Het internationaliseringsbeleid gaat aan haar eigen succes ten onder. Dat zegt Remco de Maaijer, directeur van Kences, het overkoepelende orgaan van studentenhuisvesters. Er is veel te weinig woonruimte voor buitenlandse studenten.
Voor de vijftigduizend studenten die dit jaar naar Nederland kwamen, waren maar elfduizend woonruimtes beschikbaar, aldus De Maaijer in Transfer, het blad van internationaliseringsorganisatie Nuffic. Sommige van die studenten kwamen slechts voor een semester, anderen blijven een paar jaar.
Veel instellingen willen buitenlandse studenten lokken en beloven ze daarom een kamer. Bij aankomst komen de studenten vaak bedrogen uit. Studeren ze in Wageningen, dan worden ze in een bungalowpark gestopt. Rotterdam zet haar buitenlandse studenten in caravans, bij de TU Delft wonen ze tot in Haarlem.
Volgens De Maaijer ging het mis met de studentenhuisvesting toen die werd uitbesteed aan woningcorporaties. Universiteiten kunnen nooit met zekerheid zeggen hoeveel woonruimtes ze nodig zullen hebben, terwijl woningcorporaties niet willen bijbouwen zonder garanties.
Maar ook de Nederlandse studenten treft blaam. Vroeger gingen er evenveel van hen naar het buitenland als andersom, zegt De Maaijer. Nu is er een groot gat tussen inkomende en uitgaande studenten. Simpelweg van kamer ruilen, kan daardoor niet meer.