Binnen de negen topsectoren zijn er straks er te veel organisaties en ‘regieclubs’ die de kennisinnovatie proberen te bevorderen. Daar is de kenniseconomie niet mee gediend, waarschuwt het Rathenau Instituut.
Het inmiddels demissionaire kabinet wil Nederland terugloodsen in de wereldwijde top vijf van kenniseconomieën. Het concentreert zich daarbij op negen topsectoren waarin kennisinstellingen en bedrijfsleven eendrachtig samenwerken in zogeheten ‘topconsortia’. Het was de bedoeling dat iedere sector maar één zo’n consortium zou krijgen, maar dat lijkt niet te gaan gebeuren, vreest het Rathenau Instituut.
De sector chemie bijvoorbeeld bereidt vier topconsortia voor die alle voortborduren op een bestaande organisatie en die elk hun eigen overhead hebben. In de kleine topsector energie lijken maar liefst zes topconsortia te ontstaan die zich richten op concurrerende oplossingen als energiebesparing, wind-op-zee en zonne-energie. Niet handig volgens Rathenau: 'Blijkbaar hebben energiebedrijven en -instituten het te druk met de onderlinge strijd om subsidies om gezamenlijk een vuist te maken. Er ontstaan straks zes bureaus met ieder hun eigen belangen.'
De sectoren agro-food en health & life sciences laten zien dat het ook anders kan: daar is maar één consortium in de maak, dat de activiteiten van verschillende samenwerkingsverbanden gaat overnemen. Veel verstandiger volgens het Rathenau Instituut, want de geschiedenis van het wetenschapsbeleid leert dat een teveel aan regieclubs en organisaties tussen overheid en wetenschappers niet leidt tot meer innovatie.
Uit het Rathenau-rapport Focus en Massa bleek dat het een gerichte sturing zelfs hindert. Onderzoekers beseffen dan zelfs soms niet eens bij welke (top-)instituten en onderzoekscentra ze horen. 'Er zijn onderzoekers die hun activiteiten moeten verantwoorden aan wel drie verschillende partijen, met ieder hun eigen evaluatiecircus.'
Het Rathenau Instituut adviseert om per sector maar één breed topconsortium toe te staan. Dat kan de samenwerking tussen bedrijven en kennisinstellingen effectief stimuleren.