Na drie keer tegen de begroting te hebben gestemd, ging de Hogeschoolraad (HSR) woensdag 18 maart alsnog akkoord. Daardoor is een verdere escalatie van het conflict met het college van bestuur afgewend. Een interview met HSR-voorzitter Cees Braas. ‘We blijven het raar vinden dat er wordt bezuinigd terwijl nergens staat beschreven hoe het eindplaatje eruit ziet.'
Maandagavond 16 maart vond een bemiddelingspoging plaats door een delegatie van de raad van toezicht, het toezichthoudend orgaan van de HU. Hoe ging dat in zijn werk?
‘De bijeenkomst duurde van 18.00 tot 22.30 uur. Aanwezig waren een groot deel van de HSR en de leden van de auditcommissie van de raad van toezicht: Jacques van Ek, Ingrid Thijssen en Arie Brienen. De sessie was bedoeld om te onderzoeken of er een minnelijke schikking getroffen kon worden tussen de HSR en het college. Uit een peiling ter plekke bleek daar een duidelijke meerderheid voor te bestaan. Tijdens schorsingen overlegde de raad van toezicht met het college, dat in de nabijheid in een andere ruimte aanwezig was. Daarna werkten we samen met het college aan de tekst van het bereikte compromis.’
Is er met de vuist op tafel geslagen?
‘Nee. De persoonlijk relatie van de HSR met de leden van het college van bestuur is altijd goed geweest. We waren altijd on speaking terms. Als we elkaar in de gang tegenkwamen keken we echt niet de andere kant uit.’
De woensdag erop vergaderde de Hogeschoolraad weer over de begroting. Waarom was dat besloten?
‘We wilden de leden van de HSR die maandagavond afwezig waren de mogelijkheid geven alsnog te stemmen over het bereikte compromis. Ook konden we in alle rust napraten over de vergadering met de raad van toezicht, zien of er nog pijnpunten lagen en bekijken of we tot een gezamenlijk standpunt konden komen. Dat is aardig gelukt. De overgrote meerderheid stemde in, met twee onthoudingen. Verder zeg ik hier niks over.’
Waarom ging de raad tijdens de vierde stemming over de begroting wel akkoord?
‘Ik vind het een belangrijke toezegging dat het aanbieden van de vaststellingsovereenkomsten (contracten voor afvloeiing; red.) wordt stopgezet totdat er spelregels zijn afgesproken met de vakbonden. Voor de mensen die in zo’n proces zitten is het heel heftig; zij zitten in een soort rollercoaster. We verwachten dat die afspraken er over een week of zes en zo mogelijk eerder zullen zijn.’
Een andere toezegging is dat het college en de HSR samen opdracht geven tot onderzoek naar de bejegening van het personeel van de HU. Maar dat was al beloofd voordat de begroting voor de derde keer ter instemming voorlag.
‘Toen was mijn inschatting dat dit gebaar van het college de meerderheid wel over de streep zou treken. Dat was dus niet het geval. Het college zei daarna dat ze het onderzoek op eigen houtje zou laten uitvoeren.’
Maar in plaats van een onafhankelijke externe partij, zoals eerder aangekondigd, gebeurt dit nu door de afdeling Corporate Control van de HU.
‘Fase één bestaat uit factfinding door Corporate Control. Dit verzamelen van feiten durf ik wel aan deze afdeling over te laten. Fase twee bestaat uit het analyseren en interpreteren van de feiten. Zo’n kwalitatief vervolg gebeurt onder gezamenlijk toezicht van het college en de HSR. Ik denk dat het niet goed is als een instantie van de hogeschool dit zelf uitvoert. Ondanks het vertrouwen in Corporate Control, rijst dan bij sommigen toch de vraag of het onderzoek wel helemaal eerlijk gaat.’
Dus als er een vervolgonderzoek komt pleit de raad voor een onafhankelijke externe partij?
‘Ja.’
Al met al is dit voldoende om in te stemmen?
‘Er is nog een handreiking gegeven. We gaan nu echt werk maken van de positie van de Personeelsraad (PR), die momenteel werkt met een verouderd reglement. Zij vertegenwoordigden aanvankelijk een relatief kleine groep van ondersteunend personeel bij de HU Diensten. Maar door de ontvlechting zijn veel ondersteuners die in dienst waren bij de faculteiten ondergebracht bij HU Diensten. Dat zijn nu in totaal zo’n 1100 tot 1200 mensen, ongeveer een derde van het gehele personeelsbestand van de HU.
Hierdoor zijn ze een belangrijke speler geworden, terwijl ze slechts over lichte bevoegdheden beschikken. We hebben met het college afgesproken dat we de medezeggenschap binnen de HU als geheel gaan herijken; daarbij is uitgesproken dat we voor de PR snel tot een “voorziening” willen komen; dat wil zeggen een voorlopig opgetuigd reglement, waarmee die raad de komende tijd kan gaan werken.’
Hierdoor zijn ze een belangrijke speler geworden, terwijl ze slechts over lichte bevoegdheden beschikken. We hebben met het college afgesproken dat we de medezeggenschap binnen de HU als geheel gaan herijken; daarbij is uitgesproken dat we voor de PR snel tot een “voorziening” willen komen; dat wil zeggen een voorlopig opgetuigd reglement, waarmee die raad de komende tijd kan gaan werken.’
Belangrijk punt voor de HSR in de onderhandelingen met het college was het stopzetten van de bezuinigingen totdat er een harmonisatieplan voor de diensten ligt. Dat was altijd een breekpunt en dit heeft de raad nu ingeslikt. Waarom?
‘We blijven het nog steeds raar vinden dat er wordt bezuinigd en dat de werkprocessen slimmer worden ingericht terwijl nergens staat beschreven hoe het eindplaatje eruit ziet. Dus hoeveel mensen wat voor werk doen. Maar ik moet ook wel toegeven dat het een beetje een symbolische eis was, want het ging om het stopzetten van de bezuinigingen tót het plan er zou liggen. En dat harmonisatie- of transitieplan komt in april.
Alleen wordt het bij nader inzien niet de gedetailleerde en uitgewerkte beschrijving die wij aanvankelijk verwachtten. Het college heeft ons overtuigd dat het om een permanent veranderproces gaat waarbij het plan geen blauwdruk is, maar wel aangeeft in welke richting het gaat.’
Alleen wordt het bij nader inzien niet de gedetailleerde en uitgewerkte beschrijving die wij aanvankelijk verwachtten. Het college heeft ons overtuigd dat het om een permanent veranderproces gaat waarbij het plan geen blauwdruk is, maar wel aangeeft in welke richting het gaat.’
Het stopzetten van de bezuinigingen tot er een harmonisatieplan is, was voor het college onbespreekbaar?
‘Ja, en dat is ook wel te begrijpen. De bestaande bezuinigingsdoelen moeten gehaald worden, anders lukt het niet om de geplande investeringen te doen en extra docenten aan te stellen. En dan haalt de HU ook de prestatieafspraken niet die met de minister zijn gemaakt op het gebied van de verhouding tussen het ondersteunend en onderwijzend personeel. Dat kan weer leiden tot vermindering van de Rijksbijdrage met miljoenen euro’s. Het kan dus verstrekkende gevolgen hebben.’