Minister Jet Bussemaker ziet graag dat buitenlandse studenten hier na hun afstuderen blijven werken. Ze vraagt de Sociaal-Economische Raad (SER) om advies. Wat kan Nederland doen om deze studenten te binden?
De meeste buitenlandse studenten gaan na afloop van hun studie meteen terug naar hun vaderland om daar te werken. 'Met hun intelligentie en hun creativiteit vertrekt ook hun koopkracht', aldus het kabinet.
Als één op de vijf buitenlandse studenten na afstuderen in Nederland blijft, levert dat volgens berekeningen 740 miljoen euro op. De buitenlanders zijn bovendien 'broodnodig' om tekorten op de arbeidsmarkt tegen te gaan, aldus het kabinet.
Dit jaar zijn er 87 duizend buitenlandse studenten in Nederland. Het kabinet wil van de SER weten welke arbeidsmarktsectoren de meeste behoefte hebben aan zulke hoogopgeleide buitenlanders. De vraag is wat bedrijven, onderwijsinstellingen en overheden kunnen doen om deze studenten aan Nederland te binden.
Dit mag alleen niet ten koste van Nederlandse werkzoekenden gaan, aldus het kabinet. De SER krijgt ook het verzoek 'in beeld te brengen wat de mogelijke risico’s van verdringing van Nederlandse werknemers zijn'.
Over die kwestie mag de Sociaal Economische Raad zich buigen. In maart zou er een advies moeten komen. De raad bestaat uit werknemers, ondernemers en zogeheten ‘kroonleden’ (onafhankelijke deskundigen benoemd door de regering). De adviezen zijn 'zo veel mogelijk unaniem'.