De oranje hesjes: elk nieuwe schooljaar staan ze weer twee weken lang op het trottoir. Gevraagd en ongevraagd vertellen ze je waar je mag roken en je fiets moet neerzetten. Maar hoe is het om in hun schoenen te staan? ‘Wij staan hier niet om te pesten hè?’
‘Ik zag die vrouw staan en dacht: Als ze nu gaat zeiken, fiets ik gewoon keihard door.’ Het is dinsdagochtend half negen. Twee studenten passeren Padualaan 101. ‘No way dat ik mijn fiets helemaal naar achteren gaan rijden hoor’, moppert de ander. ‘Ik betaal 2300 piek collegegeld en medewerkers staan echt niet boven mij, ofzo!’
Ze stallen die fiets het liefst precies voor de deur
‘Ik ga u een goede morgen wensen’, klinkt het onverstoorbaar uit de mond van oranje hesje Henk van Boogert (77). Hij begroet nagenoeg iedereen die voorbij komt. Hij loopt samen met collega Diny* twee weken lang, elke dag van 8:00 tot 17:00 uur in de buurt van Padualaan 101. ‘s Ochtends staan ze bij de fietsenstalling en zijn ze ‘fietscoach’. Na ‘het grote komen’ verplaatsen ze zich naar de ingang van de school, om de rokers hun plaats te wijzen. Henk grapt: ‘Dit zijn mijn echte benen hoor. En als het straks niet meer gaat, laat ik ze vervangen.’
Henk, Diny en Gunnar, de drie hesjes, komen allemaal uit de surveillantenpoel van de HU en komen via uitzendbureau Actief Werkt. Diny kan het geld goed gebruiken. Gunnar: ‘Ik vind het ook gewoon gezellig en ik weet niet wat de hogeschool eraan uitgeeft, maar ik hou er 12 euro per uur aan over.’
Dat verwacht je gewoon niet
Gunnar* (64) is de grootste van het stel. Hij wil niet op de foto. ‘Weet je wat het is? Er komen 13.000 nieuwe eerstejaars op een totaal van 35.000 HU’ers die hier hun fiets komen neerzetten. Het liefst stallen ze die precies voor de deur, dan hoeven niet zo ver te lopen.’
Henk: ‘Steeds meer mensen komen met de fiets. En dan heb je ook nog van die monsters van een bakfietsen.’ Diny (79): ‘Dat levert chaos op. Wij staan hier niet om te pesten hè? Dus op advies van de brandweer zorgen we ervoor dat iedereen zijn fiets netjes binnen de rekken stalt en dat de achterste fietsenstalling ook wordt benut. Scooters moeten recht binnen de lijntjes staan, zodat ze allemaal passen.’
In de loop van de ochtend verplaatst het drietal zich naar de stoep. Diny: ‘De campus is officieel rookvrij, maar de nicotinejunks kunnen op die strook achter het regenboogfietspad terecht. Er zijn nog zoveel jongelui die roken, dat verwacht je gewoon niet.’
Zo beleefd is de HU-populatie
Hoe men reageert op hun instructies? Gunnar denkt even na: ‘In dit gebouw worden mensen opgeleid om iets te vinden over van alles. Dus ja, je krijgt weleens een mening.’
Diny stond veertig jaar in het onderwijs en is, net als haar collega’s van hetzelfde uitzendbureau, met pensioen. Ze weet inmiddels wel hoe ze iemand aanspreekt op zijn gedrag. ‘Dit werk is gemakkelijker dan 32 levenslustige pubers in bedwang houden. Je moet het beslist zeggen, mét humor. Tot nu toe was er maar één medewerker die wat onaangenaam was. Ze riep: “Moet dat nou zo, op deze manier?”’
Verder is er een man, zijn naam is bekend bij de receptie van Padualaan 99, die weigert zijn motor netjes te stallen. Elke dag zet ie hem neer, pal voor de bibliotheek. De coaches kunnen daar wel om lachen. Ze hoeven gelukkig geen bekeuringen uit te delen.
Kennen studenten de rook-regels? En wat vindt Henk daarvan? Bekijk deze video: