Luister ook onze Trajectum Podcast over rouwen, in gesprek met HU-student Jelle Meuwissen en rouwdeskundige Tanja van Roosmalen. Luister hem hier.
‘Je gaat over me schrijven hè?’, zei de moeder van Lisanne van Sadelhoff (30) al vrij snel nadat ze de diagnose kreeg. Darmkanker. Ze werd een beetje boos van die opmerking, moest huilen. ‘Maar al vrij snel wist ik: ja, ik ga hierover schrijven. Mijn moeder vond het goed, onder één voorwaarde. Als ze er niet meer zou zijn.’
Acht maanden later was het al zover. ‘Een kort ziekbed, maar zo voelt het niet. Ik heb het gevoel dat die acht maanden de helft van mijn leven in beslag hebben genomen.’
En inderdaad: Lisanne ging erover schrijven. Eerst in haar columns voor het Algemeen Dagblad, waar ze voorheen vrolijke stukjes neerpende over haar leventje als twentysomething in Utrecht. ‘Vaak denken mensen dat schrijven over mijn moeder als een soort van therapie moest dienen. Maar dat was niet zo. Ik kon simpelweg nergens anders mee bezig zijn. Het was voor mij onmogelijk om over een nieuwe rotonde of een leuk feestje in Utrecht te schrijven.’
Van columns naar boek
Op die columns kwamen zoveel reacties van lezers, dat ze wist: hier zit iets universeels in. Dus besloot ze een boek te schrijven, dat op donderdag 6 februari verschijnt: Je bent jong en je rouwt wat. ‘Mijn columns waren het uitgangspunt, maar het boek is geen bundeling ervan. Het moest een lopend verhaal worden, met een rode draad.’
Die rode draad beschrijft de ontwikkeling die Lisanne doormaakte, vanaf dat haar moeder ziek werd tot twee jaar na haar dood. ‘Ik was een typisch kind van deze generatie, een geluk-strever pur sang. Maar nu het allerbelangrijkste van me is afgepakt, heb ik het beeld van het perfecte leventje moeten bijstellen. Mijn moeder zal later geen oma kunnen zijn voor mijn kinderen, dat besef draag ik iedere dag met me mee. Het is het grootste cliché ooit, maar ik ben erachter gekomen waar het om draait in het leven. Mijn werk is leuk, maar niet het allerbelangrijkste. Door het intense verdriet ben ik teruggeworpen naar de kern, voel ik die onrust van het streven naar het volmaakte leven niet meer zo.’
Alles goed?
Het boek gaat ook over hoe slecht de samenleving is ingericht op rouw. Hoe – vaak goedbedoelde – reacties van buitenstaanders ijskoud aan kunnen voelen. ‘Als mensen op een feestje aan me vroegen: “Alles goed?” Dan was dat echt een klap in mijn gezicht. Ik blijf schrikken van die vraag. Hetzelfde wanneer mensen vragen: “Heb je het al geaccepteerd?” Ik ga nooit accepteren dat mijn moeder maar 56 jaar is geworden. Ik zal het moeten leren verdragen, maar “een plekje geven”? Nee.’
Als freelance journalist had ze de luxepositie dat ze het iets rustiger aan kon doen. Maar om zich heen zag ze hoe familieleden onbegrip ervoeren, op het werk of studie. ‘Ik was zo blij dat ik al was afgestudeerd (Lisanne studeerde journalistiek aan de HU en deed later een master op de Universiteit Utrecht, red.) toen mijn moeder overleed, want ik zou niet weten hoe ik dan alles had moeten bolwerken. Ik wil met dit boek niet een vingertje heffen en vertellen hoe iedereen moet reageren op rouw, maar ik wil wel inzicht geven in hoe het kán zijn. Ik hoop dat het de mensen bereikt die het bereiken moet.’
Wil je meer over dit onderwerp lezen en luisteren? Trajectum maakte een podcast over rouwen. We gaan hierover in gesprek met HU-student Jelle Meuwissen en rouwdeskundige Tanja van Roosmalen. Luister hem hier.