Achtergrond

In ’t Kort: Fascinatie voor eenvoud

Maarten Das, dichter en student journalistiek ontving onlangs het C.C.S Crone Stipendium, een beurs voor beginnend Utrechts schrijftalent.

Waarom heb je deze beurs gekregen?
‘Nadat ik van de beurs hoorde, heb ik een aanvraag ingediend. Mijn gedichten zijn beoordeeld door een professionele jury. Zij vonden mijn gedichten kwalitatief goed en ik kreeg de beurs.’

Wat ga je ermee doen?
‘Een boek schrijven over de heilige Franciscus van Assisi. Hij woonde in Italië en ik wil de plekken bezoeken die voor hem belangrijk waren.’

Waarom Franciscus van Assisi?

‘Hij groeide op als zoon van een rijke koopman, maar koos uiteindelijk voor de eenvoud. In die eenvoud ontstaat ruimte voor wat wezenlijk is. Dat fascineert mij.’

Hoe omschrijf je je dichtkunst?
‘Ik schrijf vrije gedichten, maar compositie en klank vind ik belangrijk. De gedichten gaan over mijn wereldbeeld ik en hoe ik daar insta. Religie is een grote inspiratiebron. Ik lees vaak de Bijbel en bid geregeld.’

Is dichten niet iets voor oude mensen?
‘Dichten is, net als schilderkunst en dansen, van alle tijden. Wel zie je dat voordracht tegenwoordig belangrijker wordt om het aantrekkelijker te maken. Denk maar aan Poetry Slam.’

Wilde je altijd al dichter worden?
‘Ik ben er onbewust ingerold toen ik op de middelbare school zat. Ik hield altijd al van schrijven en puzzelen met taal en las de dichtbundels die bij mijn ouders in de kast stonden. Dat wilde ik ook wel proberen.’

Journalist of dichter?

‘Dichter. Ik heb het gevoel dat ik daar meer talent voor heb.’

Wie is je grote voorbeeld?
‘Dat hangt van het moment af. Ik las veel Rutger Kopland toen ik net begon. Ramsey Nasr, nu dichter des vaderlands, is ook goed. Het gaat me bij Nasr vooral om de voordracht.’

Zou jij dichter des vaderlands willen zijn?

‘Eigenlijk niet. Zodra ik bij opdrachtgevers terecht kom, wordt het een verplichting. Ik wil geen ambassadeur van de poëzie zijn.’

Wat doe je over tien jaar?

‘Ik werk dan op de redactie van een mooi blad en schrijf daarnaast gedichten. Maar ik zou ook broeder in een klooster kunnen zijn. Dat minimalistische leven trekt me ontzettend. Ik wil het gevoel hebben dat het prima is, dat er niets meer bij hoeft.’