Onlangs was ik op een reünie van mijn middelbare school. Allemaal 50-plussers waarvan de meesten elkaar 30 jaar niet gezien hebben. Sommigen herken ik direct, anderen slechts met grote moeite.
Datzelfde geldt voor de verhalen. Van sommige gebeurtenissen herinner ik me toch echt heel andere zaken.
De gesprekken gaan over “weet je nog van toen en toen” en “heb je gehoord van die en die”. Leuke herinneringen, leuke verhalen. Sommige ook niet. Hier en daar ook wat drama’s over ziekte en dood.
Een derde onderwerp is “en wat doe je nu?” Ik hoor dan voornamelijk verhalen over een werkcarrière van na de middelbare school tot nu. Iedereen is redelijk goed terechtgekomen, ondanks een toch slecht verlopen schooltijd qua schoolse prestaties.
Onze klas, H2A, werd na een jaar voor veruit de meeste leerlingen H2B. Massaal bleven we zitten en we deden het 2e jaar over. Ook de 2e keer het 2e jaar werd voor de 2e keer één groot feest, althans voor de meeste leerlingen, maar zeker niet voor de leraren. Wij waren wat men noemde een onhandelbare klas. Ik hoor en zie nog de vele boze preken die we kregen van leraren, conrector en rector, ik herinner me de vele straffen, schorsingen en overplaatsingen en ik herinner me ook en vooral hoe weinig indruk dat op ons maakte.
Nu, meer dan 30 jaar later, zijn we toch wel redelijk goed terechtgekomen, kunnen onze ouders alsnog iets van trots voelen en zijn we rustig geworden. Ik hoor veel huisje-boompje-beestje-carrieres langskomen en er wordt veel braaftaal gebezigd.
Bah! Blijf lekker hangen in je eigen puberteitstrijd en laat braaftaal over aan de echt oude mensen! Schop nog eens lekker tegen de gevestigde orde aan en stel braafheid nog even uit. Loop nog eens het risico van een preek of straf, want wat we toen te zeggen hadden, geldt nu nog steeds natuurlijk! We hadden de economische crisis kunnen voorkomen en van Wilders zou nooit iemand gehoord hebben. Helaas heeft braafheid het gewonnen.