Nieuws

Raad van State aarzelt over joint degrees

De Raad van State voorziet
problemen met joint degrees van
Nederlandse en buitenlandse instellingen. Zulke internationale diploma’s zouden
wel eens kunnen botsen met Europese vrijhandelsregels. Minister Plasterk
verwerpt de kritiek.

Universiteiten en hogescholen krijgen de mogelijkheid om samen met
buitenlandse partners één onderwijsprogramma aan te bieden en een gezamenlijk
diploma uit te reiken. Praktische problemen met het collegegeld worden uit de
weg geruimd: er zal voor zulke internationale programma’s geen wettelijk
minimumtarief gelden, zodat de betrokken instellingen de financiën samen kunnen
regelen.

Dat staat allemaal in de wijziging van de wet op het hoger onderwijs en
onderzoek, die minister Plasterk ter goedkeuring naar de Tweede Kamer heeft
gestuurd. De Nederlandse instellingen moeten hiervoor wel een aparte
‘rechtspersoon’ oprichten, die geen overheidsbekostiging krijgt. De Nederlandse
financiering mag immers niet weglekken naar het buitenland.

Maar de Raad van State, die commentaar heeft geleverd op de
conceptwetswijziging, voorziet toch problemen met de Europese regels voor
vrijhandel en staatssteun. De overheid moet oppassen voor concurrentievervalsing
in het buitenland.

Want universiteiten en hogescholen gedragen zich steeds meer als
commerciële aanbieders van diensten en goederen, vindt de raad. Er kan niet meer ‘worden volgehouden dat hier ondubbelzinnig sprake is van een dienst in het
algemeen belang’, die zich aan Europese regels voor vrijhandel onttrekt. Volgens
de raad komt met dit wetsvoorstel een open bestel dichterbij, waarin commerciële
onderwijsaanbieders evenveel aanspraak maken op overheidssteun als
non-commerciële.

Onzin, vindt Plasterk. Uit de financiële verslagen moet blijken dat
universiteiten en hogescholen hun private activiteiten in het buitenland niet
met publieke middelen betalen. Als ze dat wel doen, kan de minister ingrijpen.
Juridisch gezien zit het dus goed.

Daarbij snapt de Europese Unie de noodzaak van zulke gezamenlijke
diploma’s, stelt de minister. De EU stimuleert de internationalisering van het
Europese onderwijs. Zo is het Erasmus Mundus-programma er juist op gericht om
instellingen te laten samenwerken in hun masteronderwijs en de mobiliteit van
studenten te bevorderen.