Volgens staatssecretaris Zijlstra is de overhead in het hoger onderwijs te hoog. PvdA, SP en PVV betwijfelen dat en willen dat de Algemene Rekenkamer een onafhankelijk onderzoek gaat uitvoeren.
Zijlstra vindt zo’n onderzoek overbodig, zei hij maandag in de Tweede Kamer. Volgens universiteitenvereniging VSNU en hogescholenvereniging HBO-raad liggen de ‘zuivere overhead’-kosten – door hen gedefinieerd als het aantal aanstellingen van ondersteunend personeel aan een hogeschool of universiteit – namelijk rond de 25 procent van het instellingsbudget. Dat aandeel vindt de staatssecretaris te hoog. Daarom wil hij afspraken maken om dit te verminderen, zodat het vrijgespeelde geld weer in het “primaire proces” kan worden geïnvesteerd.
Het is niet de eerste keer dat er in de Tweede Kamer wordt gediscussieerd over het ondersteunend personeel op hogescholen en universiteiten. Beleidsmedewerkers, bestuurders, en secretariaten worden daaronder gerekend. Maar hoe zit het bijvoorbeeld met studievoorlichters en de studentenpsychologen? Minister Plasterk boog zich hier al eerder over, omdat ook de kosten van het ondersteunend personeel onduidelijk zouden zijn.
PvdA-kamerlid Jadnanansing wil weten waarop de staatssecretaris denkt te kunnen besparen. Ze diende daarom een motie in om de Algemene Rekenkamer de kosten van de overhead precies in kaart te laten brengen. Alleen dan is duidelijk waar het geld precies aan wordt uitgegeven. Ze kreeg bijval van de SP en de PVV. Dinsdag wordt er over de motie gestemd.