhuisd, iedereen moet weten waar ze moeten zijn.’
Er is best veel kritiek op dat flexwerken. Men vindt het ongezellig en lawaaiig. Wat vindt u?
‘Het flexwerken was een oplossing voor het feit dat we een deel van onze 150.000 vierkante meter onbenut lieten. In het begin was het inderdaad voor veel collega’s wennen. Maar nu begint men de voordelen te zien: je ontmoet nieuwe collega’s, je hebt eens een ander gesprek en je kunt je ruimte aanpassen aan je activiteit. Het geld dat we eerder in vierkante meters stopten, besteden we nu aan onderwijs.’
U zucht. Heeft u het hier al te vaak over gehad?
(Lacht) ‘Ik heb het liever over onze ambities voor 2026.’
Wat is uw ambitie voor 2026?
‘De 17 ontwikkelingsdoelen van de Verenigde Naties streven wij ook na. Daarvoor komt het programmateam duurzaamheid elke twee weken samen. We willen de doelen inbedden in het onderwijs, de kenniscentra, de studentprojecten enzovoorts. Wij zetten zelf niks op, maar we laten zien waar onze collega’s al met die doelen bezig zijn. Door het te tonen, hopen we dat meer mensen enthousiast worden en zich ermee bezig gaan houden. Begin volgend jaar richten we daarvoor het duurzaamheidsplein boven de foodcourt verder in.’
De HU kan goed lullen, klinkt het vaak. Vindt u dat ook?
‘De HU kan ook hard werken. Er gebeurt veel op gebied van duurzaamheid. Een voorbeeldje is de koffiedrab. Die wordt opgevangen en daar wordt zeep van gemaakt. Dat laten we zien. Tijdens de duurzaamheidsdag vorige maand kon je zestig projecten zien van studenten en alumni die bezig zijn voor een betere planeet. Ik ben blij dat ik me daarmee bezig kan houden want het gaat me aan het hart. Dat jongeren demonstreren voor een beter klimaat vind ik uitstekend.’
Omwille van die duurzaamheid gaan we nu ook betalen voor het parkeren. Hoe is dat voor u?
‘Dat is een harde dobber, ook voor mij. Maar het kan niet anders. Het stroomt hier vol met auto’s, straks met het personeel van het RIVM erbij al helemáál. Dan wordt het USP onbereikbaar. We moeten andere keuzes gaan maken, ook voor onze gezondheid.’
Wat vond u van de uitslag van de Keuzegids?
‘Dat is niet mijn dossier. Maar het stimuleert me om me te richten op wat we goed doen. Wat ik mooi vind aan de HU, is dat we ons niet zo richten op de cijfers, maar op de mensen.’
Wat doet u als u niet werkt?
‘Ik rij motor en wandel met de honden. Ik woon met mijn partner in het oosten. In de Randstad kunnen we elkaar zo gek maken met van alles. Je moet hebben wat je buurman heeft, bezittingen, festivals, status, de hele rataplan. Hier in Zutphen zijn ze maatschappelijk betrokken, relaxed. Maar goed, als je jong bent, wil je de reuring van de stad, dat snap ik wel.’
Wat was voor u een hoogtepunt in uw leven?
‘Mijn huidige partner ontmoeten. Dat was een groot geschenk na een moeilijke periode. Ze is intellectueel, heeft het hart op de goede plaats en ik kan goed met haar praten. Bovendien delen we dezelfde idealen en interesses in het vakgebied.’
Uw LinkedIn profiel bevat een paar foutjes, lijkt snel geschreven. Zegt dat iets over u?
‘Haha, daar was ik me niet van bewust. Ik zal er naar kijken, het zijn waarschijnlijk typefoutjes. Het gaat me om de grote lijnen, om de acties, om de inhoud. Ik ben ook geen zeepkistfiguur, het moet niet om mij gaan. Misschien is dat omdat ik gelovig ben, ik wil graag betekenis hebben voor mijn naasten, voor de schepping. Iets achterlaten voor de volgende generatie.’
Waarom zijn de beleidsteksten van de HU zo lang?
‘Ik vind dat ook moeilijk. Je wil dingen benoemen, maar je moet ook voorzichtig zijn met gevoelens van anderen. Ik merk nu dat ik ook omzichtig ga praten, haha. Ik kan kort door de bocht zijn, dan wil ik gewoon zeggen wat we gaan doen en klaar. Maar daar struikelen anderen terecht weleens over. Als je met iedereen rekening wil houden moet je de inhoud in een bredere context plaatsen en dan krijg je vanzelf “wollige” rapporten.’
Wat had u ook wel willen doen?
‘Ik kom van het grafisch lyceum. Typografie is een mooi ambacht dat me nog steeds trekt. Maar als ik terugkijk, had ik niets anders willen doen. Op mijn veertigste ben ik zo ziek geweest dat ik opnieuw moest leren mijn leven in te richten. Ik had bijvoorbeeld moeite met de gewone dingen zoals praten, schrijven en lopen. Dat zijn een paar zware jaren geweest. Ik verheug me erop om nog lang door te werken, na mijn 67ste misschien in een ander tempo. Mijn droom is dat mijn leven zo mag blijven als nu. Ik ben intens tevreden.’