Columns

Noah verliest de HU langzaam uit het oog

Foto: Kees Rutten

Haast een jaar lang hebben we al onderwijs op afstand. Een jaar lang is Microsoft Teams het meest gebruikte programma op mijn laptop en zie ik van mijn docenten niet meer dan kleurrijke, dansende pixels.

15 maart, ik weet het nog goed. Met een vriendin was ik op het IBB toen we het NOS-bericht lazen. Universiteiten en hogescholen sluiten hun deuren. Het voelde surrealistisch. Spannend. En bovenal als iets wat tijdelijk was.

Maar het was helemaal niet tijdelijk. Online onderwijs is de gang van zaken geworden. Virtuele handjes opsteken en tentamens maken terwijl je medeleerlingen over heel het land verspreid zitten. Een ongezellig boel waar motivatie noch inspiratie uit voortvloeit.

Betere cijfers
Ze zeggen dat studenten het prima doen. Dat er zelfs betere cijfers en meer vakken worden gehaald dan vóór het corona-tijdperk. Ergens is dat niet zo raar. Niemand heeft iets beters te doen. Maar je cijfers zeggen natuurlijk weinig over hoe het met je gaat.

Want hoe gaat het eigenlijk met de HU-student? Ik zie je niet, ik hoor je weinig. Voelen jullie je net als ik af en toe zo ruk? En hoe is het met de HU-docenten en medewerkers? Waar het vroeger mogelijk was om aan de gezichten op de Uithof het een en ander af te lezen, heb ik nu totaal geen zicht op hoe het met jullie gaat. Zoals met Hulya, Roan, Jim, Wessel en Megan. Ooit vertoefden we dagelijks urenlang in dezelfde lokalen en nu weet ik eigenlijk niet of jullie nog op de HU zitten.

Einde is in zicht
Voor mij zal het niet lang meer duren; het einde van mijn HU-carrière is in zicht. Vorige week ben ik met afstuderen begonnen. Jammer genoeg voelt de HU al ver weg. Het lijkt iets van vroeger ook al ben ik er nog iedere dag mee bezig. Maar de koffiegeur van de Foodcourt en de vlekken op de nieuwe betonnen vloer in Heidelberglaan 15 ruik en zie ik waarschijnlijk niet meer. En dat is een raar idee.