Yara (20) studeert Journalistiek aan de HU (en studeert nu in Australië). Ze schrijft columns voor Trajectum.
‘Je ziet er zo anders uit!’, zei mijn moeder aan de telefoon. ‘Heel bruin en zo blond.’
Verrast antwoordde ik dat dat me helemaal niet was opgevallen. Ik zag er al maanden zo uit. Mijn nieuwe kleding viel haar ook op: ‘Die draag je vast ook al maanden.’
Toen kwam het besef: ik kan zo veel veranderen als ik wil voordat ik terugkom. En het verkopen als normaal...
Ik ben nooit de onzekerste geweest. Over het algemeen draag ik wat ik wil, zonder me druk te maken over wat anderen daarvan vinden. Maar zelfs ík ben weleens nerveus wanneer ik iets nieuws draag dat buiten mijn comfortzone ligt. Wanneer ik bijvoorbeeld voor het eerst een pet op heb, en het voelt alsof iedereen om me heen kan zien dat ik eigenlijk helemaal geen ‘pettenpersoon’ ben.
Op exchange is dat anders. Ten eerste doordat mensen zich in Australië gewaagder kleden. Ten tweede doordat hier toch niemand kan weten of ik wel een pettendrager ben. Langzaam stapte ik afgelopen maanden uit mijn comfortzone. Ik had alleen nog niet beseft dat dat andersom óók zo werkt. Straks terug in Nederland weet niemand of ik al zes maanden die opvallende schoenen en die circustas draag.
Met nog maar een korte tijd tot mijn terugvlucht wist ik: nú moet ik doorpakken. Ik opende mijn overvolle pinterest-borden en begon te scrollen. Roze haar, een boblijn en een nieuwe tattoo werden al snel van tafel geveegd. Ik moest wel realistisch blijven. Als ik te ver ga, kan ik niet verkopen dat ik dit allemaal al maanden vol zelfvertrouwen rock.
Veel andere items gingen wél door de beugel. Zo ben ik nu de trotse eigenaresse van een paar zilveren sneakers. En ik kan alvast beloven: vanavond op Schiphol heb ik ze aan.