Studenten van opleidingscommissies zijn moeilijk te bereiken. Ondanks brieven, e-mails en telefoontjes kreeg de Landelijke Studenten Vakbond er maar een paar te spreken.
Dertig opleidingscommissies had de LSVb uitgekozen: vijftien aan de universiteit en vijftien in het hbo. De bond wilde studentleden vragen stellen over de gang van zaken binnen de commissies.
Maar dat viel niet mee. De LSVb kon er slechts tien bereiken: zeven in het wetenschappelijk onderwijs en drie in het hbo. En daar moest de bond bovendien veel moeite voor doen. De onderzoekers van de LSVb verstuurden een brief, mailden en belden. Ze namen vier maanden de tijd.
Op de website van de opleiding zijn meestal geen contactgegevens van de opleidingscommissie te vinden, zoals een algemeen e-mailadres of telefoonnummer. 'In sommige gevallen stond er zelfs een onjuist e-mailadres', meldt de LSVb.
Serieus
Elke opleiding moet volgens de wet een opleidingscommissie hebben. Deze commissies adviseren het bestuur over het onderwijs. Ook brengen ze advies uit over de onderwijs- en examenregeling en vellen een oordeel over de uitvoering ervan.
De meeste studentleden die uiteindelijk werden bereikt, zeiden dat de opleidingscommissie naar behoren functioneert. Ze vergaderen zeker twee keer per jaar en de adviezen worden serieus genomen.
Maar de studentleden van opleidingscommissies weten veelal niet dat ze wettelijk recht hebben op scholing. Ze weten ook niet wat het trainingsbudget is. Acht van de tien commissies hebben geen eigen postvak. Ook verschilt de vergoeding sterk. Sommige leden krijgen een paar tientjes per maand, andere meer dan zeshonderd euro per jaar.