Interview

‘Je krijgt mij niet snel gestrest’

Foto: Kees Rutten

Janneke de Vries is eerstejaars lerarenopleiding biologie. Daarnaast traint ze voor de Nederlands kampioenschappen paardrijden. Afgelopen augustus werd ze veertiende met haar pony. Nu ze achttien is, gaat ze het proberen op een paard. Ze vertelt over haar eigenwijze paard, lieve ouders en hbo-opleiding.

Waarom koos je voor biologie?
‘Na het VWO wilde ik eigenlijk diergeneeskunde doen. Maar ik vreesde dat ik niet door de selectie zou komen, dus koos ik voor het HBO. Nu ben ik blij, iedereen is enthousiast en we leren toffe dingen. Nu bijvoorbeeld over planten. Die hebben mineralen in hun wortels waardoor ze water aanzuigen. In de top van de plant verdampt het water. De onderdruk die daardoor ontstaat, wordt weer van onderen bijgevuld. Snap je?  Ik gaf altijd bijles, het geeft me een kick om dingen uit te leggen.  Mijn uitdaging is autoriteit, daar zou ik wel wat meer van kunnen hebben. Waar ik goed in ben, is geduld. Ik blijf uitleggen totdat de ander het snapt en blijf rustig.’

Ben je altijd zo rustig?
‘Ja, ik word nooit boos. En je kunt mij niet snel gestrest krijgen. Een burn-out is niks voor mij. Ik ben wel perfectionistisch, dus vroeger werd ik zenuwachtig voor elke toets. Totdat het kwartje viel en ik me na tientallen keren eindelijk realiseerde: ik kan niets meer doen dan mijn best.’

Hoe bereid je je voor op de kampioenschappen?
‘Op 3 november is de eerste selectieronde. Daarvoor trainen mijn paard en ik elke dag een uur. Langer is niet mogelijk. Als je twee uur rijdt, is je paard naar de klote. Het lastigste is ‘de aanleuning’: dat is de verbinding die ik heb met zijn mond. Wanneer die ontbreekt gaat zijn hoofd alle kanten op. Als hij hard draaft gaat het makkelijker. Ik begin dus elke keer hard en probeer dan vaart te minderen zonder het contact te verliezen.’

Word je de nieuwe Ankie van Grunsven?
‘Dat wil iedereen die paardrijdt. Maar het zal me nooit lukken, want je moet daar steenrijk voor zijn. Je koopt dan de beste paarden en huurt de beste trainers. Dat kan ik niet. Paarden hebben is duur. Ze eten muesli, hooi en gras en je moet ze stallen. Zes jaar geleden kochten we mijn pony op Marktplaats. Ze bleek drachtig en er kwam een prachtig, eigenwijs paard uit. We besloten het te houden en nu ik achttien ben komt dat goed uit. De meeste mensen stappen over op een paard als ze achttien zijn. Je kunt wel op je pony blijven rijden, maar dan ben je de enige tussen de paarden. Afgelopen jaar trainde ik zowel mijn pony als mijn paard. Maar nu is mijn pony met pensioen. Ik zou haar kunnen verkopen en ze zou misschien 10.000 euro opleveren. Maar we zijn daar te sentimenteel voor, bij ons thuis.’

Sinds wanneer rij je al paard?
‘Mijn moeder en tante hielden al paarden toen ik geboren werd. Zolang ik me kan herinneren rij ik al. Op mijn elfde werd ik fanatiek. De lol zit voor mij in het trainen in de bak. Rijen in de open lucht doe ik nauwelijks. Ik heb ook een broer. Hij vindt het stom.’

Hoe reageert je paard als hij je ziet?
‘Geen enkel paard vindt het leuk om te rijden. Wie het tegendeel beweert liegt. Jij ligt toch ook liever op je bed Netflix te kijken? Als ik eraan komt, denkt hij: “Oh mijn God, daar gaan we weer.” Ook de pony, die ernaast staat, zie je denken: “Nee hè, moet ik ook?” Ik heb zelf ook niet altijd zin hoor. Maar het is wel goed voor ons, een beetje beweging.’

Wil je straks op kamers?
‘Nee, kamers zijn schaars en te duur. En ik heb ontzettend lieve ouders. Mijn moeder kan een beetje opvliegend zijn, maar ze heeft alles voor me over. Als ik haar midden in de nacht vraag om me op te halen in Groningen doet ze het meteen. Ik ben tevreden met hoe het nu is. Ik heb één beste vriendin en die rijdt ook. Verder heb ik een hekel aan uitgaan dus daarvoor hoef ik ook niet naar de stad. Eerst mijn studie afmaken, lekker blijven rijden en dan zie we wel weer verder.’

Janneke met haar paard, haar pony en haar moeder