Minister Plasterk wil het hoger onderwijs kritisch tegen het licht houden. ‘We persen een veel te diverse groep studenten door de twee types onderwijs die ons binaire stelsel biedt.’
Dat zei de minister vandaag bij de opening van het academische jaar aan de Universiteit Twente. Hij gaat een commissie instellen met deskundigen uit binnen- en buitenland. Volgend jaar maart zou er een advies klaar moeten zijn.
‘Ons stelsel van hoger onderwijs begint uit zijn voegen te barsten. De toestroom van studenten is veel groter en diverser geworden, en niet alle studenten kunnen het uiterste uit zichzelf halen. Moet er geen breder stelsel komen?’, oppert Plasterk.
Hij wijst erop dat in 1950 maar vijf procent van de bevolking hoger onderwijs genoot, terwijl dat nu 47 procent is. Hbo en universiteit lopen volgens hem tegen grenzen op. De uitval van met name mbo’ers in het hbo is veel te hoog. Scholieren moeten te vroeg hun studiekeuze maken, ‘waardoor ze verkeerd kiezen’.
Bovendien ‘ontwikkelt zich een reële behoefte’ aan toegepast onderzoek in het hbo, vindt Plasterk, en zijn er hbo-studies die dicht tegen beroepsgerichte universitaire studies aanzitten. Hij denkt dat het stelsel ‘flexibeler en diverser’ kan worden.
Voorzitter Doekle Terpstra noemt het in een reactie ‘goed dat de minister hierover het debat wil aangaan’. Het traditionele idee dat universiteiten voor de wetenschap opleiden en hogescholen voor beroepen is volgens hem niet meer van deze tijd. Ook van afgestudeerde hbo’ers wordt meer dan alleen praktische kennis verwacht. ‘Ze moeten hun eigen werkveld kunnen vernieuwen en hebben daarbij onderzoeksvaardigheden nodig. Studenten moeten daar tijdens hun opleiding op worden voorbereid.’
Universiteitenvereniging VSNU was niet voor commentaar bereikbaar.