Het Rode Kruis organiseert vanaf 5 april een speciale skipdecoronadip-themamaand, omdat jongeren het zwaar hebben. Is dat nodig, zo vlak voor de eindstreep? Volgens de hulporganisatie wel. En volgens deelnemer en HU-student Roel ook.
Vorig jaar oktober hield het Rode Kruis een enquête onder jongeren om hun mentale welzijn te onderzoeken. ‘De uitkomsten baarden ons zorgen,’ aldus Alberta Opoku, woordvoerder van het Rode Kruis. ‘Meer dan de helft van de jongeren had moeite in coronatijd hulp te vragen aan een professional.’ Eind januari werd het onderzoek herhaald. De cijfers bleken nog somberder. 72 procent van de jongeren zag op tegen komende maanden.
Twaalf duizend aanmeldingen
Het Rode Kruis organiseerde daarom in februari een skipdecoronadip-challenge om jongeren te motiveren tijdens de verlengde lockdown. Deelnemers kregen online gedurende een week opdrachten om zichzelf uit hun dip te halen. Het animo voor deze challenge was enorm. Opoku: ‘We hadden verwacht dat er een paar honderd, hooguit duizend man mee zou doen. Dat werden er ruim twaalf duizend. Blijkbaar is er grote behoefte aan dit soort interventies’, concludeert Opoku.
Vanwege de grote vraag organiseert de hulporganisatie vanaf 5 april een speciale skipdecoronadip-themamaand, als verdieping op de #skipdecoronadip-challenge. Een belangrijk verschil met de eerste keer is dat deelnemers in plaats van een dagelijkse challenge, gedurende vier weken iedere week met één thema aan de slag gaan. Psychologen geven ook tips, informatie en oefeningen.
Een gebrek aan routine en somber gestemd
Onder de aanmeldingen voor de themamaand zitten veel studenten, waaronder eerstejaars HU-student Creative Business Roel Vink (20). In februari kwam hij de actie van het Rode Kruis per toeval tegen en besloot mee te doen. ‘Het leek me interessant om te kijken welke tips ze zouden hebben voor meer motivatie.’ De challenge beviel zo goed dat hij zich nu ook heeft aangemeld voor de themamaand.
Roel merkte dat hij de laatste maanden geen doelen meer had voor de dag: ‘Ik was slomer en het ontbrak me aan lust iets ondernemen. En ik zakte steeds dieper weg.’ Roel voelde zich niet depressief, maar kent genoeg mensen die het wèl zijn. ‘Alle studenten kampen met verminderde motivatie.’
Kleine tips als ‘je bed opmaken’ en ‘stel doelen voor jezelf’ hielpen Roel om meer routine te krijgen in zijn dag: ‘Ik streef er nu naar om per dag meerdere doelen te stellen. Als ik ze af heb, ben ik trots op mezelf.’
Hij vindt het prettig om met zijn mentale gezondheid bezig te zijn. ‘Ik kwam terecht in een soort bubbeltje. Door er vervolgens over te praten kwam ik erachter dat ik niet de enige was.’
‘We praten niet over hoe slecht iedereen zich voelt’
Het eerste thema in de themamaand is Energie. Veel studenten hebben nu weinig energie. Het is de bedoeling om achter de oorzaak te komen en hoe dat kunnen veranderen. ‘Jongeren leren tips en tricks om hun gevoel beter te herkennen’, vertelt Opoku. ‘Zo kunnen ze in de toekomst ook hun patronen herkennen en ervoor zorgen dat ze niet in datzelfde spiraaltje terecht komen.’ Daarbij is een positieve aanpak belangrijk. ‘We praten niet over hoe somber iedereen zich voelt. Dat geloven we allemaal wel. Hoe je er overheen komt, dàt is onze aanpak’, zegt Opoku.
Roel vaart er wel bij: ‘Ze leggen uit wat de invloed is van wat je doet. Bijvoorbeeld bij de challenge om meer te bewegen, leggen ze uit dat er bij sporten een stof vrijkomt waar je vrolijk van wordt. Ik word op die manier bewuster van wat me kan helpen, iedere dag opnieuw.’
Al die aandacht voor jongeren, is dat nodig?
Al die aandacht voor jongeren, is dat nodig? Ondernemers hebben het ook zwaar. Ouderen, kinderen, reisbureau’s. Daarnaast gaan de scholen eind april waarschijnlijk één dag in de week open. Moet het Rode Kruis hier zijn geld aan besteden?
Opoku: ‘We krijgen inderdaad kritische geluiden. “Het mag wel een toontje minder met die aandacht voor jongeren, want zij zijn niet de enige op de wereld,’’ horen we dan. Dat klopt, ze zijn niet de enige, maar ze zijn in ontwikkeling en daardoor kwetsbaarder dan volwassenen. Vanuit onze grondbeginselen komen wij op voor de meest kwetsbaren. Vooral nu we bezig zijn met de grootste nationale noodhulpoperatie sinds de Watersnoodsramp van 1953. In tegenstelling tot volwassenen die al veel hebben meegemaakt, is dit extra heftig voor jongeren. Uit de vele aanmeldingen blijkt dat ze behoefte hebben aan onze hulp. Dan kun je niet meer zeggen: joh, zing het een paar weken uit, het komt wel goed.’
Ook Roel vindt de aandacht voor jongeren niet overbodig. ‘Het studentenleven wordt altijd positief gebracht, zo van: ‘’Ga lekker op kamers, geen gezeik met je ouders’’, maar je komt in een nieuwe levensfase terecht, waarin het soms moeilijk is om connecties te maken. Ik denk dat er altijd studenten zijn geweest die zich alleen voelen of somber. Door corona is dat minder taboe geworden. Dat we er nu open over zijn, vind ik een goede ontwikkeling.’
Volgens Opoku regent het positieve reacties. ‘Veel deelnemers zeggen dat ze er weer zin in hebben, dat ze weer een routine hebben opgebouwd, en dat ze zich ’s ochtends klaarmaken alsof ze weer de deur uitgaan voor studie of werk. Zoiets kleins als je dag beginnen zoals je ruim een jaar geleden naar je studie ging, verbetert je hele mindset. Zeg nou zelf, hele dagen in je pyjama zitten, omdat je voornamelijk thuis zit, daar wordt toch niemand vrolijk van?’
Ook interessant: HU Thermometer: Medewerkers leveren tijdens corona kwalitatief goed werk af