Ook allochtone meisjes verslaan jongens in het hbo. Na vijf jaar studeren hebben relatief evenveel autochtone jongens als allochtone meisjes hun hbo-diploma op zak.
Dat blijkt uit nieuwe cijfers van de HBO-raad over uitval en rendement. Nog niet de helft van alle jongens weet binnen vijf jaar het hbo-diploma te halen: 49,9 procent. Van de meisjes is bijna tweederde binnen die tijd klaar: 65,6 procent.
Allochtonen halen hun diploma minder vaak, maar ook binnen die groep doen meisjes het stukken beter dan jongens. Sterker nog, de allochtone meisjes halen de autochtone jongens in. Na vijf jaar heeft 51,6 procent van de allochtone meisjes het diploma op zak tegen 51,7 procent van de autochtone jongens.
En de meisjes doen het de laatste jaren steeds beter, terwijl de jongens juist steeds minder goed scoren. Ook allochtone jongens lijken de weg omhoog te hebben gevonden, al moeten zij nog een fikse achterstand overbruggen: slechts 37,4 procent haalt binnen vijf jaar het diploma. Na acht jaar studeren is minder dan de helft over de eindstreep.
Heel langzaam, met tienden van procenten, kruipt het rendement in het hbo op de langere termijn achteruit. Van de studenten die in 1996 aan hun opleiding begonnen, was acht jaar later (in september 2004) zeventig procent afgestudeerd. De lichting van het jaar 2000 deed het iets minder goed: slechts 68,2 procent had na die tijd het diploma op zak. Autochtone vrouwen scoren traditiegetrouw het best. Van hen is na acht jaar blokken meer dan driekwart (76,9 procent) afgestudeerd. Maar ook hun percentage daalde in vier jaar tijd met 1,2 procentpunt. De enigen die het gestaag beter doen, zijn de niet-westerse allochtone vrouwen, wier rendement-na-acht-jaar stijgt van 61,1 naar 63,3 procent.
Het maakt nogal uit wat voor soort opleiding de student volgt. De rendementen zijn in de economische sector verreweg het laagst. Na vijf jaar heeft slechts 53,7 procent het diploma op zak. In de gezondheidszorg weet 66,8 procent het klusje te klaren. Dat heeft niet alleen met de hoeveelheid mannen te maken, want de zorgzame heren doen het een stuk beter dan hun economische collega’s.
Mbo’ers doen het aanvankelijk beter dan havisten in het hbo. Na vijf jaar is 58,7 procent van hen klaar, terwijl de havisten op 53,9 procent blijven steken: een gat van bijna vijf procent. Maar op de langere termijn halen de havisten hun achterstand dubbel en dwars in: na acht jaar studeren is precies zeventig procent klaar, tegen 65,9 procent van de mbo’ers. Maar dat is allemaal peanuts vergeleken met de vwo’ers, van wie na vijf jaar al 70,9 procent gediplomeerd is en na acht jaar zelfs 81,8 procent.
De HBO-raad benadrukt de selecterende functie van de propedeuse. Daarin valt 17,6 procent uit door eigen inzicht of bindend studieadvies. Van de studenten die het eerste jaar overleven en zich opnieuw inschrijven, haalt ruim driekwart binnen vijf jaar de finish.