Waarom draag je wat je draagt? In HU’s Catwalk vraagt Trajectum studenten het hemd van het lijf over hun stijl, kleding en het belang van uiterlijk. Deze keer betreedt Iris (17) de catwalk. Ze studeert Farmakunde en we spotten haar op weg naar de tramhalte.
Wat draag je?
‘Rode gympen en een rode broek. Een opvallende kleur, daar hou ik van. Ik vind het leuk om zowel felgekleurde als rustige kleding te dragen. Verder draag ik een zwarte coltrui. Daarop een wit bloesje en een wit vestje, lekker warm. Ik hou van loszittende kleding met een ‘strak accent’. Daarom draag ik een zwarte riem om mijn middel.’
Hoe omschrijf je jouw stijl?
‘Chaotisch! Als ik wakker word, kies ik één kledingstuk uit mijn kast. De rest van mijn outfit kies ik dan op basis van dat kledingstuk. Het is elke ochtend een verrassing wat ik ga dragen. Mijn kledingkast puilt uit, omdat ik heel slecht ben in weggooien. Ik heb zelfs nog kleding van toen ik elf was…’
Ben je in je leven van stijl veranderd?
‘Enorm. Op de basisschool zag ik er basic uit. Elke dag droeg ik hetzelfde vest en een blauwe spijkerbroek. Ik durfde geen opvallende kleding te dragen omdat ik vreesde dat anderen dat raar zouden vinden, maar ik wilde het wel. Ik hou van opvallende kleding.
Op mijn dertiende kwam ik bij mijn moeder en mijn vriendinnen uit de kast als biseksueel. Ze reageerden heel goed en het lukte daardoor ook mezelf te accepteren. Sindsdien ben ik open over mijn biseksualiteit. Ik schreeuw het niet van de daken, maar als iemand ernaar vraagt vertel ik dat ik ook op meisjes val. Door die boost van zelfverzekerdheid, durf ik mezelf sinds mijn dertiende ook meer te laten zien door mijn kleding. Ik voel een nieuw soort vrijheid. Het maakt mij niet uit wat anderen van mijn uiterlijk vinden. Door felle kleuren en andere soorten kledingstukken, stapte ik uit mijn comfortzone. Dat gaf een kick.’
‘Op de avond voor de schoolfoto’s scheerde ik mijn hoofd kaal.’
Waarom verf je je haar?
‘Gewoon, omdat het kan. Niet voor de aandacht in ieder geval, want ik ben erg introvert. Haar is tijdelijk, dus waarom speel je er niet mee? Er gebeurt niks als je ermee rotzooit. Vrijwel elke maand krijgt mijn haar een andere kleur. Ik heb alle kleuren van de regenboog al gehad. Soms verf ik alleen het bovenste gedeelte of de zijkant. In de zomer wil ik weer kaal gaan: dat geeft zo’n bevrijdend gevoel. Op de middelbare school heb ik mijn hoofd ook kaalgeschoren, op de avond voordat we schoolfoto’s gingen maken. Het leek mij hilarisch, al konden mijn vrienden er minder om lachen. Ik had een muts op en ze schrokken toen ik de muts afdeed. Mijn moeder en oudere zus vonden het wel grappig. Veel docenten vonden het stoer.
Het past bij mij. Ik denk vaak: wat houdt me tegen? Ik ben impulsief. Zo raad ik iedereen aan om zijn hoofd minstens een keer kaal te scheren. Je moet gewoon ervaren hoe het is. Zo belangrijk is je haar niet. Het komt toch weer terug.’
Wat is je favoriete kledingstuk en waarom?
‘Deze rode broek. Online kwam ik een mooie broek tegen op de website van de H&M, maar ik bestel nooit online want ik ben bang dat de maat niet goed is. Drie maanden heb ik naar die broek gezocht in vier verschillende H&M’s. Uiteindelijk kwam ik hem deze zomer tegen in Maastricht.
Wat zou je nóóit dragen?
‘Hele korte strakke jurkjes en rokjes. Dat vind ik moeilijk, omdat de onzekerheid over mijn lichaam dan opkomt. Ik ben bang dat zo’n rokje omhoog vliegt door de wind, maar de onzekerheid over mijn lichaam speelt de grootste rol. Ik ben niet bang om nagestaard te worden, want nagestaard word ik toch wel. Het gaat om het beeld dat ik van mezelf heb: ik wil comfortabel zijn met mezelf. Nu ben ik dat niet als ik een rokje of jurkje draag. Ik ben niet heel dik, maar vind mezelf ook niet de dunste. Daarom wil ik mezelf graag verstoppen in grote truien en vesten.
Ik hoop dat ik dat ooit ook durf en mezelf kan overtuigen dat ik er net zo leuk uitzie als andere meisjes. De eerste stap hierin is het dragen van langere rokken. Als ik naar mijn eigen foto’s kijk ben ik heel streng voor mezelf. Wanneer anderen foto’s van mij zouden bekritiseren doet het me niks. Mijn eigen woorden hebben meer impact. Heel vreemd.
Hoe lang stond je vanmorgen voor de spiegel?
‘Met kleding uitzoeken zo’n twintig minuten. Met mijn make-up doen ook. Ik doe alleen de basis make-up, eyeliner, concealer en mascara. Soms verander ik de vorm van mijn eyeliner, maar meestal gaat het automatisch en doe ik het zoals ik het altijd doe. Als ik mijn haar verf, plan ik daar een hele dag voor in. Eerst moet ik het blonderen en daarna nog kleuren. Inclusief uitspoelen en drogen ben ik hier uren zoet mee.’
‘Ik vind het lastig om trots op mezelf te zijn.’
Waar shop je je kleding?
‘Bij de H&M. Vooral in Amersfoort. Ik noem mezelf wel eens een H&M sponsor. Het is dichtbij, makkelijk en je hebt er leuke kleding. De kwaliteit is niet het beste, maar ik kom er al mijn hele leven. De laatste paar jaren heb ik ontdekt dat ik ook van basic kleding iets spannends kan maken: door goede combinaties.’
Heb je piercings en/of tatoeages?
‘Ik heb geen tatoeages, daar ben ik nog te jong voor. Tot mijn achttiende heb ik een handtekening van mijn moeder nodig, maar dat wil ze niet. Ik wil nog oorpiercings en een neuspiercing. Een neuspiercing mag niet van mijn werk bij de Jumbo, dus daar wacht ik ook nog mee.’
Wat vind je het mooiste aan jezelf?
‘Dat vind ik heel lastig. Ik vind het lastig om trots op mezelf te zijn. De minste problemen heb ik met mijn gezicht, behalve mijn kaaklijn. Mijn ogen en wenkbrauwen vind ik prima.’