Student uit buitenland

‘Jullie verjaardagen in een kringetje vind ik raar!’

Sophie. Kees Rutten

Op de Hogeschool Utrecht studeren honderden uitwisselingsstudenten, vaak in complete afzondering van hun Nederlandse studiegenoten. Ze komen van heinde en verre, maar wie zijn ze eigenlijk? Om daar achter te komen spreken we dit keer: Sofie Märcher uit Denemarken.

Sofie is een van de gelukkigen die in de studentenflat Johanna mocht wonen. ‘Ik loop zo vijf minuten van tevoren naar mijn lessen’, vertelt ze trots. Het is zaterdagmiddag, haar woning is volledig uitgestorven en oogt vrij netjes. ‘Dat is zeker niet altijd zo. Mijn kamergenoten lieten de boel in een vreselijke staat achter, die zitten nu allemaal gezellig in Gent. Ik heb het net helemaal schoongemaakt’. Sofie is graag op zichzelf, dus ging niet mee. ‘Nu kan ik eindelijk een keer op tijd naar bed.’

Nederland was niet haar eerste keuze. ‘Ik wilde in eerste instantie op uitwisseling naar Zuid-Korea. Maar aangezien ik toen niet zo lekker in mijn vel zat koos ik voor een land dichterbij huis. Ik twijfelde tussen Utrecht en Dublin, omdat de minors die ze aanboden me het meest interessant leken en Engelstalig waren. In Spanje worden de meeste cursussen in het Spaans gegeven, dus die bestemming viel al snel af.’ Ze koos uiteindelijk voor Utrecht. Dat leek haar een kleine en gezellige studentenstad, net zoals Århus. ‘Ik verwachtte dat ik me hier thuis zou voelen en de cultuurshock niet al te groot zou zijn.’

Sophie Märcher. Foto: Kees Rutten

Cultuurshock

Net als in Denemarken volgt Sofie hier lessen in journalistiek. ‘Ik wist niet wat ik wilde studeren en na drie tussenjaren had ik nog steeds geen idee. Verpleegkunde, biologie of een opleiding tot kleuterjuf, het leek me allemaal wel aardig. Naar de universiteit wilde ik niet, omdat ik graag in groepsverband werk, en daar werk je vaak zelfstandig.’ Toen kwam op een dag haar buurman op bezoek en ried haar aan journalistiek te studeren. ‘Het leek me meteen interessant. Ik hou van reizen en ik zag al voor me hoe ik als correspondent in een busje door Europa reisde. Ik zag dat je bij journalistiek stage mocht lopen en op uitwisseling kon gaan, dus uiteindelijk hakte ik de knoop door en nu ben ik hier.’

Uit het raam is een grote bouwput zichtbaar. ‘Gelukkig heb ik er niet veel last van. Meestal beginnen ze rond zeven uur ‘s ochtends, zelfs in het weekend, maar dan ben ik al wakker.’ Ondertussen zet Sofie thee. Het duurt tot halverwege het interview voordat het kookt. ‘De kookplaat heeft ook zijn beste tijd gehad.’ Toch mag ze van geluk spreken dat ze een kamer wist te bemachtigen. ‘De toelating ging volgens het principe van wie het eerst komt, die het eerst maalt. Om klokslag negen uur zat ik aan mijn laptop gekluisterd, midden in een les. De helft was al weg, maar het lukte me!’ Århus is een heel ander verhaal. ‘Daar staat de helft van mijn studentencomplex leeg. Sommigen studeren geeneens meer, maar ze mogen toch blijven omdat ze de leegstaande kamers moeten vullen’.

Het walhalla voor veganisten

Nederland heeft ook positieve kanten. ‘Mijn lessen hier zijn veel creatiever. Het eerste jaar van mijn studie journalistiek in Denemarken heeft mijn vindingrijkheid volledig doen verdwijnen. Ze vertelden tot in de details wat we moesten doen. Hier bieden ze veel meer vrijheid. Ik barst van de ideeën.’ Een van de opdrachten was bijvoorbeeld om een ondernemer te interviewen. ‘Ik interviewde toen de oprichter van Taste Before You Waste, dat is een organisatie die veganistisch kookt van producten die supermarkten hebben weggegooid. Een heel mooi streven!’

Sophie in haar kamer. Foto: Kees Rutten

Nederland heeft meer voordelen. ‘De supermarkten hebben hier veel meer veganistische alternatieven dan in Denemarken, dat is fantastisch! Je zou verwachten dat een progressief land als Denemarken vooruit zou lopen, maar dat valt tegen.’ De vele fietsen is Sofie wel gewend. ‘Die hebben wij ook, maar dan draagt bijna iedereen een helm. Ik doe dat hier ook, ook al kijkt iedereen me aan alsof ik gestoord ben.’

Ook de werkdruk is anders. ‘In Denemarken volg je één les tegelijkertijd. Hier heb ik vier lessen! Ze lijken wel een beetje op elkaar, dus soms haal ik ze alleen uit elkaar door de verschillende docenten. Die zijn overigens super gepassioneerd, dat maakt de lessen extra leuk.’

Hoewel Denen en Nederlanders veel op elkaar lijken, merkt ze toch verschillen. ‘Nederlanders zijn veel directer dan Denen. Wij gaan vaak met een grote boog om hetgeen wat we eigenlijk willen vertellen zodat we beleefd overkomen.’ Sofie zat bijvoorbeeld in een klas met zowel Nederlandse als internationale studenten. Nadat een toets niet al te best was gemaakt zei de docent dat ‘wij Nederlanders erg teleurgesteld zijn in jullie, we hadden hogere verwachtingen’. Sofie: ‘Het was serieus bedoeld. Ik schrok daar van’.

Sophie op haar bed. Foto: Kees Rutten

Kringverjaardagen

Of ze andere rare Nederlandse gewoonten kent? ‘Ik hoorde dat jullie tijdens een verjaardag in een kringetje gaan zitten en de jarige iedereen moet bedienen. Daar snap ik helemaal niks van. Ik bedoel: jij zou verwend moeten worden!’ Toch houdt dat haar niet tegen om met Nederlanders om te gaan. ‘Ik had me aangemeld voor BuddyGoDutch. Dat is een programma waarbij je wordt gekoppeld aan een Nederlandse student en samen onderneem je allerlei activiteiten, zoals een pup crawl en schaatsen.’

Maar veel verder dan het buddyprogramma en een paar Nederlandse studenten in haar klas komt het niet. De grootste groep mensen die ze hier heeft ontmoet bestaat toch uit andere internationale studenten, zoals haar kamergenoten en mensen die ze ontmoet tijdens activiteiten voor internationale studenten. Dat zal wellicht veranderen als ze hier ooit komt te wonen. ‘Ik hou van reizen, dus ik wil eerst graag de wereld verkennen en kennis maken met allerlei culturen voordat ik me ergens permanent ga vestigen. Dat zou in Nederland kunnen zijn, wie weet!’