Nieuws

Uitval pabo-allochtonen niet door vooropleiding

Een pabo-directeur, Frans Bolsius van de Haagse Hogeschool, noemt de mbo-achtergrond van allochtonen ‘de belangrijkste reden’ voor de hoge uitval onder allochtone eerstejaars. Hij reageerde in de Volkskrant op een spraakmakend onderzoek van de Erasmus Universiteit Rotterdam, dat deze week openbaar werd.
Maar de landelijke cijfers spreken hem tegen. De uitval van mbo-instromers is onder autochtonen een stuk lager dan onder niet-westerse allochtonen: respectievelijk dertig en vijfenvijftig procent na één jaar.
Ook onder havisten scoren de autochtonen een stuk beter. Nog geen dertig procent van hen valt binnen een jaar uit. Van de niet-westerse havisten is dat veel meer: bijna de helft. Overigens kiezen bijzonder weinig allochtone havisten voor de pabo. ‘Het ene mbo is het andere niet’, reageert Bolsius desgevraagd. ‘In het westen van het land heb je andere mbo-leerlingen dan in het oosten.’
Inderdaad vallen autochtone mbo’ers aan de pabo van de Haagse Hogeschool bijna even vaak uit als mbo’ers van niet-westerse afkomst. Maar dat is een uitzondering. Bijvoorbeeld aan de Hogeschool Rotterdam, waar de pabo ook een flinke instroom van allochtone studenten kent, volgen de uitvalscijfers ongeveer de landelijke tendens. Zo’n 49 procent van de allochtone mbo’ers haakt daar binnen een jaar af, terwijl dat onder autochtonen maar 22 procent is. (HOP)