Het Openbaar Ministerie (OM) heeft acht jaar gevangenisstraf geëist tegen de ‘Utrechtse serie-aanrander’. De 41-jarige Nieuwegeiner wordt twee verkrachtingen, aanranding, heling en bezit van een nepvuurwapen ten laste gelegd, meldt Duic.nl.
Op 24 oktober 2014 werd de man aangehouden en sindsdien zit hij in voorarrest in afwachting van zijn rechtszaak. Gisteren werd een straf van acht jaar tegen hem geëist.
In 2013 heeft de man op 14 juni een jonge vrouw verkracht in de Catharijnesteeg en op 14 november deed hij dat nog eens in de Kerkstraat. Op 19 juni 2014 zou hij een vrouw hebben aangerand op de Drift en in het onderzoek kon nog een vierde feit aan hem worden gelinkt: heling van een tas op 8 augustus 2014 in de Keizerstraat. Bij een doorzoeking in zijn woning is bovendien een nepvuurwapen gevonden.
De zedenfeiten vonden steeds plaats in het holst van de nacht in de Utrechtse binnenstad, de slachtoffers waren jonge vrouwen die uit waren geweest. Onder studentes in Utrecht zorgde dit voor veel onrust.
Op de zitting verklaarde de man zich niets van de zedendelicten te kunnen herinneren. Hij had naar eigen zeggen verkeerde wiet gerookt ‘waarna het licht uit ging’. Omdat de man rustig en beheerst te werk ging en bij zijn aanhouding tegen zijn vriendin zei een brief met uitleg te hebben geschreven, gelooft de officier van justitie niet dat de man zich niets herinnert. In die brief staat dat hij ‘iets heel ergs’ heeft gedaan en zich zo schaamt dat hij het niet durft te vertellen.
Deskundigen merken hem, volgens de officier van justitie, aan als een seriële zedendelinquent en vinden het profiel van een welbespraakte, intelligente man, met een baan en gezin bij hem passen. “De man heeft zich schuldig gemaakt aan ernstige seksuele delicten waarbij hij twee keer heeft gedreigd met geweld. Omdat de verdachte verder niet mee heeft willen werken aan een persoonlijkheidsonderzoek is een hoge celstraf de enige manier om de maatschappij te beschermen en het risico op recidive verantwoord te verminderen”, aldus de officier van justitie.
Op 24 februari is de uitspraak.