Nieuws

Kamervragen na gebrekkige crisiscommunicatie voor doven

Gebarentaal / Foto: Pixabay

Tweede Kamerlid Vera Bergkamp (D66) heeft Kamervragen gesteld aan minister Hugo de Jonge van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Aanleiding is de ophef over het gebrek aan crisiscommunicatie tijdens de tramaanslag in Utrecht voor doven en slechthorenden.

Overheidsinformatie moet voor een op iedereen toegankelijke wijze beschikbaar zijn, stelt Bergkamp. ‘Wanneer er sprake is van een acute crisissituatie, zoals in Utrecht, moeten de verklaringen van de regering en andere overheidsinstanties voor iedereen toegankelijk zijn, ongeacht eventuele auditieve beperking.’ Zo zou een tolk standaard aanwezig moeten zijn bij televisieverklaringen in geval van crisissituaties.

Illya Soffer, directeur van netwerkplatform Iederin, maakte zich maandagochtend op NPO Radio 1 ook hard voor het betrekken van doven en slechthorenden in crisiscommunicatie. ‘Nederland heeft in 2016 een VN verdrag geratificeerd, waarin is afgesproken dat alle mensen met een beperking toegang moeten hebben tot de samenleving – en dus ook toegang tot belangrijke informatie. Dat is geen gunst, maar een mensenrecht.’

Persconferentie in het Frans

Gebarentolk Sebastiaan Boogaard legt in dezelfde uitzending uit waarom enkel het gebruik van ondertiteling en geschreven informatie niet voldoende is. ‘Nederlands is niet de moedertaal van heel veel doven. Het gros heeft gebarentaal als moedertaal, met een compleet andere grammatica. Je moet het eigenlijk vergelijken met de volgende situatie: er wordt op televisie gezegd: “Het journaal wordt onderbroken voor een belangrijke persconferentie, er is namelijk iets ergs gebeurd in Utrecht.” Je spitst je oren, zet de televisie iets harder en vervolgens wordt er een persconferentie in het Frans gegeven.’

Trajectum sprak vorige week dinsdag al met Beppie van den Bogaerde, lector Dovenstudies aan de HU. Ook zij stelde na de aanslag in Utrecht: ‘Nederland loopt ontzettend achter voor mensen met een functionele beperking. Het zit helemaal niet in ons systeem om daaraan te denken.’