Het bestuur van de Vrije Universiteit en de Hogeschool
Windesheim wordt per 1 januari weer gesplitst. Toch willen de instellingen
intensiever gaan samenwerken.
Officieel zeggen de bestuurders dat ze plezierig uit elkaar gaan om in de
toekomst nog betere resultaten te boeken. De samenwerking wordt ‘intensiever en
explicieter’, aldus college-voorzitter René Smit tegen universiteitsblad Ad Valvas. ‘Maar het voornemen om álles samen te doen, hebben we bijgesteld. Dat was te
breed en te weinig gefocust.’
In de wandelgangen zegt men dat het bestuur van VU-Windesheim nooit
optimaal heeft gefunctioneerd. De bestuurders van de VU kwamen in Zwolle ‘op
bezoek’ en andersom. Ze vormden nooit echt één bestuur.
Daarbij heerste er in de geledingen van de universiteit enige weerzin
tegen de samenwerking met Windesheim, die de kwaliteit van het onderwijs in
gevaar zou brengen. Het bestuur kon die aarzelingen niet helemaal wegnemen. Veel
samenwerkingsprojecten kwamen niet goed van de grond.
De bestuurders benadrukken de rooskleurige toekomst. Zo komen er in
Zwolle ‘kennisontwikkelingsinstituten’ met lectoren en promovendi. Ook willen de
instellingen samen masteropleidingen met een ‘beroepsgeoriënteerde insteek’ gaan
ontwikkelen. Er komt een aparte ‘taakgroep’ om de samenwerking op stoom te
houden. Daar zitten VU-voorzitter Smit en VU-rector Lex Bouter in, plus de
toekomstige portefeuillehouder onderwijs van Windesheim.
‘Op die manier hoeven de colleges van bestuur van VU en Windesheim elkaar
niet meer lastig te vallen met allerlei zaken die niets met de samenwerking te
maken hebben’, verduidelijkt Smit in Ad Valvas. ‘Bovendien willen we elkaar meer
ruimte geven voor samenwerking met andere instellingen. De VU denkt hierbij aan
samenwerking met hogeschool InHolland.’