Een kleine achterban? De Landelijke Studenten Vakbond vertegenwoordigt wel degelijk veel studenten, zegt voorzitter Tom Hoven (foto). Hij verwerpt de beschuldiging van de JOVD.
In een brief aan de Eerste Kamer schrijven drie politieke jongerenorganisaties, waaronder de JOVD, dat de studentenbonden helemaal niet zo’n grote achterban hebben en zeker niet voor alle studenten spreken.
In een toelichting van JOVD-voorzitter Tom Leijte moet vooral de Landelijke Studenten Vakbond het ontgelden: die heeft minder leden dan de drie politieke jongerenorganisaties. Vreemd dat de LSVb zoveel exposure krijgt met zo’n kleine achterban, aldus Leijte.
Eerste Kamer
'Ik snap wel dat ze zich genoodzaakt voelen om die brief te sturen', reageert Tom Hoven van de Landelijke Studenten Vakbond. 'Ze merken dat het rommelt in de Eerste Kamer en zijn bang dat het wetsvoorstel gaat sneuvelen.'
Hij belt op om toe te lichten hoe de LSVb zijn standpunten bepaalt. De Landelijke Studenten Vakbond is een koepelvereniging van allemaal lokale bonden en medezeggenschapsraden. Die hebben een algemene ledenvergadering waarop ze met elkaar de koers bepalen.
Studentenpanel
'Het is moeilijk te zeggen hoeveel studenten je dan vertegenwoordigt, maar we zitten in alle grote studentensteden', aldus Hoven. Verder luistert de bond volgens hem naar het ‘studentenpanel’ van zesduizend studenten. Dat panel wordt regelmatig om zijn mening gevraagd.
Hij spreekt dus namens veel anderen. Zou hij dan ook een standpunt kunnen verdedigen dat hij zelf niet aanhangt? Hoven: 'In theorie kan dat. We hebben ook leden die bijvoorbeeld lid zijn van D66 of die voorzitter waren van de LSVb en dan lid werden van de VVD.'
Tegenstander
Is de voorzitter van de LSVb dan eigenlijk ook voorstander van het leenstelsel, terwijl hij het publiekelijk aanvalt in naam van zijn achterban? 'Nee, zelf ben ik wel tegenstander van het leenstelsel', verzekert hij, 'maar in theorie zou het mogelijk zijn. Het is ons werk om het standpunt van onze lidbonden uit te dragen. We vertegenwoordigen de studenten, en niet ons eigen bestuur.'