De Amerikaanse filmproducent Harvey Weinstein, die letterlijk en figuurlijk zijn knuppel in het hoenderhok gooide, veroorzaakte begin oktober de nodige opschudding. Dat kwam doordat de New York Times een boekje opendeed over zijn seksuele aberraties. Daar was een onderzoek van tien maanden aan voorafgegaan. Die consternatie was er niet alleen in de Amerikaanse filmwereld, maar wereldwijd ging de deksel van de beerput.
Op de laatste maandag van maart dit jaar verscheen mijn column (http://bit.ly/2o99kTB) met als titel Verboden vruchten in de klas. Er was toen nog helemaal geen sprake van #metoo, tenminste niet in de pers. In werkelijkheid is het al eeuwen aan de gang. In de laatste alinea van die column suggereerde ik dat er vast wel hogeschooldocenten zijn, zowel mannelijk als vrouwelijk, die misschien wel eens een erotische droom hebben gehad waar een student(e) in voorkwam.
Via via hoorde ik dat men dit maar een vunzige gedachte van mij vond. Terwijl uit een onderzoek van The Spot dit jaar blijkt dat meer dan de helft van de respondenten 1-3 keer per week naar porno kijkt. En 9 op 10 van de 16-jarigen, zowel jongens als meisjes, heeft al meerdere keren op pornosites gezeten. Het kijken naar blote mensen blijkt aantrekkelijk. Toch beginnen jongeren later met seks dan vijf jaar geleden volgens de stichting Rutger (http://bit.ly/2zD5ACV), ondanks die belangstelling voor porno.
En hoe erg is het als je eens een erotische gedachte hebt? Als lesgever liever niet tijdens het lesgeven. Een leerkracht gaat echter over de schreef als die zijn macht gebruikt om daar seksueel fysiek of geestelijk gebruik van te maken. Hoe banaal de tekst ook mag klinken, maar Johnny Hoes zong al in 1962: Daar mag je alleen maar naar kijken, maar aankomen niet (hier de hele tekst van dat liedje: http://bit.ly/2ywN0vT).
Ik googelde eens #metoo in het onderwijs en kwam heel wat schrijnende verhalen tegen. Ook voorbeelden van hoe docenten dit in de klas bespreken. Ervoor weglopen moet zeker niet. Basisscholen zijn sinds 2012 verplicht om aandacht te besteden aan seksualiteit en seksuele diversiteit, maar over hoe dat moet, zegt de overheid niets. Uit een onderzoek van het Ministerie van Onderwijs bleek vorig jaar dat niet elke school haar leerlingen onderwijst in weerbaarheid en respectvolle omgang met seksualiteit (Trouw, 24-10-17).
Seksueel grensoverschrijdend gedrag hoort niet op een school, niet tussen leerlingen en studenten onderling en zeker niet tussen docenten en leerlingen/studenten. Ik pleit voor nog meer aandacht op pabo’s en lerarenopleidingen voor seksuele voorlichting en opvoeding.