Hogescholen en universiteiten moeten hun interne borgingsmechanismen om de onderwijskwaliteit te beschermen verbeteren, vindt de Onderwijsinspectie.
Met name bij alternatieve afstudeertrajecten en bij omvangrijke vrijstellingen (bijvoorbeeld op basis van ‘erkenning verworven competenties’) zijn er risico’s, schrijft de inspectie in haar onderwijsverslag over 2009-2010.
Maatwerk bieden aan studenten mag niet ten koste gaan van de kwaliteit en het eindniveau van een student. Het interne toezicht daarop schiet soms tekort. Niet alleen examencommissies, maar ook de opleidingscommissies zouden daarom een sterkere positie moeten krijgen, vindt de inspectie. Wanneer dat onvoldoende gebeurt kunnen “meer restrictief toezicht en sancties door de inspectie of bewindspersoon nodig zijn”.
De inspectie merkt daarnaast op dat ook de opleidingsduur risico’s voor de kwaliteit met zich mee kan brengen. Ze merkt op dat deeltijdopleidingen vaak juist korter, in plaats van langer zijn dan een voltijdstudie, terwijl de studenten minder tijd in hun opleiding steken.
Ook het rendement is nog steeds laag, vindt de inspectie. In Nederland vallen iets minder studenten uit dan gemiddeld in andere OESO-landen, maar toch zijn er tien landen die het beter doen. Volgens de inspectie zou de overheid gerichtere afspraken moeten maken met afzonderlijke instellingen over hoe zij het studiesucces gaan verbeteren.
Ook wil de inspectie dat de criteria en inhoud van programma’s voor ‘excellente’ studenten, zoals een honoursprogramma, worden verduidelijkt. ‘Het is van belang dat de maatschappelijke meerwaarde van honoursprogramma’s herkend en erkend wordt als afgestudeerden de arbeidsmarkt betreden.’
Het baart de inspectie verder zorgen dat hbo-studenten kritisch zijn over het onderwijs en dat ook afgestudeerden hun opleiding terugblikkend nog altijd te licht vinden. Driekwart van hen zou weliswaar opnieuw dezelfde studie kiezen, maar slechts 58 procent vindt dat ze goed zijn voorbereid op de arbeidsmarkt.
Toch doet het Nederlandse hoger onderwijs het volgens de Onderwijsinspectie naar Europese maatstaven goed. De basiskwaliteit is voldoende, net als de toegankelijkheid.