Vandaag stemde de Tweede Kamer in met het wetsvoorstel ‘Leeruitkomsten’. Studenten mogen hun kennis ook aantonen met praktijkervaring in plaats van een toets, is het idee. En als ze relevante werkervaring hebben, mogen ze sommige vakken overslaan. Maar niet iedereen is blij met dit besluit.
Kennis die je nodig hebt voor je opleiding, is ook op andere manieren aan te tonen dan alleen toetsen. Dat is de gedachte achter de nieuwe wet ‘Leeruitkomsten’. Het wetsvoorstel van Robbert Dijkgraaf is vanmiddag aangenomen, na een stemming in de Tweede Kamer.
Onderwijsinstellingen zullen nu meer flexibel onderwijs gaan aanbieden als ze dat willen. De studenten hoeven niet meer in een vast kader hun opleiding door te lopen en de koppeling tussen leeruitkomsten, lessen en toetsen wordt losgelaten. Zo kunnen ze voortaan meer zelf gaan bepalen wat voor onderwijs ze nodig hebben en hoe ze aan hun studiepunten komen. Op deze manier zou er bovendien beter tegemoet worden gekomen aan de behoeften van de arbeidsmarkt, zo denken voorstanders van de nieuwe wet.
Bedenkingen
Sommige kamerleden uitten tijdens het debat hun bedenkingen. Sandra Beckerman (SP) vermoedt dat de relatie tussen docent en student veel losser zal worden, dat de begeleiding achterblijft en de werkdruk hoger kan worden. Luc Stultiens (GL-PvdA) vond dat het voor veel beroepen juist heel belangrijk is om te garanderen dat een student de stof echt onder de knie heeft (in de techniek, onderwijs of zorg bijvoorbeeld). Hij twijfelt of dat met leeruitkomsten nog steeds zo is.
Ook op de HU?
Je hebt leeruitkomsten (de nieuwe wet) en leerdoelen. Aan de HU werd tot nu toe altijd gewerkt met leerdoelen (doelen met wat er van de student verwacht wordt). Eind juni uitte de Hogeschoolraad (HSR) haar zorgen over het Beleidskader Onderwijsarchitectuur van het cvb, waar leeruitkomsten ook een onderdeel van waren. Het voorstel was dat alle opleidingen van de HU op deze manier zouden gaan werken, maar dat verwierp de HSR. ‘We hebben meer rust en ruimte nodig om de risico’s voor de kwaliteit van het onderwijs te onderzoeken’, verklaarde voorzitter Annette Wind.
De HSR had eerder laten weten weliswaar voorstander te zijn van het werken met leeruitkomsten in de deeltijd en duale opleidingen. Maar voor de voltijdvariant vond ze het nog een brug te ver.
Lector Savelsbergh sprak ook zijn zorgen over werken met Leeruitkomsten uit tegen Trajectum. ‘Onderwijs geven, in interactie met studenten, vormt de kern van onze opdracht. Docenten laten professioneel gedrag zien en studenten worden geconfronteerd met de ervaringen en visies van medestudenten en docenten. Dat is niet een-op-een terug te zien in aantoonbare leeruitkomsten’, zei hij onder andere. De huidige leerdoelen zijn volgens hem belangrijk voor effectief onderwijs, omdat ze concreet en richtinggevend zijn.
De HU is nog bezig met een nieuw plan voor de onderwijsarchitectuur. Voormalig collegevoorzitter Jan Bogerd noemde in juni flexibilisering van het onderwijs een ‘cruciale ontwikkeling in het hoger onderwijs die sowieso doorgaat.’