Rieshma Badloe is docent op het instituut Finance & Accounting. Ze vertelt over hoe het is om Hindoe te zijn, wat Divali inhoudt en waarom mensen het hebben over een ‘goed karma.’ Ze spreekt ook een wens uit, die verre van onrealistisch blijkt te zijn…
Hoe zou je het hindoeïsme omschrijven?
‘Ik geef er les over en begin altijd met afbeeldingen. Een vrouw met een rode stip tussen haar ogen, een man in de Himalaya, een groentepakket of een koe. Dat zijn vaak de beelden die mensen hebben bij het hindoeïsme. Maar ze zijn nogal willekeurig.
Het belangrijkste van het hindoeïsme is de cyclus van ontstaan, bestaan en vergaan. Het leven is een voortdurende confrontatie met leed, verleidingen, agressie en hebzucht. Ons ultieme doel is om die emoties te ontstijgen. Pas dan doorbreken we die cyclus en gaan we op in de oerbron van energie. Ons leven gaat dus vooral om spirituele groei, in tegenstelling tot materiële groei.
Het hindoeïsme is geen religie, maar een levenswijze. We hebben geen stichter en geen god. We hebben wel geschreven richtlijnen met de belangrijkste boodschap: Word Mens. Je zou die oerbron als god kunnen beschouwen, maar iedereen mag zelf weten hoe hij die dient. De één bouwt een tempel, de ander een beeld of juist helemaal niets.
Niks is verkeerd, alles mag, in het besef dat je op weg bent naar die oerbron. Juist handelen is “karma”.’
Waarom zeggen mensen: ‘Dat is goed voor je karma’?
‘Alles wat je doet, bepaalt je toekomst. Dat kan binnen dit leven zijn, maar ook in je volgende leven. Wat je doet, komt voort uit je denken. Daarom vinden wij het zo belangrijk om ons kritisch denken te ontwikkelen, ofwel ons “ethisch onderscheidingsvermogen”.
Door te reflecteren en yoga te doen werk je aan je kritische geest om zo goed mogelijk het onderscheid te maken tussen goed en kwaad. Je merkt dat je een beter mens wordt als je empathischer bent, eerlijker, geduldiger enzovoorts.
De uitwerking van je daden zijn onvermijdelijk. We noemen dit Kaarya-kaaran, er is geen handeling die geen oorzaak heeft en andersom. Alles in de ruimte is onderhevig aan deze wet, ook de mens en zijn handelen.’
Hoe kijkt het hindoeïsme aan tegen zoiets als de klimaatcrisis of corona?
‘We gaan er vanuit dat alles een orde en een regelmaat heeft, zoals in de natuur. We proberen het goede te doen, ons niet te laten verleiden tot materialisme en dergelijke. Als je dat wel doet, dan raakt het universum verstoord, dat zie je nu ook gebeuren met corona. Het is voor iedereen zaak om zich af te vragen waartoe hij op aarde is en zich te verbinden met het goede. Het feit dat je hier op aarde bent en nog niet bent opgegaan in de oerbron vertelt je sowieso dat je nog aan jezelf moet werken.’
Op 14 november is het feest van Divali (het lichtfeest). Verheug je je daarop?
‘Ja, dat is zeker een hoogtepunt in ons jaar. Hindoes vieren dan het licht in donkere tijden. We doen dat klein, meestal met het gezin. Geen grote bijeenkomsten met enorme diners. Het is een feest waarin we ons bezinnen op ons handelen. ‘s Avonds om 18:00 uur steken we een soort van klei gebakken lampjes aan, nadat we hebben gebeden en het afgelopen jaar hebben besproken. Daarna eten we, vegetarisch, uit respect voor alles wat leeft.
Diwali is elk jaar op een andere datum, op de donkerste dag van het jaar (astrologisch bepaald) en we wensen dat we vanuit de duisternis naar het licht mogen komen. Het gaat hierbij weer om de negatieve eigenschappen die we moeten leren beteugelen. We kennen drie soorten pijn: door de natuur, pijn die anderen je aandoen en psychische pijn. We vragen om innerlijke kracht om deze te kunnen dragen en een zuivere geest die ons ervoor kan behoeden.
Ik was achttien toen ik dertig jaar geleden in Nederland kwam. Het was de dag van Divali en ik verbleef bij mijn oom en tante. Ik was gewend dat er buiten overal lichtjes te zien waren, zoals in Suriname. “Is dít Divali in Nederland?”, dacht ik. Inmiddels ben ik het gewend, ik vier het met mijn man en mijn veertienjarige dochter, Preeti. We bellen op zo’n dag onze dierbaren op om ze een “shubh (gezegende) Divali” te wensen. De Amerikaanse president wenst zijn volk dat ook altijd toe. En de Britse premier. Ik wacht nog altijd op de dag dat Rutte dat een keer gaat doen, als een soort verbindend gebaar.’
Je zit nu in de werkgroep diversiteit aan de HU. Wat wil je doen?
‘Er is inmiddels aandacht voor gender, voor mensen met een beperking en dat is goed. Maar ik werk hier nu dertien jaar en pas nu word me iets gevraagd over mijn achtergrond. Ik hoef geen knuffelhindoestaan te worden, maar dat niemand hier ooit weet dat het voor mij de dag van Divali is, voelt soms ook gek. Er wonen in Nederland zo’n half miljoen Surinamers, waarvan zo’n 180.000 Hindoestanen uit Suriname. Het is geen kleine groep en het is goed om er interesse in te tonen. Net zoals in Surinaamse Creolen of Javanen, trouwens, want dat verbindt.
We weten dat binnen de grote stad de helft van de mensen een kleur heeft. De HU is geen afspiegeling van de maatschappij; de wereld daarbuiten is gekleurder dan dat we hier zijn.
De HU wil samenwerken met de beroepspraktijk. Ik geef les op het Institute Finance & Accounting. Laat het nou net in de financiële sector vol zitten met Surinamers. Puur omdat wij van huis uit meekrijgen: kies geen feeststudie, maar iets waarmee je status en geld kunt verdienen. Zo komen ze uit de armoede, althans daar komen die drijfveren van oorsprong vandaan. Dan eindig je niet als een arme landbouwer, zoals je ouders. Leg contact met die mensen en motiveer ze om wél te kiezen voor het onderwijs. Daar ligt ons huiswerk.
‘Daar heeft Nederland onbedoeld door haar kolonialisme toch maar mooi voor gezorgd’
Met een zinnetje als “Mensen met een biculturele achtergrond krijgen voorrang” in de vacature red je het niet. Sterker nog: het werkt averechts want het is discriminatie. Ik zou gaan praten met Surinaamse maatschappelijke organisaties en ze aanspreken op hun verantwoordelijkheid. Ook zíj hebben huiswerk: mensen verleiden tot een baan in het hoger onderwijs. Mensen zijn altijd verbaasd als ik in het hbo werk. Het basisonderwijs en het middelbaar onderwijs is logischer voor ze.
We kunnen een voorbeeld nemen aan de Universiteit Utrecht of de Haagse Hogeschool. Zij doen het goed op het gebied van diversiteit, althans zo lijkt het op hun website. Suriname is ook een mooi voorbeeld van hoe meerdere culturen samenleven. Daar heeft Nederland onbedoeld door haar kolonialisme toch maar mooi voor gezorgd. Iedereen is daar op de hoogte van wie welke feestdag viert. Voor een Creool is het vanzelfsprekend dat een Hindoestaan Diwali viert. Toch gek dat dat in Nederland niet gebeurt.
Ik was ooit een eenling, op de universiteit. Als niemand op je lijkt val je stil, zo werkt dat nu eenmaal. Ik merk dat studenten met een kleur zich bij mij op hun gemak voelen en meer durven te zeggen. Destijds was er op de universiteit één decaan die altijd klaarstond voor buitenlandse studenten. We wisten hem allemaal te vinden, hij luisterde en hielp ons bij alles. Op een bepaalde manier was hij ook spiritueel gegroeid. Ik zou willen zijn zoals hij was.’
Be careful what you wish for: inmiddels is net bekend geworden dat premier Rutte morgen om 13:00 uur de Hindoestanen in dit land een ‘Prettig Diwali’ zal toewensen in de Grote Kerk in Den Haag.