De Socialistische Partij wil een miljard bezuinigen op managers in het onderwijs, zegt Kamerlid Jasper van Dijk. En docenten komen weer in loondienst bij de overheid.
Eigenlijk bezuinigt zijn partij niet op onderwijs, stelt SP-kamerlid Jasper van Dijk, al stond dat wel in het rapport van het Centraal Planbureau. 'We gaan alleen flink snijden in de managementlagen die de afgelopen decennia zijn gebouwd. We bezuinigen op managers, niet op het onderwijs zelf.'
De overheid moet er zeker van zijn dat het beschikbare geld voor onderwijs ook werkelijk aan onderwijs wordt besteed, zegt hij. Daarom wil hij ook dat de overheid weer de salarissen gaan overmaken aan docenten. 'Nu doen de hogescholen dat allemaal zelf. De HBO-raad speelt werkgevertje, terwijl de docenten eigenlijk voor de overheid werken. Deze kan docenten beter zelf in dienst nemen. Dan weten we zeker dat er niet gemarchandeerd wordt met de salarissen. Iemand is bijvoorbeeld eerstegraads docent of hoogleraar en weet dan precies wat zijn salaris is volgens de cao.'
Het zou alvast een goed begin zijn als het onderwijsgeld niet meer als één bedrag naar de instellingen gaat, meent hij. Het zou duidelijk moeten zijn hoeveel geld er voor salarissen van docenten is bedoeld en hoeveel voor het ondersteunend personeel en management. 'Wat mij betreft is 85 procent voor de docenten.'
Nu besteden de onderwijsinstellingen ook te veel geld aan randzaken als nieuwbouw, zegt hij. 'Die managers lijken soms wel projectontwikkelaars en zetten allerlei nieuwe gebouwen neer. Ze hebben mooie stenen, maar weinig docenten. Het is uit de hand gelopen. Ik heb liever dat de overheid voortaan beslist over nieuwe gebouwen en die apart financiert.'
Wie er dan beslissingen neemt over het sluiten van opleidingen? Dat blijven de instellingen zelf doen in overleg met de docenten, aldus Van Dijk. 'Wel moet de overheid het aanbod van bepaalde opleidingen garanderen. Nu wordt bijvoorbeeld een talenstudie als Frans of Duits ingeruild voor een of andere modieuze opleiding.'
