Als de
basisbeurs wordt afgeschaft en vervangen door een leenstelsel, dan moet het
daarmee bespaarde geld wel ten goede komen aan het hoger onderwijs, vindt de
VVD. Maar minister Plasterk wil dit niet toezeggen.
‘Een sympathieke gedachte’,
noemde hij de motie van VVD-kamerlid Halbe Zijlstra, en toch ontraadde hij hem.
De PvdA-bewindsman moest het gisteravond tijdens de financiële beschouwingen tot
vervelens toe herhalen. Hij wacht met uitspraken over nieuw beleid totdat
ambtelijke werkgroepen hebben onderzocht waar er op de verschillende
beleidsterreinen kan worden bezuinigd. ‘Maar de uiteindelijke beslissing
daarover ligt vanzelfsprekend bij de Kamer.’
Hij benadrukte dat hij gelukkig
is met de kamerbrede steun voor de motie-Hamer, waarin staat dat het Nederlandse
onderwijs en onderzoek tot de mondiale top-vijf moeten gaan behoren. Maar tot
frustratie van de oppositie weigerde hij daaraan de conclusie te verbinden dat
er door de werkgroepen dus niet langer hoeft te worden gezocht naar
inefficiënties en mogelijke bezuinigingen. ‘Als iedere bewindsman op elk terrein
zegt dat het staande beleid niet mag worden veranderd, dan kan er uiteindelijk
niets worden heroverwogen’, wierp hij tegen.
Ook het door de VVD voorgestelde
leenstelsel en de variant van de studietaks – bepleit door GroenLinks en
studentenbond LSVb – zullen door de werkgroepen worden onderzocht. ‘Maar u en ik
maken uiteindelijk de beleidskeuzes’, verzekerde Plasterk de morrende
kamerleden.