Achtergrond

Moties: hoe stemden de partijen over hoger onderwijs?

Ministerie van onderwijs. Foto: Rachel Kloek

In verkiezingsprogramma’s staan mooie woorden, maar wat deden politieke partijen als ze kleur moesten bekennen? Hoe stemden ze over onderwerpen als Engelstalig onderwijs, discriminatie en stagevergoedingen?

Bij vrijwel elk debat dienen Tweede Kamerleden moties in, waarmee ze andere fracties dwingen om zich uit te spreken. Als een motie wordt aangenomen, dan moet de regering ermee aan de slag.

Hoe ging dat afgelopen tijd in het hoger onderwijs? Welke moties kwamen erdoor en welke sneuvelden?

Geen ‘bolletjesterreur’

Let op, soms dienen partijen onzinnige moties in die vooral bedoeld zijn om andere partijen in een slecht daglicht te zetten en online screenshots te delen. Dan gaat het om bolletjesterreur, zoals Arjen Lubach uitlegt. Zulke moties proberen we te vermijden.

Ook moties over de bezuinigingen hebben we erbuiten gelaten. Regeringspartijen sloten een coalitieakkoord waar ze niet zomaar van konden afwijken. Voor de onderwijsbegroting kwamen daar nog compromissen met oppositiepartijen bij. De stemmingen over bezuinigingsmoties zeggen daardoor weinig over het standpunt van afzonderlijke partijen.

Buitenlandse studenten

Een paar jaar geleden wilde een flinke politieke meerderheid dat er minder buitenlandse studenten naar Nederland zouden komen. De makkelijkste manier: bacheloropleidingen weer Nederlandstalig maken. Dan zouden die buitenlandse studenten de colleges immers niet meer kunnen volgen.

Alle Engelstalige bacheloropleidingen moesten aan een taaltoets onderworpen worden: konden ze niet beter in het Nederlands lesgeven? Het zorgde voor grote onzekerheid in het hoger onderwijs en ook het bedrijfsleven sloeg alarm.

Dus sijpelde er langzaam enige nuance door. In sommige vakgebieden (en sommige regio’s) kan Nederland echt wel wat talent uit het buitenland gebruiken, vonden zelfs regeringspartijen. Bovendien kozen universiteiten de vlucht naar voren. Laat ons zelf maar bepalen welke opleidingen weer tweetalig worden of helemaal overstappen op het Nederlands, zeiden ze. Dat initiatief kon in de politiek op waardering rekenen.

Dus werden er dit voorjaar twee moties aangenomen. Schrap de taaltoets voor het bestaande onderwijs, staat in de ene motie. Maak met de universiteiten en hogescholen afspraken over het terugdringen van Engelstalig onderwijs, staat in de andere. Met wisselende meerderheden.

Discriminatie: willen wij dit weten?

De fraudejacht van studiefinancier DUO liep verkeerd: er kwamen vrijwel alleen studenten met een migratieachtergrond in het vizier. Het vorige kabinet bood excuses aan, het huidige kabinet besloot alle boetes en terugvorderingen ongedaan te maken. Maar het terugbetalen vergt wat tijd.

De fractie van Denk wilde de stand van zaken weten. De psychische en financiële schade voor de (oud)studenten is immers aanzienlijk. Hoeveel studenten zijn er al gecompenseerd, zijn er knelpunten en is het beschikbaar gestelde bedrag toereikend? De toenmalige minister (van NSC) vond het prima, maar sommige partijen wilden deze informatie liever niet ontvangen.

Studiefinanciering

Hoe staat het met de portemonnee van studenten? Moet de basisbeurs misschien omhoog? Laten we dat onderzoeken, stond in een motie. Opnieuw zijn er partijen die hier niets van willen weten, terwijl andere er geen kwaad in zien.

Stagediscriminatie

Jochem en Julia vinden makkelijk een stageplaats, Achmed en Fatima niet. Dat noem je stagediscriminatie. Soms weten docenten en medewerkers van onderwijsinstellingen niet wat ze kunnen doen als hun studenten hier tegenaan lopen. Spreek universiteiten daarom aan op hun verantwoordelijkheid in de strijd en vraag om ‘actief beleid’, staat in een motie.

De toenmalige minister van Onderwijs vond het onderwerp belangrijk, maar noemde de motie overbodig: de universiteiten doen volgens hem van alles. Dat laatste verklaart misschien waarom het CDA ertegen stemde: de partij heeft een hekel aan overbodige moties.

Stagevergoedingen

Soms krijgen stagiairs een vergoeding, soms niet. Van de mbo-studenten krijgt slechts 42 procent een stagevergoeding. Bij hbo’ers is dat 75 procent. Universitaire studenten ontvangen een vergoeding bij 65 procent van de verplichte stages en bij 91 procent van de vrijwillige stages.

Laat stagiairs niet onbetaald werken, zeggen sommige partijen, en de minister houdt de dreiging van een verplichting inderdaad achter de hand. Maar andere partijen zien er niets in en zeggen: als kleine bedrijven de kosten niet kunnen dragen, gaan ze geen stageplaatsen meer aanbieden en zijn we verder van huis.

Kunnen we voor die kleine werkgevers geen oplossing bedenken? Laten we een publiek-privaat stagefonds oprichten, staat in een motie. Dan kunnen stagiairs ook bij kleine bedrijven een vergoeding krijgen. De verantwoordelijke minister noemde het een sympathiek plan dat hij best wilde verkennen, maar zo dachten niet alle partijen erover.

Protesten

Bestuurders moeten weleens praktisch omgaan met de protesten aan hun universiteit. Soms zitten er een paar relschoppers tussen de goedbedoelende demonstranten en wat moet je dan? Demonstraties verbieden, panden ontruimen? Of kies je toch voor het gesprek?

De politiek moet zulke afwegingen aan de bestuurders overlaten, menen partijen die bovendien begrip hebben voor de zorgen van de demonstranten (bijvoorbeeld rond de banden met Israël of de fossiele industrie).

Maar de politiek mag wel iets van die bestuurders verwachten, werpen andere partijen tegen. We kunnen vernielingen, intimidatie en de dreiging van geweld moeilijk accepteren, want dan komt de academische vrijheid in gevaar. De minister kan colleges van bestuur duidelijk maken dat ze moeten ingrijpen bij zware overtredingen van de huisregels.

Bedrijfsleven

Bedrijven betalen soms een leerstoel (oftewel het salaris van een hoogleraar die zich op een bepaald onderwerp richt). Ook laten ze weleens onderzoek uitvoeren door universiteiten. Deze ‘derde geldstroom’ beslaat zo’n 18 procent van alle inkomsten.

Sommige partijen kijken daar met wantrouwen naar. Samenwerken met het bedrijfsleven kan interessant zijn, maar de wetenschap moet wel onafhankelijk blijven. Andere zien geen probleem.

Verenigde Staten

Dat Donald Trump het hoger onderwijs en onderzoek in zijn eigen land aanvalt, biedt misschien een kans: kunnen wij onderzoekers en studenten uit de Verenigde Staten hierheen halen?

De vraag was eigenlijk niet of zo’n fonds een goed idee is – er is later 40 miljoen euro voor vrijgemaakt – maar of Nederland zich met dat fonds specifiek op de Verenigde Staten moet richten. Dat zou onze bondgenoot immers tegen de haren instrijken.

Woningnood

Jongeren voelen de gevolgen van de wooncrisis, maar ze waren niet vertegenwoordigd bij een belangrijk overleg tussen de overheid, woningcorporaties en particuliere investeerders. Dat moet in de toekomst anders, vindt een meerderheid. Maar er zijn ook een paar partijen die daar weinig brood in zien.

De verkiezingen voor de Tweede Kamer zijn aanstaande woensdag 29 oktober.