Minister Plasterk verhoogt de subsidie waarmee
leraren een cursus kunnen volgen van zeven naar 18 miljoen euro. Het aantal
aanvragen overtrof alle verwachtingen en OCW wilde niemand teleurstellen.
Slechts vijf procent van de 7500 aanvragen is ingediend door docenten
aan hogescholen en universiteiten. Het leeuwendeel van de subsidie gaat naar
docenten in het primair (58 procent) en voortgezet onderwijs (dertig procent).
Dat ligt overigens voor de hand: de subsidieregeling is vooral bedoeld om
docenten uit het primair en voortgezet onderwijs de mogelijkheid te geven een
educatieve bachelor- of masteropleiding te volgen. Maximaal zeven procent van
het fonds is bestemd voor docenten van hogeschool of universiteit.
In bijna de helft van alle gevallen kozen de aanvragers voor een
masteropleiding. De masteropleiding ‘special educational needs’
bleek het populairst met meer dan twintig procent van alle aanvragen, maar ook
de eerstegraads lerarenopleiding is met dertien procent zeer in trek. Twaalf
procent van de docenten die voor een vervolgopleiding kiezen, gaan voor een
studie buiten hun vakgebied. Van de dertien procent docenten die een
bacheloropleiding kozen, begint negen procent aan een tweedegraads lerarenopleiding.
Voor dit jaar had het ministerie van OCW gerekend op duizend tot
vijftienhonderd aanvragen. Daarvoor was zeven miljoen euro gereserveerd. De
komende jaren loopt dat bedrag op tot tachtig miljoen euro in 2012. Het
programma is onderdeel van het actieplan Leerkracht, waarmee Plasterk het
lerarenberoep aantrekkelijker wil maken. De volgende aanvraagronde begint in
januari 2009. Dan is er negentien miljoen euro beschikbaar.
De middelen – die neerkomen op 3500 euro per docent – zijn mede
bedoeld voor instellingen die vervangend personeel moeten inhuren.
De IB-Groep kan overigens nog niet zeggen hoeveel aanvragers er uit het
hbo en wo komen, en welke opleidingen ze kozen.