Student over docent

‘In coronatijd wordt er veel zelfstandigheid verwacht’

Thijme over docenten, foto: Kees Rutten

Hoe denken studenten over docenten? Plus de vraag: wat moet er veranderen aan de HU? Een serie interviews, met in de vijfde aflevering Thijme de Bruijn, tweedejaars student ICT. Over zijn favoriete docent, lessen in coronatijd en wat hem trots maakte tijdens een college.

Wie was je beste docent en waarom?
‘Mijn favoriete docent is Nick. Met hem heb ik altijd wel een leuke tijd. Hij maakt altijd tijd voor mij vrij, als ik bijvoorbeeld vragen heb of hulp nodig heb met een opdracht. De extra moeite die hij voor mij neemt, vind ik altijd heel fijn. Het lijkt hierdoor alsof hij meer om mij geeft, dan om de andere studenten.’

Wat zou je willen veranderen aan de Hogeschool Utrecht als je de baas was?
‘Aan mijn opleiding? Hm, in het eerste jaar dat ik ICT deed, vond ik superleuk en haalde ik goede cijfers. Toen hadden we nog fysiek les, waardoor ik veel beter kon leren. Alleen nu in de coronatijd wordt er veel zelfstandigheid van je verwacht. Je moet nu alles zelf uitzoeken en de leraren zijn er alleen voor vragen. Dat vind ik moeilijk. Ik zou meer “gewone” lessen willen hebben, waarin de docent de stof beter kan uitleggen.’

Denk aan je slechtste docent: wat doet hij verkeerd?
‘De docent waar ik nu aan denk, weet vaak niet waar hij het over heeft. Dat vind ik irritant. Dan stel je hem bijvoorbeeld een vraag en geeft hij vol zekerheid een antwoord. Daarna volg ik zijn advies op, waarop hij later zelf zegt: “Dat is allemaal fout”. En dit doet hij vaak.

Verder knap ik af bij docenten als er bij hen gebrek is aan motivatie. Ik vind het leuk als een docent energiek overkomt en zelf enthousiast wordt van het onderwerp waarover ze vertellen. Gelukkig zijn op de HU de meeste docenten gemotiveerd om les te geven. Dat is fijn.’

Welk groot misverstand heerst erbij docenten over studenten?
‘Hm, dat vind ik een moeilijke. Misschien dat docenten verwachten van studenten dat wij de motivatie hebben om elk project goed te doen? Terwijl we dat niet hebben. Voor de rest zou ik het niet weten.’

Ben je wel eens woest of verdrietig geweest tijdens een les? Of juist heel blij? Hoe kwam dat?
‘Ik ben een keer heel blij geworden in een les. Dat was een moment in logica. Onze docent legde daar een sorteringsprincipe uit. Dat we vervolgens gingen oefenen door middel van het sorteren van studenten op hun verjaardag. Van jong naar oud. Na een aantal andere studenten was ik aan de beurt om te sorteren, dus ik ging naar buiten terwijl de docent een paar studenten op willekeurig volgorde zette. Ik had het in één keer goed! Maar de docent zei wel: “Nou Thijme, goed gedaan, maar dit was niet de manier die ik bedoelde.”

Hij begreep volgens mij ook niet helemaal hoe ik het sorteren zo snel goed had. Ik heb hem toen uitgelegd dat ik van tevoren al wist wat de verjaardagen van de studenten waren, doordat ik goed had opgelet bij de voorgaande studenten. De docent moest toen lachen. Hij vond het een slimme oplossing van mij. Ik voelde mij toen wel trots.’