Ze waren te herkennen aan hun leren jacks, gekleurde hanenkammen en een veelvoud aan lichaamspiercings: de punkers. Rebels waren ze, anarchistisch. De muziek was rauw, geboren in de garage. ‘Het ging om vernieuwing.’
Docent pedagogiek Gerry Nouwens (53) ontdekt punkrock tijdens een vakantie in Engeland. Ze is rond de 21, ‘een late punker’ naar eigen zeggen, en haar leeftijdgenoten luisteren alleen muziek uit de jaren zestig. ‘Voor hen was er niks beters gemaakt na die tijd. Punk was vernieuwend, niet zo burgerlijk. Het idee was: er is meer dan The Stones en The Beatles.’
Midden jaren zeventig komt punk op in New York en Londen. Daar ontwikkelen zich gelijktijdig twee punkboegbeelden: The Ramones (in Amerika) en Sex Pistols (Engeland). De leden van The Ramones zijn uniform in de stijl van The Beatles. Ze dragen zwarte leren jasjes en hebben hun haar lang. De Sex Pistols zijn meer individualistisch ingesteld, hebben geverfd haar en piercings.
Punk wordt geboren in de garage. Al in de vroege jaren zestig komen bandjes samen in garages om minimalistische rock ’n roll ten gehore te brengen. Sociale onvrede baart agressieve teksten, een gitaar wordt door de mangel van de versterking gehaald.
Docent pedagogiek Sandra Knopper (41) is vijftien als ze in aanraking komt met punk. Ze gaat elke zaterdag naar uitgaansplek d’Olde Skoele in Hattem om bandjes te horen spelen. Ze is ‘helemaal weg’ van onder andere Siouxsie and the Banshees. ‘Ik was toen het uitgaan aan het ontdekken en kwam via vrienden in aanraking met punk. Zij kochten de platen en ik nam daar cassettebandjes van op.’
De muziek is jong, chaotisch, snel, radicaal, shockerend. Zingen is ook schreeuwen. Bands spreken zich uit over maatschappelijke onderwerpen als drugs en de strijd tussen klassen en rassen. In God Save The Queen vergelijken de Pistols de Engelse monarchie met een fascistisch regime. Oproer alom. Over de hele wereld worden nieuwe punkbandjes geboren.
Gerafelde truien
Een punker herken je destijds meteen. ‘Het moest vooral niet te netjes of te gelikt’, vertelt Knopper. ‘Het liefst droeg je de oude gerafelde trui van je vader. Ik had alle kleuren haar. Mijn vader noemde me pleeborstel vanwege mijn kapsel, maar mijn ouders lieten me wel experimenteren met kleding en haarstijl.’ Ze spuit haar fiets paars en prikt gaatjes in haar oren. ‘De straf was dat ze ontstoken raakten.’
Haar leeftijdgenoten begeven zich ook op het politieke terrein. De kraakbeweging komt op en punkers spreken zich uit. Hun standpunten zijn overwegend anarchistisch of extreemlinks en doen actief mee aan protestacties en rellen. Ze verzetten zich tegen de commercialisering van muziek en brengen hun muziek in eigen beheer uit. Ze leven naar de teksten van hun favoriete bands.
Knopper vind je die dagen veelal in de lokale Plato, waar ze platen luistert. The Clash, de Sex Pistols, The Jesus and Mary Chain en Echo and the Bunnymen. Ze koopt de cassettes van de jonge, onbekende bandjes die in de d’Olde Skoele speelden. Hoe ze invulling wil geven aan haar leven weet ze nog niet, alleen dat ze ‘iets met mensen’ wil doen, ‘iets creatiefs’. Iets burgerlijks als lesgeven in ieder geval niet.
Wanneer ze gaat studeren, legt ze het punkuiterlijk naast zich neer. ‘Als postbode kon je je nog wel zo kleden, maar bij een stage met kinderen ging dat niet. Dat trok aandacht en je wilde de kinderen niet laten schrikken.’ Ondertussen was ook het rebelse er bij haar wel een beetje van af.
Na veel omwegen komt Knopper terecht bij pedagogiek. De bandjes van haar favoriete artiesten, die in de auto nog wel eens beluisterd worden, zijn weggegooid bij de laatste verhuizing. Maar toch is de punk er niet helemaal uit. ‘Nee, niet meer in het uiterlijk, maar het is gevoel is er nog; een kritische houding. Het is nog steeds leuk om te zien als studenten zich onderscheiden, als ze van het al bewandelde pad afgaan.’
Punk nu
In de jaren negentig maakt punkrock een comeback, maar in een iets andere vorm. Punk wordt toch nog mainstream en krijgt een gelikt uiterlijk. The Offspring wordt in die tijd immens populair. De bekende band Green Day timmert al 22 jaar aan de weg. ‘Die bands zijn wel leuk, het is punk in een nieuw jasje’, volgens Nouwens. De hanenkammen verdwijnen deels, maar punkers blijven kleurrijk. De leren jasjes worden vervangen door losse stropdasjes. Een nieuwe subbeweging, ‘emo’, komt op, waarin er de nadruk wordt gelegd op gevoelens. Alternatief is inmiddels standaard. Aan de maatschappelijke betrokkenheid van de echte punker is in ieder geval niets afgedaan, ze zijn vaak te vinden in de voorhoede van protestacties.
Knopper heeft in de jaren na punk haar muzieksmaak wat aangepast. ‘Die is een stuk milder. Ik luister nu veel jazz, maar ook Elvis Costello, James Morrison.’ Een tijd was ze groot fan van Manu Chao, Frans-Latijnse folk met een rockrandje. ‘Ik kom nog maar weinig met punk in aanraking.’ The Dandy Warhols, garage rock, sprak haar laatst nog wel aan, maar haar grootste bron van punkmuziek is inmiddels weggevallen. ‘Daar had je het vroeger met je vrienden over, maar het gaat nu niet meer over punk.’
Kritische houding
Gerry Nouwens oogt nog punk, met oorringetjes en oranjepaars gekleurd haar. ‘Dat heb ik denk aan die tijd over gehouden. Ik had geen hanenkam, maar als ik in die tijd op de middelbare school had gezeten, dan had ik er zeker één gehad’, vertelt ze. Hoewel ze zich niet meer afzet tegen de gevestigde orde, probeert ze vernieuwend te blijven.
Voor Nouwens betekent punk ook de weg naar andere muziekgenres, artiesten die geïnspireerd worden door de punkbeweging. Ze is een groot fan van bands uit de jaren tachtig, zoals Joy Division, maar ook hedendaagse muziek volgt ze op de voet. ‘Nu luister ik onder andere de Editors en de Arctic Monkeys. Ik kan studenten daar altijd mee verrassen als ik vertel dat ik naar een concert van hen ben geweest. Je vindt mij niet achter de geraniums.’ Maar Top 40 muziek, daar waagt ze zich niet aan. ‘Ik kan niet de top 10 van dit moment noemen. Op het introkamp van de opleiding werd er om me gelachen. Toen vroeg ik tijdens een quiz wie Nick en Simon waren.’