Nieuws

Over stress bij studenten bestaat al genoeg onderzoek – zo blijkt uit onderzoek

Studentenorganisatie ISO wil niet tot 2021 wachten op RIVM-onderzoek naar stress bij studenten, in opdracht van het ministerie. Het veegt daarom 18 onderzoeken naar stress bij elkaar en concludeert dat het de hoogste tijd is dat iedereen zijn verantwoordelijkheid pakt: de student zelf, de opleiding, vrienden, familie en werkgevers.

De helft van de ondervraagde studenten heeft problematische stress. Een derde heeft last van psychisch gerelateerde klachten zoals bijvoorbeeld concentratieproblemen, faalangst en depressie. Daarnaast loopt 15 procent van de studenten een risico op een burn-out.

Dat concludeert ISO op basis van hun eigen onderzoek – dat dus een verzameling is van 18 eerdere onderzoeken. Die onderzoeken variëren nogal in omvang en aanpak. Het gaat onder andere om een Trajectum-enquête uit 2017 over geluk onder ruim 300 respondenten, maar ook de Studentenmonitor uit 2015, van het Ministerie van Onderwijs, met bijna 20.000 studenten.

Geen maatregelen

De studentenorganisatie komt nu met de analyse omdat het vindt dat de onderwijsminister te lang wacht met acties tegen stress bij studenten. In maart 2019 stemde de Tweede Kamer namelijk in met een motie voor een landelijk kwantitatief onderzoek naar studentenwelzijn. Maar de uitkomsten kunnen nog tot eind 2020 op zich laten wachten. Tot die tijd wil de minister geen maatregelen nemen.

‘Het ISO is teleurgesteld in deze reactie’, zo staat in de analyse. ‘Wij zien in deze reactie en vaker geldende tendens: slechts als zwart op wit staat dat iemand verantwoordelijk is, is iemand bereid die verantwoordelijkheid te nemen.’

Verantwoordelijkheid nemen

Terwijl volgens het ISO daarin nu juist de oplossing schuilt: iedereen moet een deel van de verantwoordelijkheid nemen. De student zelf, die ambitieus mag zijn – maar ook realistisch naar zichzelf moet kijken (en pro-actief op zoek mag naar de vele hulpbronnen binnen een onderwijsinstelling). De sociale omgeving die ‘echter en opener’ mag zijn. En de arbeidsmarkt die te vaak niet verder kijkt dan het cv.

Natuurlijk komen ook de onderwijsinstellingen en het overheidsbeleid aan bod. Instellingen moeten volgens het ISO niet verwachten dat iedere student excellent en nominaal afstudeert. Daarnaast horen er voldoende studentenpsychologen en goede communicatie over de hulpmogelijkheden te zijn.
En de overheid? Die mag streven ‘naar een stelsel dat studenten weer de ruimte geeft te ontdekken wie ze zijn en wat ze willen, in plaats van een stelsel waarin van studenten wordt geacht dat zij zo snel mogelijk afstuderen.’