Achtergrond

Patiënt te dik? Niemand is er nu verantwoordelijk voor. Dat moet anders, en daaraan werken ze hier

Komt een vrouw bij de dokter. Ze is veel te dik, maakt zich zorgen over geld en slaapt al lange tijd slecht. Ze krijgt Oxazepam voor de nacht, trekt haar jas weer aan en gaat naar buiten. Thuis ploft ze neer. Geen werk, geen plezier, geen oplossing. Twee jaar later is haar situatie onveranderd. Tien jaar later nog steeds.  Ze is alleen nog veel zwaarder geworden.  Wat gaat hier mis?

‘Wat veel mensen niet weten is dat overgewicht niet alleen komt door een teveel aan voeding en een tekort aan beweging,’ zegt Liesbeth Haverkort. Zij leidt, samen met haar collega Jellie Zuidema, het onderzoek Aandacht voor Overgewicht en Leefstijl in Zorgopleidingen,  mede op verzoek van staatssecretaris Paul Blokhuis.

‘In het Nationaal Preventie Akkoord was genoeg aandacht voor het terugdringen van  roken en alcoholgebruik, maar voor dit onderwerp nog niet,’ legt ze uit. Terwijl het aantal mensen met overgewicht in Nederland in snel tempo stijgt.  We waren ten opzichte van de rest van de wereld altijd relatief slank. Sinds 1981 zijn we met z’n allen veel dikker geworden en voorspellingen wijzen erop dat dat het percentage mensen met overgewicht en obesitas oploopt naar ruim 62 procent in 2040.

En dan worden we ook nog eens steeds jonger dik. Van de kinderen van 4 tot en met 17 jaar oud had 13 procent in 2019 overgewicht, waarvan 2 procent ernstig overgewicht (obesitas).

Mogen we niet gewoon dik zijn, wat is het probleem?

Even voor alle duidelijkheid: overgewicht is een groot probleem. Het is slecht voor je gewrichten, verhoogt het risico op hart- en vaatziekten en  diabetes, kan leiden tot onvruchtbaarheid, verhoogt het risico op kanker en draagt mogelijk bij aan angststoornissen en depressies.

Haverkort: ‘De meeste mensen denken dat vet geen functie voor het lichaam heeft en er gewoon zit, als extra laagje reservevoedsel.  Maar vet moet worden gezien als een orgaan. Vooral buikvet kan zorgen voor een continue ontstekingsreactie in het lichaam, die zorgt voor verstoring van het immuunsysteem.’
Dit speelt mogelijk ook een rol bij een deel van de coronapatiënten die ernstig ziek zijn geworden. Ook nog een zeer actueel onderwerp dus.

Het onderzoek. Waarmee zijn ze begonnen?

Aandacht voor overgewicht en leefstijl in de zorgopleidingen, hoe ziet dat er concreet uit? Wat hebben Haverkort en de andere onderzoekers afgelopen maanden gedaan? Haverkort: ‘Om een goed beeld te krijgen hebben we, met behulp van twintig HBO Verpleegkunde studenten, interviews gedaan met tientallen verpleegkundigen, docenten, opleidingsmanagers, huisartsen en praktijkondersteuners. We wilden weten wat ze van overgewicht wisten, op welke problemen ze stuitten bij het bestrijden ervan en in hoeverre het onderwerp is ingebed in het onderwijs.’

Eén van die studenten was Lisanne Knikkink (26), net afgestudeerd in HBO Verpleegkunde. Zij ondervroeg tientallen verpleegkundigen op de afdeling Interne Geneeskunde in het ziekenhuis. ‘Ik kwam erachter dat verpleegkundigen weinig van voeding weten. De basis lukt nog wel, vetten, eiwitten, koolhydraten, dat werk. Maar zodra een patiënt bijvoorbeeld suikerziekte heeft, is hun kennis onvoldoende en hopen ze dat hij zichzelf redt. Terwijl het zo simpel is en iedereen weet: als je te weinig hebt gegeten moet je wat snelle en langzame suikers eten om je goed te voelen. Hoe dat eruit ziet? Gewoon een boterham met een glas limonade bijvoorbeeld.’

‘Er ligt zo’n stigma op overgewicht. Ik dacht dat het bij verpleegkundigen minder zou zijn, maar zij denken ook vaak: “Die dikke mevrouw eet teveel.” Terwijl er zoveel oorzaken kunnen zijn voor een dik lichaam: een traag werkende schildklier, medicatie tegen depressie, een verward hormoonstelsel… Als jij iemand in de bus ziet zitten van 140 kilo bestaat de kans dat diegene veel gezonder eet dan jij.’

Verpleegkundigen en artsen willen meer aandacht besteden aan overgewicht, maar het ontbreekt ze aan tijd,’ constateert Kninnink. Een arts vertelde dat ze iemand had met een gebroken been op een afdeling met vier andere patiënten. Dan is het lastig om te vragen waarom iemand tachtig kilo teveel weegt. “Weinig tijd, weinig privacy, dat pakt de huisarts wel op,” zo is de gedachte.’

Er zijn meer boosdoeners dan je denkt

Dat herkent Haverkort: ‘Niemand is nu verantwoordelijk voor de behandeling van een patiënt  met overgewicht. De huisarts niet, de internist niet, de verpleegkundige niet en ook de fysiotherapeut en de diëtist niet. Dat moet anders als we overgewicht willen bestrijden. Alle partijen in de zorg moeten betere basiskennis hebben van alle aspecten die bij het ontstaan van overgewicht een rol spelen. Ook moeten ze weten naar wie ze moeten doorverwijzen als het een persoon niet in z’n eentje lukt om af te vallen.’

Vaak genoeg zijn er andere oorzaken dan te veel eten en te weinig bewegen. Denk aan een gebrek aan ontspanning, langdurige stress, hormonale en genetische factoren, of juist het al te ruime aanbod van snoep en snacks in winkels, kantines en restaurants. Bovendien: als iemand in de schulden zit of psychische problemen heeft is dat soms de oorzaak voor een te zwaar lijf. Dan is het verstandiger door te verwijzen naar een maatschappelijk werker of psycholoog dan naar een diëtist. Daarnaast is het in bepaalde culturen not done om slank te zijn en sommige families hebben de gewoonte alles met elkaar te vieren met een enorme hoeveelheid eten.

Eet 90 procent niet gewoon teveel?

Het doel van het onderzoek is dat in 2021 vier geneeskundestudies én 20 procent van alle HBO- en MBO-Verpleegkunde opleidingen binnen het curriculum structurele aandacht heeft voor overgewicht en leefstijl. ‘En dus niet hapsnap in een les hier of daar,’ benadrukt Haverkort. Om dat voor elkaar te krijgen vertellen de betrokken docenten welke lessen ze nu al geven en waaraan het ze ontbreekt.

Haverkort merkt dat er in tegenstelling tot twintig jaar terug veel interesse is. ‘Niemand zegt nog: ‘Wat een onzinnig onderwerp.’

Soms is het huidige onderwijs al goed genoeg. ‘Maar als studenten dan gaan stagelopen op een afdeling, lopen ze binnen de kortste keren weer mee in het oude systeem: curatieve in plaats van preventieve  zorg, en geen aandacht voor de oorzaken van overgewicht.’ Daarom richt het onderzoek zich uiteindelijk ook op bij- en nascholing van de huidige zorgprofessionals.

Alle andere oorzaken daargelaten, maar eet 90 procent van de te dikke mensen niet gewoon teveel? Haverkort: ‘Dat kan, daarom heeft bijvoorbeeld de Radboud Universiteit laten weten zich voorlopig alleen op die oorzaak te richten. We zouden sowieso toe moeten naar een systeem zoals in Japan: daar leren alle kinderen op de basisschool al hoe ze goed voor hun lijf moeten zorgen. Bewegen en gezond eten horen daar natuurlijk ook bij.’

‘Ons curriculum zit vol en er kan niks meer bij.’ Die reactie krijgt Haverkort ook regelmatig als ze spreekt met docenten van medische opleidingen. Dat snapt ze wel. Haar wedervraag is dan of ze niet kan aansluiten bij een bestaand vak. Uiteindelijk moeten de eindcompetenties van alle opleidingen toch zo geformuleerd worden, dat elke student op de hoogte is over het ontstaan en de behandeling van overgewicht. Daar hoort van alles bij, zoals voedingsleer, bewegingsleer, genetica, gespreksvaardigheid en psychologische kennis. ‘Dat laatste is essentieel. Begin maar eens met een patiënt over zijn gewicht als hij net slecht nieuws heeft gehad. Dat vergt niet alleen tact, maar ook psychologische kennis.’

Gaan ze het doel halen? Haverkort weet zeker van wel. Ze hebben nog even tijd. Het onderzoek loopt tot december 2021.

Ook interessant: Volg jij het nieuws nog? En waarom eigenlijk niet?