Voor student fysiotherapie Aziz Mesaoudi kwam dit weekend een droom uit. De judoka uit Koudekerk is voor het eerst deelnemer aan het open judotoernooi van Parijs, het ‘Wimbledon van het judo’. Als toeschouwer weigerde hij naar de Franse hoofdstad af te reizen. Mesaoudi wilde de beroemde sporthal Bercy alleen voor het eerst binnenstappen in judopak.
‘Ik heb dat alleen met Parijs. Het schijnt zó speciaal te zijn,’ reageert de 24-jarige judoka uit de klasse tot 66 kilogram. ‘Ik sprak vorige week de Belgische judoka Dirk van Tichelt, die een keer in de openingsronde moest judoën. Hij vertelde dat hij niet wist wat hij meemaakte. Zo groot en vol en sfeervol. De inrichting van de zaal schijnt heel erg mooi te zijn; de manier waarop de tribune aansluit op de mat.’
Hoe groot dit toernooi is, blijkt uit een andere ‘bijnaam’: mini-WK. Het is een Super A-toernooi waarop dubbele punten voor de ranking zijn te verdienen, een toernooi dat niemand wil missen. Mesaoudi wil revanche in Parijs. Een paar weken terug presteerde hij slecht op het grote internationale toernooi in het Belgische Visé. Aziz lag er in de eerste ronde al uit. Geen goede beurt voor de Nederlands kampioen in de klasse tot 66 kilogram.
Zijn eerste partij in Parijs wint hij van Andreas Mitterfellner. Helaas geen revanche, Mesaoudi verliest zijn tweede partij van Zintiridis en is uitgeschakeld. Na het toernooi blijft Mesaoudi tot en met woensdag in Parijs, waar hij met de Nederlandse selectie van bondscoach Maarten Arens een trainingskamp heeft. Hij traint er juist niet met alleen de Nederlanders. ‘Alle wereldtoppers lopen er rond. Daar ga je mee trainen. Van hen kan ik veel leren.’
Over twee weken mag Mesaoudi opnieuw aan de bak, op het Super A-toernooi van Hamburg. ‘Ik heb wel de twee grootste toernooien gekregen,’ zegt hij. ‘Dubbel zo zwaar, dubbel zo mooi.’ Normaal gesproken, erkent de Koudekerker, breekt er een periode van sportieve rust aan, waarin hij zich in de eerste plaats kan concentreren op zijn studie. Hij zit in de topsportklas voor fysiotherapeuten aan de Hogeschool Utrecht. ‘Op papier is het: Parijs, Hamburg, rust. Maar in het raarste geval, wanneer ik in Parijs goed ben, maak ik aanspraak op deelname aan het EK.’
(AD/Lobke Cornelisse)