Achtergrond

Mind the gap

Een jaartje chillen op witte stranden, reizen langst de mooiste plekken op aarde of hard werken: een gap year werd steeds populairder. Maar door de dreiging van een leenstelsel durven weinigen nog te kiezen voor een tussenjaar. Ten onrechte, blijkt uit verhalen van HU-studenten. 

Wie in 2014 aan een studie begint, krijgt waarschijnlijk te maken met  het sociaal leenstelsel. Althans: als het aan de regering ligt. Die hebben de plannen voor het leenstelsel in het regeerakkoord opgenomen. Maar zowel de Tweede Kamer als de Eerste Kamer moet nog met de plannen akkoord gaan. En zeker in de Eerste Kamer is er nog geen meerderheid te vinden voor de plannen.
Toch maken de kabinetsvoornemens het ineens een stuk riskanter om na de middelbare school nog even aan een gap year te beginnen. Want wie in de zomer van 2013, vanaf de middelbare school begint aan zo’n tussenjaar, ruilt de relatief comfortabele basisbeurs mogelijk in voor een fikse lening die na de studie moet worden terugbetaald – weliswaar naar financiële draagkracht, maar toch. Het maakt een leuk gap year tot een wel erg duur geintje. 
 
Door de discussie over het leenstelsel durfden afgelopen jaar al minder aanstaande studenten te beginnen aan een tussenjaar. Nog maar 2,6 % van de eerstejaarsstudenten heeft gereisd, ontdekte projectleider Margje Geurts van Nuffic, de organisatie voor internationalisering in het hoger onderwijs. Terwijl er in de jaren daarvoor een stijgende lijn te zien was, is die trend nu weer gekeerd. En dat is jammer. Want er is veel te zeggen voor een tussenjaar. 
 
MINDER UITVAL
‘Studenten die een tussenjaar hebben genomen, vallen minder snel uit in het eerste jaar van hun studie,’ vertelt Geurts. ‘Ze zijn zekerder over hun keuze, omdat ze de tijd hebben genomen, een jaartje ouder zijn en in hun tussenjaar zelfstandiger zijn geworden.’ Dat blijkt uit onderzoek onder 134.000 studenten die in 2011 aan een studie begonnen. ‘25 procent van de hbo’ers, die na een tussenjaar aan hun studie begon, viel uit,’ legt Geurts uit. ‘Dat lijkt veel, maar van de directe doorstromers was dat 31 procent.’
 
De bevindingen uit het onderzoek komen terug in de individuele verhalen van HU-studenten Nathalie, Anne en Merel. Het woord ‘zelfstandigheid’ komt vaak voor als het over hun gap year gaat. Allemaal hebben ze op hun eigen manier wat aan hun tussenjaar gehad. 
‘Je bent een stuk verder weg van je ouders dan wanneer je gewoon op kamers gaat,’ zegt Nathalie Vastenholt (22), nu tweedejaars aardrijkskunde aan de lerarenopleiding. Na haar CIOS-opleiding liep ze eerst een half jaar stage in een psychiatrische kliniek op Curaçao. ‘Hier werkte ik met kinderen met een verstandelijke en lichamelijke beperking. Ik gaf les aan groepen kinderen. Dat paste bij mijn vorige studie en de studie die ik daarna wou gaan doen. Zo’n tussenjaar kan ik iedereen aanraden. Ik maakte een inbraak en een auto-ongeluk mee en was op mijzelf aangewezen. Ik ben echt een ander mens geworden.’
Een heel goede keuze, volgens Geurts. Vooral omdat Nathalie ook koos om te gaan werken en niet alleen te reizen. Want uit het eerder genoemde onderzoek blijkt ook dat het wel uitmaakt wat je doet in je tussenjaar: ‘Hbo-studenten hebben veel aan een jaartje werken, terwijl wo’ers beter kunnen gaan reizen.’
 
TALENJAAR
Maar Merel Bakker (19), eerstejaars international communication & media, weerspreekt die algemene bevinding met haar eigen ervaring. Een jaar lang reisde ze rond in een ‘talenjaar’, waarbij ze in Brisbane, Parijs en München taallessen volgde, maar vooral veel plezier maakte. ‘Ik feestte meer dan dat ik in de schoolbanken zat, maar ik ben heel anders aan mijn studie begonnen. 
Ik had geen idee wat ik wou studeren na mijn havo. Ik had de tijd nodig om een goede keuze te maken.’ De vrienden die ze in Brisbane, München en Parijs maakte, zijn haar nog meer waard dan het niveau van haar Engels, Duits en Frans.
Merel gaat zelfs zo ver dat ze stelt haar gap year ook te hebben gekozen als ze daardoor met een leenstelsel te maken had gekregen. ‘Zo’n reis kost toch al geld. Wel of geen stufi zoals die er nu is, het levert veel meer op dan het je kost.’ 
 
VOOR GEEN GOUD
En ook Anne Roorda (22), derdejaars medische hulpverlening, had het niet willen missen. Voor geen goud, of beter nog: voor geen studiebeurs. Door zijn werk in een kindertehuis en een opvangcentrum voor wilde katten in Bloemfontein, Zuid-Afrika, kwam hij er achter dat hij mensen helpen veel leuker vond dan gedacht. ‘Ik wou altijd architect worden, maar dit gaf zo’n voldoening.’ 
Niet alleen zijn ideeën over zijn studie veranderde in het jaar dat hij in Zuid-Afrika doorbracht. ‘Wat ik zo normaal vond in Nederland, is helemaal niet zo normaal. Hier hebben we verkeerslichten, maar in Zuid-Afrika regelde het verkeer zichzelf, geen probleem. En je kan best slapen in een kamer vol cheeta’s, tijgers en een paar honden! Mijn kijk op de wereld veranderde daar.’